ABC
sociaal-cultureel werk
Decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk
Het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk van 10 maart 2023 heeft tot doel “bij te dragen aan een duurzame, inclusieve, niet-gesegregeerde, solidaire en democratische samenleving door de civiele samenleving te versterken. De gemeenschappelijke sokkel van waarden, fundamentele rechten en vrijheden, gestoeld op grondbeginselen als het recht op vrije meningsuiting, de gelijkheid tussen man en vrouw, de scheiding van Kerk en Staat, en ook het bieden van gelijke kansen, het uitsluiten van discriminatie en het bestrijden van racisme, vormt daarvoor het kader.
Dit decreet doet dat door sociaal-culturele volwassenenorganisaties binnen de civiele samenleving te erkennen en te subsidiëren. Sociaal-culturele volwassenenorganisaties nemen een verbindende, kritische en laboratoriumrol op in de samenleving, en zetten vanuit een civiel perspectief in op sociaal-culturele participatie. Dit draagt bij aan emancipatie, dialoog van mensen en groepen, gedeeld burgerschap en het tot publieke zaak maken van gedeelde samenlevingsvraagstukken.”
In Vlaanderen en Brussel zijn er 129 organisaties erkend op basis van het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk.
Acht krachtlijnen
In het decreet op sociaal-cultureel volwassenenwerk zitten acht krachtlijnen vervat.
1. Civiel perspectief
Volgens de decreetgever zijn sociaal-culturele volwassenenorganisaties civiele organisaties. Sociaal-cultureel volwassenenwerk beweegt op de naad tussen leefwereld en systeem en speelt een rol in het verfijnen en verdiepen van de democratie. Sociaal-culturele volwassenenorganisaties “verbinden burgers, versterken de capaciteit van burgers om hun rol te spelen, bieden plekken waar burgerschap echt vorm krijgt en geven publiek stem aan noden en verzuchtingen van burgers.”.
2. Opereren in de vrije tijd
Sociaal-culturele volwassenenorganisaties die in aanmerking willen komen voor subsidiëring moeten zich richten op mensen in hun vrije tijd. Vrije tijd is de tijd die volwassenen niet hoeven te besteden aan verplichte of noodzakelijke activiteiten zoals betaalde arbeid, school- of beroepsopleiding.
3. Sociaal-culturele participatie van iedereen
Sociaal-cultureel volwassenenwerk heeft van oudsher aandacht voor specifieke en kwetsbare groepen in de samenleving. Organisaties kunnen keuzes maken op het vlak van strategie, perspectief en doelen met betrekking tot bepaalde gemeenschappen, doelgroepen, kansengroepen of het brede publiek. Het decreet wil organisaties wel stimuleren en waarderen om de brede bevolking of de eigen achterban te versterken in het samenleven in onze superdiverse samenleving.
4. De drie maatschappelijke rollen en de vier functies van het sociaal-cultureelvolwassenenwerk
Sociaal-culturele volwassenenorganisaties maken deel uit van de civiele samenleving. Ze nemen van hieruit drie rollen op in de samenleving: de verbindende rol, de kritische rol en de laboratoriumrol. Deze drie sociaal-culturele rollen definiëren samen de identiteit en positie van het sociaal-cultureel volwassenenwerk binnen het maatschappelijk middenveld. Om de sociaal-culturele rollen waar te maken zetten sociaal-culturele volwassenenorganisaties doelgericht en methodisch onderbouwd in op een mix van sociaal-culturele functies: de cultuurfunctie, de leerfunctie, de maatschappelijke bewegingsfunctie, en de gemeenschapsvormende functie. Deze functies zijn de pijlers waar de vele praktijken in het sociaal-cultureel volwassenenwerk op steunen waardoor ze het uitzicht van deze organisaties in hoge mate bepalen.
5. Een sterke focus op maatschappelijke innovatie
Het sociaal-cultureel volwassenenwerk houdt als vanouds de vinger aan de maatschappelijke pols. Het decreet wil het sociaal-cultureel volwassenenwerk versterken in zijn rol als laboratorium voor een betere samenleving. Elke organisatie dient daarom de laboratoriumrol te vervullen en te verbinden aan de missie en contextanalyse. Bovendien kunnen niet erkende organisaties beroep doen op projectsubsies om deze laboratoriumrol te realiseren.
6. Balans tussen continuïteit en vernieuwing
In zijn kern draait sociaal-cultureel volwassenenwerk rond vaak langzame veranderingsprocessen op het niveau van individuen, groepen, gemeenschappen en de samenleving in haar geheel. Om impact te kunnen realiseren is het belangrijk dat de sociaal-culturele processen die door organisaties worden opgezet, gestimuleerd en gevoed, voldoende tijd krijgen om zich ten volle te ontwikkelen. Om die reden is er een zekere continuïteit nodig en dus gaat de cyclische evaluatie- en beoordelingsprocedure van structurele werkingssubsidies uit van een werking over meerdere beleidsperiodes.
Tegelijkertijd schept het decreet voldoende ruimte voor vernieuwing door de instroom van nieuwe organisaties mogelijk te maken maar ook de uitstroom van gesubsidieerde organisaties die niet langer aan de kwaliteitsvereisten voldoen.
7. Een kwalitatieve benadering en stimulansen voor continue kwaliteitsverbetering
Het decreet vertrekt vanuit het principe ‘subsidies in ruil voor kwaliteit’: organisaties bepalen zelf in grote mate de kaders waarbinnen ze hun missie, visie en doelstellingen willen waarmaken. Voorwaarde is wel dat ze dat kwaliteitsvol doen. Omdat organisaties door deze vrijheid heel divers zijn in hun werking, legt het decreet geen kwantitatieve of strikt vormelijke normen op. Bij de beoordeling ligt de focus dus op de kwaliteit van de werking en op de continue verbetering daarvan.
8. Opereren op verschillende niveaus
Dit decreet voorziet drie soorten structurele werkingssubsidies:
- sociaal-culturele volwassenenorganisaties die werken in het Nederlandse taalgebied (al dan niet met inbegrip van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad);
- sociaal-culturele volwassenenorganisaties met een werking in een afgebakend gebied: per regio of voor meerdere regio’s samen;
- een steunpunt sociaal-cultureel werk.
Naast de structurele werkingssubsidies creëert dit decreet ook een vrije ruimte in de vorm van projectsubsidies. Organisaties die (nog) geen structurele werkingssubsidie ontvangen vanuit dit decreet en die, in lijn met de sociaal-culturele laboratoriumrol, een maatschappelijk innovatief en experimenteel project willen realiseren kunnen een projectsubsidie ontvangen voor een looptijd van maximaal drie jaar.