Handicap en gezondheidskloof

In 2022 lag de werkloosheidsgraad (aandeel van de bevolking die zich aanbiedt op de arbeidsmarkt en geen werk vindt) bij personen met hinder in hun dagelijkse bezigheden wegens een handicap of langdurig gezondheidsprobleem op 3,9%, tegenover 11,4% in 2009. Ten opzichte van 2021 is de werkloosheidsgraad verder gedaald (van 5,2% naar 3,9%). Bij personen zonder hinder daalde de werkloosheidsgraad van 4,5% in 2009 tot 3,1% in 2022. Het ziet er naar uit dat personen met hinder in hun dagelijkse bezigheden wegens een handicap of langdurig gezondheidsprobleem die zich op de arbeidsmarkt aanbieden stilaan evenveel tewerkstellingskansen krijgen dan andere werkzoekenden.

Maar net omwille van hun handicap of langdurig gezondheidsprobleem bieden personen met hinder zich verhoudingsgewijs veel minder aan op de arbeidsmarkt (werkend of werkzoekend werkloos). In 2021 werkte 48% van de personen (15-64 jaar) met hinder in hun dagelijkse activiteiten tegenover 36,7% in 2009. Bij personen zonder hinder steeg het aandeel werkenden van 69,4% in 2009 tot 73,7% in 2021.

Sommige personen met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt kunnen
terecht in de sociale economie. Het gaat onder meer om personen met een arbeidsbeperking of met fysieke of psychische beperkingen of moeilijkheden. Eind 2020 waren 28.079 doelgroepwerknemers tewerkgesteld in de sociale economie in het Vlaamse Gewest. Dat komt overeen met bijna 1% van de totale werkende bevolking

Personen met een arbeidshandicap participeren minder vaak aan een opleiding dan personen zonder arbeidshandicap. In 2020 nam bijna 4% van de 25-64-jarigen met arbeidshandicap deel aan een opleiding. Bij personen zonder arbeidshandicap was dat ongeveer 7%.

Personen met een handicap hebben net als iedereen recht op voldoende inkomen: groot genoeg om een menswaardig en onafhankelijk leven te leiden en volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Personen met een handicap met een job verdienen gemiddeld genomen aanmerkelijk minder dan personen zonder handicap. Het netto beroepsinkomen van werkenden van 20 tot 64 jaar lag volgens de EU-SILC-survey van 2020 bij personen zonder handicap gemiddeld op 2.432 euro per maand en bij personen met handicap op 1.948 euro per maand. Het netto beroepsinkomen van personen met een handicap lag daarmee 20% lager.

Naast of boven op het beroepsinkomen kunnen personen op individueel niveau nog andere inkomsten ontvangen zoals uitkeringen voor pensioen, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, ziekte en invaliditeit, vergoedingen voor studie of opleiding en sociale bijstand. De som van alle individuele inkomsten is het persoonlijk inkomen. Het netto totaal persoonlijk inkomen lag volgens de EU-SILC-survey van 2020 (berekend op totale inkomsten van 2019) in de volledige groep personen van 18 jaar en ouder (werkenden en niet-werkenden) duidelijk lager bij de personen met handicap dan bij de personen zonder handicap. Bij de personen met handicap ging het gemiddeld om 1.557 euro per maand, bij personen zonder handicap om 2.010 euro per maand. Het totaal persoonlijk inkomen van personen met een handicap lag daarmee 23% lager dan het totaal persoonlijk inkomen van personen zonder handicap. Vooral het beroepsinkomen ligt bij personen zonder handicap veel hoger dan bij personen met handicap. Bij het inkomen uit pensioenen of andere inkomens (inkomens voor onder meer arbeidsongeschiktheid, ziekte/invaliditeit en sociale bijstand) geldt het omgekeerde.

Personen met een handicap hebben recht op voldoende en de juiste ondersteuning voor een menswaardig en onafhankelijk leven en voor volwaardige participatie. De ondersteuning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) bestaat uit een divers aanbod van verschillende vormen van zorg en ondersteuning. Personen kunnen sommige van deze ondersteuningsvormen combineren. In totaal kregen eind 2022 106.008 unieke personen een ondersteuning van het VAPH of een zorgbudget.

Zorg, ondersteuning en hulpverlening worden de laatste jaren vaak in één adem met wachtlijsten genoemd. Ook het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap werkt met wachtlijsten voor ondersteuning of een zorgbudget van de Vlaamse overheid. In haar jaarverslag 2022 rapporteert ze een gunstige evolutie van het aantal wachtende uit de groep met de hoogste prioriteit. Het totaal aantal wachtenden daalt evenwel niet.

Evolutie van het aantal wachtende personen per prioriteitgroep (PG)
 31.12.201831.12.201931.12.202031.12.202131.12.2022
Wachtende in PG 11.2571.8291.802328210
Wachtende in PG 21.6162.8263.7775.0346.172
Wachtende in PG 312.19011.48711.04410.59510.345
totaal15.06316.14216.62315.95716.727
Bron: VAPH, Jaarverslag 2022
Scroll to Top