Over Pro2030

PRO2030, op zoek naar de sociaal-cultureel werkers van morgen

Wat typeert de inzet van sociaal-cultureel werkers vandaag, maar ook in de toekomst? Pakweg anno 2030? Een uitdagende vraag. Op zoek naar antwoorden bracht Socius de afgelopen jaren heel wat praktijkwerkers, beleidswerkers, sectorvertegenwoordigers, opleiders en onderzoekers samen. In het onderzoeks- en ontwikkeltraject ‘PRO 2030’ werkte Socius samen met partners uit het jeugdwerk (De Ambrassade), het erfgoedwerk (FARO), de samenlevingsopbouw (SAM vzw) en het lokaal cultuurbeleid (VVC).  

De opvatting over een goede kwalitatieve praktijkvoering door beroepskrachten uit het sociaal-culturele werkveld is, net als onze samenleving zelf, voortdurend in ontwikkeling. In het onderzoeks- en ontwikkeltraject ‘PRO 2030’ anticipeerde Socius samen met zijn partners op belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen voor het toekomstig agogisch handelen van sociaal-cultureel, jeugd-, opbouw-, cultuur- en erfgoedwerkers. Met als resultaat een beroeps- en competentiekader.

Maatschappelijk middenveld onder druk

De ambitie om zo’n toekomstkader te ontwikkelen valt niet uit de lucht. Het sociaal-cultureel werkveld en beroepskrachten staan onder druk. Enkele symptomen wijzen toch in die richting. Het beroep van sociaal-cultureel werkers waaiert al langer uit in verschillende beroepsprofielen: gemeenschapswerker, cultuur- en educatieprogrammator en -bemiddelaar, sociaal-cultureel begeleider, campagnemedewerker, belangenbehartiger.

We observeren bovendien een groot verloop van beroepskrachten in de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. De opleiding naar en de instroom in het sociaal-cultureel werkveld verloopt niet langer meer via specifieke opleidingen sociaal-cultureel werk. Ook andere opleidingsprofielen, historici en taal- en letterkundigen om maar enkele te noemen, vinden hun weg naar het sociaal-cultureel werk. Hogescholen en universiteiten kiezen steeds meer voor een generieke opleiding ‘sociaal werk’. En tegen de achtergrond van een maatschappelijk middenveld onder druk worden sociaal-culturele werkers zelf steeds meer aangesproken om de betekenis en waarde van hun praktijk te duiden.

Wetenschappelijke onderbouwing

Tegen die achtergrond gingen we op zoek naar een ‘future proof’ beroeps- en competentiekader voor sociaal-cultureel werkers. Drie onderzoeken leverde ons daarvoor een wetenschappelijke onderbouwing: een verbeeldingsoefening, een literatuurstudie en een case-onderzoek.

Tijdens een verbeeldingsoefening brachten we elf bedreven sociaal-cultureel werkers samen voor een designworkshop. Via de krant van ‘19 oktober 2030’ plaatsten we hen in een wetenschappelijk onderbouwd toekomstkader en daagden we hen uit om sociaal-culturele praktijken te ontwerpen in antwoord op sociaal-culturele uitdagingen die ze in de krant konden lezen. Hun ontwerparbeid was onderwerp van zorgvuldige observaties.

Via literatuuronderzoek hield Lode Vermeersch (HIVA, KULeuven) het sociaal-cultureel handelen tegen het licht. In opdracht van Socius analyseerde hij de betekenis van het professioneel sociaal-cultureel handelen en bood ons een raamwerk om uit te kijken naar de toekomst van de beroepsinzet. Verder maakte Lode Vermeersch aan de hand van literatuur een overzicht van actuele praktijktheorieën. En hij beoordeelde de mogelijke betekenis van die praktijktheorieën voor het sociaal-cultureel werk van de toekomst.

Ten slotte ging Socius zelf via caseonderzoek in veertien sociaal-culturele initiatieven op zoek naar bouwstenen voor het beroeps- en competentiekader. Na een lange zoektocht ontwaarden we in die cases sociaal-cultureel werkers als vormgevers van sociaal-culturele praktijken. Steeds opnieuw geven zij vorm aan momenten, ruimtes, settings, afspraken, interacties, netwerken of kaders. Zo dragen ze bij aan veranderingsprocessen in een concrete maatschappelijke en culturele context. Daarbij houden zij rekening met de eigen bijdrage van de groepen en de gemeenschappen waarmee ze werken. Ze balanceren voortdurend tussen het verbeelden van een ideale toekomst, het verbinden van relevante actoren en het versterken van de draagkracht en het draagvlak  van de groepen en gemeenschappen waarmee ze werken. Een ondernemende grondhouding, praktische wijsheid en intensieve samenwerking met experten uit andere vakgebieden dragen bij tot effectieve sociaal-culturele praktijken.

Taskforce, begeleidings- en focusgroepen

Van meet af aan kregen we voor gans het onderzoek- en ontwikkeltraject steun van een begeleidingsgroep met daarin onze partners (De Ambrassade, FARO, SAM vzw en VVC) en vertegenwoordigers uit de opleidingen, het onderzoek en het beleid. Zij volgden en adviseerden de verschillende stappen in de constructie van het beroeps- en competentiekader.

Maar zij waren lang niet de enigen die een bijdrage leverden. Steunend op de onderzoeksbevindingen werkte een taskforce aan een eerste ontwerp van het beroeps- en competentiekader. Verschillende beroepsbeoefenaars en opleiders bogen zich over de bouwstenen die het onderzoekswerk opleverden en voegden daar hun eigen ervaring en inzichten aan toe.

Het resultaat van hun werk legden we vervolgens voor aan zes focusgroepen, een groep sociaal-cultureel werkers, een groep coördinatoren van sociaal-culturele organisaties, een groep opleiders, de teams van De Federatie en Socius en de begeleidingsgroep. Elk van die groepen gingen grondig door het ontwerp afgeleverd door de taskforce. Ze gaven hun feedback en aanvullingen. Hun inbreng werd zorgvuldig verwerkt en vertaalt in de uiteindelijke versie van het beroeps- en competentiekader voor sociaal-cultureel werkers.

Op de werkvloer

Eens het beroeps- en competentiekader volledig afgewerkt waren, legden we voor een laatste praktijktoets ons oor te luisteren bij de werkers zelf. In interviews nodigden we verschillende sociaal-cultureel werkers uit om naar zichzelf te kijken aan de hand van het beroeps- en competentiekader. Hun portretten geven kleur en een gezicht aan het beroep van de sociaal-cultureel werkers van vandaag en morgen.  

Adviezen

Alles samen waren bijna 100 personen betrokken bij de ontwikkeling van het beroeps- en competentiekader voor sociaal-cultureel werkers. En het houdt niet op. Vertrekkend van dit kader zullen we samen met partners adviezen voor het overheidsbeleid formuleren, het opleidingsaanbod en de ontwikkeling van organisaties uit het werkveld.

Scroll to Top