Kinderopvang
Het opvanggebruik voor jonge kinderen verschilt heel sterk naargelang de kenmerken van het gezin. Ouders die werken en ouders met een relatief hoger inkomen maken meer gebruik van formele of informele opvang. Alleenstaande ouders en samenwonende of getrouwde ouders verschillen niet in het gebruik van kinderopvang.
Kinderen die in formele voorzieningen (onthaalouders, kinderdagverblijven) opgevangen worden, verblijven er doorgaans langer dan kinderen die door het informele circuit (grootouders, andere familie, au pair …) opgevangen worden. In de formele opvang wordt de helft van de kinderen meer dan 30u per week opgevangen, in de informele opvang wordt ongeveer 10% meer dan 30u opgevangen.
Het aantal plaatsen in de formele opvang is tussen 2021 en 2022 met 1,6% gedaald. Eind 2022 waren er in 5.989 opvanglocaties 93.128 vergunde plaatsen voor baby’s en peuters, dat zijn 351 locaties en 1.553 plaatsen minder dan eind 2021. Meer locaties stoppen op eigen initiatief (605) dan dat er nieuwe locaties opstarten (302). Er werden ook meer locaties geschorst of opgeheven in 2022 tegenover de voorgaande jaren. De druk op de kinderopvang kwam de afgelopen jaren ook regelmatig aan bod in de media. De daling van het aantal plaatsen doet zich voor in alle Vlaamse provincies. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zien we een stijging van 176 plaatsen.
Van de kinderen tussen 2 maanden en 3 jaar die in het Vlaams Gewest wonen, maakte in september 2022 53,3% gebruik van formele opvang. Dat is op hetzelfde niveau als in september 2021 (53,4%).
Het gebruik van formele opvang varieert naargelang de leeftijd van het kind. Bijna 7 op de 10 kinderen tussen 12 en 30 maanden maakten in september 2022 gebruik van formele opvang. Bij heel jonge kinderen en kinderen ouder dan 2,5 jaar ligt dat aandeel heel wat lager (26,1% bij de baby’s tussen 2 en 5 maanden en 12,7% bij de kinderen van 30 maanden of ouder).