22
2025
Stefaan fietst door het welzijnslandschap
Burgerinitiatief, Internationaal, Sociaal-cultureel werken, Vrijwillige inzet
Stefaan Segaert werkt bij Hart boven Hard. Daarvoor was hij aan de slag als buurtopbouwwerker bij Saamo vzw en educatief medewerker bij Avansa Waas-en-Dender. Hij woont in Lokeren en is oprichter van de lokale LETS-groep, van een ecologisch soepkarproject i.s.m. Alderande en was betrokken bij de opstart van Repair Cafés in de regio Waasland.
Voor de Trefdag sociaal-cultureel werk van Socius op 21 november 2024 – Cultuur voor welzijn – fietste hij rond in Vlaanderen en Nederland op zoek naar verhalen over welzijn.
Overzicht artikels
Hier vind je een overzicht van de artikels die Stefaan schreef.
Voelen we ons beter in ons vel na een midweek activisme?
Het Wereldkamp is een laboratorium, een zomerschool en een festival in één. Voor iedereen die vindt dat de wereld duurzamer en rechtvaardiger moet zijn. Het Wereldkamp is een initiatief van Broederlijk Delen in co-creatie met Oikos, De Transformisten, JNM, Labo vzw en RESET.Vlaanderen.
Een goed gesprek over LETS en deugd
In Lokeren komen 12 mensen samen. Sommigen zijn al jaren lid van de lokale ruilhandelgroep, anderen zijn nieuw. Hoe draagt LETS bij aan hun welzijn? Met die vraag gaat de groep aan de slag. Het levert een bijzonder mooie oogst aan verhalen op.
Warme netwerken in Torhout maken een wereld van verschil
In Torhout zorgen diverse initiatieven van Hart boven Hard voor een sterke gemeenschap. Iedereen is welkom en solidariteit staat centraal. Activiteiten zoals een tweedehandskledingwinkel, huiswerkbegeleiding en een jaarlijkse geefmarkt helpen inwoners en nieuwkomers elkaar te ondersteunen en te verbinden.
Armoede uitgelegd aan mensen met geld
Het boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld van Tim ‘S Jongers is een krachtig pleidooi tegen armoede en voor de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen in beleid. Met scherpe kritiek op de meritocratie, maatschappelijke organisaties en het armoedebeleid, biedt het boek een gedurfde kijk op de structurele oorzaken van armoede en roept het op tot actie.
De Kook- en Kunstmaten van Muna
Muna is een sociaal-artistieke werkplaats in Genk waar creativiteit en welzijn samenkomen. Mensen die elders vaak drempels ervaren, kunnen hier deelnemen aan kunst- en kookprojecten, wat hun zelfvertrouwen versterkt en perspectief biedt.
Podium Noord laat bewoners schitteren
Podium NOORD in Den Haag biedt bewoners kansen om via kunstprojecten zoals dans, podcasts en workshops hun talenten te tonen en sociale banden te versterken. Met eigenaarschap voor de deelnemers en steun van lokale initiatieven, draagt het bij aan het welzijn en de culturele verbinding in de wijk.
Bij Kunstpost mag kwetsbaarheid er gewoon zijn
KunstPost in de Haagse wijk Mariahoeve biedt betaalbare atelierruimte en werkplekken voor lokale kunstenaars en sociaal-culturele initiatieven. Met laagdrempelige, gratis activiteiten zoals een kinderkoor en creatieve workshops bevordert KunstPost de leefbaarheid en ontmoeting in de buurt, waarbij kunst dient als basis voor verbinding.
Gestuurde verontwaardiging op de vooravond van werelddag van verzet tegen armoede
Op de vooravond van de Werelddag van Verzet tegen Armoede kwamen in Dendermonde een 50-tal burgers samen, zowel mensen met als zonder armoede-ervaring. Ze bekeken een podcast met armoede-expert Wim Van Lancker en namen deel aan een interactieve sessie door Katrien Voorpoels, met vragen over de arbeidsmarkt, sociale risico’s en ideologische drijfveren.
Artikels
Hier kan je alle artikels lezen.
Voelen we ons beter in ons vel na een midweek activisme?
Over de actieve hoop tijdens en na het wereldkamp
De dingen lopen soms anders dan je verwacht. Ik leer Tom Ysewijn, medewerker systeemverandering bij Broederlijk Delen, kennen via een boekvoorstelling van zijn boek Alleen door Afrika. De schrijver en ngo-medewerker trekt me op een prettige manier in zijn netwerk. Zo beland ik op het Wereldkamp. Eerst organiseer ik een workshop van Hart boven Hard, daarna is er al snel ruimte voor een proeverij over LETSen in Vlaanderen. En voor ik het goed en wel besef, sluit ik aan als nestbegeleider, samen met Erik. Een nest is een soort leefgroep van gemiddeld vijftien mensen die twee keer per dag samenkomen om naar elkaar te luisteren en even in een kleinere entiteit bij te tanken. Zes dagen dompel ik me onder in een bijwijlen activistisch programma op de Hoge Rielen. Naast Broederlijk Delen zijn ook de Transformisten, vzw LABO, Reset Vlaanderen, MO* en Oikos partners.
Op zoek naar linken met mentaal welzijn
Er is een vraag van Socius die al de hele week in mijn hoofd blijft rondspoken. Wat doet zo’n vijfdaagse met de driehonderd deelnemers? Welk effect hebben de vele workshops en lezingen, het samen kamperen en eten, het kletsen en het netwerken op een soms verzopen veld, het zeveren en het ernstig zijn met mensen die je voor het eerst ontmoet? Wat doet zo’n kamp met de mindset van de deelnemers? En met mijn mindset? Wat betekent het om Iedereen is van de wereld en Imagine te zingen in een bomvolle circustent? Wat doet zo’n repetitief collectief ritueel anno 2024 met ons?
Laat ik al die vragen eerst bij mezelf onderzoeken.
- Het kamp heeft me een energieboost gegeven, zowel voor Hart boven Hard als voor mijn eigen engagementen in Lokeren.
- Ik heb intens genoten van het activisme en de vastberadenheid van de vele begeleiders en kampbewoners. Ik denk terug aan de 19-jarige Oscar die zijn inzichten over klimaatrechtvaardigheid deelt na een verblijf van vijf maanden in een patrouilletent in Colombia.
- Op zo’n kamp wordt ook het zware leven gedeeld: de uppercut van een burn-out, een taaie vechtscheiding, het verdriet van een recent overleden vader, een toxische werkrelatie, de uitputting bij een moeilijke opvoeding, de pijn van existentiële eenzaamheid … Vaak leerde ik mensen van het Masereelfonds of 11.be kennen, en was er niet alleen de professionele synergie, maar ook het deugddoende intermenselijke uitwisselen. De weide werd een sociale en politieke arena.
Wat ik meen te zien en te horen bij anderen
Ik deel de treinreis terug met Liselotte en Nora, allebei zijn ze zeventien jaar. Ze namen voor het eerst deel aan het Wereldkamp. Nora start binnenkort met een bakkersopleiding, Liselotte wil sociaal-cultureel werker worden. Ze praten enthousiast over de sfeer, over het contact met de andere ‘jonkies’, over de workshops zoals boomklimmen, zelf linosnedes maken of je t-shirts batiken, over een film die hen heeft geraakt …
Ik denk terug aan drie klimaatjongeren (zo noemden ze zichzelf) in mijn eigen workshop van Hart boven Hard. Ze uitten hun teleurstelling over de gedoofde klimaatmarsen en de slechte verkiezingsresultaten. Ze voelen dat ze nog met weinig zin actie ondernemen. “Zonder jullie was er geen Green Deal”, vertelde Dirk Holemans (Oikos) in de ochtend. Misschien pept het wat op? Mia is Grootouder voor het Klimaat en spreekt de jongeren moed in, ze bedankt ze ook uitdrukkelijk en getuigt dat ze altijd zal supporteren voor de vele Anuna’s van de wereld. Dat ze het straatprotest zal delen met hen.
Ik sta uren af te wassen met Liesbeth van Kortrijk en Sarah van Zwevegem. We vertellen verhalen in het plat West-Vlaams. Over de studenten van ‘den IPSOC’ waar ik zelf ooit naar school ging en waar Liesbeth onder andere stagiairs begeleidt. We bedenken strategieën om ze naar het Wereldkamp te loodsen. Dit kamp is immers een mooi cadeau én een labo voor kritisch burgerschap tegelijk.
Leren van de nieuwe voorstelling van Mieke-Clara en Steven
Zowel verdriet, woede, angst als actieve hoop krijgen een prominente plek in een try-out theatervoorstelling op dinsdagavond. Het zijn ongetwijfeld herkenbare gevoelens voor wie de krant leest, naar het nieuws kijkt, klimaatrapporten doorneemt … Niet alleen de aarde snakt naar rust, maar ook veel activisten dreigen in het rood te gaan (zo krijgt Code Rood een zeer dubbele betekenis), uitgeput te raken. Het Wereldkamp wil een plek zijn om na te denken (en actie te voeren) over hoe we de planeet kunnen helen, de toekomst kunnen hacken, hoe we elkaar in het verzet (een verzet dat best past bij wie we zelf zijn) kunnen aanmoedigen, inspireren, uitdagen … Ook dat is volgens mij een vorm van positieve mentale welzijnsinjectie. Het zijn klanken die ook worden gedeeld op de evaluatie op de vijfde dag tijdens ons laatste nestmoment.
Een deelneemster huilt na afloop van een debat, ik zie twee mensen links en rechts van haar luisteren en schouderklopjes geven. Het raakt me, omdat het een prachtig beeld is van verbondenheid, hier in de vorm van troost en échte nabijheid. Solidari-teit is ook: tijd maken voor elkaar en voor verdriet.
Uitsmijter
Klimaatverstoring is een van de grootste bedreigingen voor het leven op aarde. Maar een Wereldkamp geeft moed, schudt wakker. Het biedt een platform voor het delen van verhalen voor de toekomst, het smeden van allianties of nieuwe vitale coalities, het versterken van verbeelding … Ook Hannah Arendt zou zo’n enthousiaste biotoop van debat hebben toegejuicht.
Ik lees voor de tweede keer Andersland – In de voetsporen van Thomas More van Erik De Bom en Toon Van Houdt. Is het Wereldkamp een voorbeeld van ‘euchronia’ (p. 194), een goede tijd die nog niet is begonnen, maar wel dichterbij komt?
Lees ook de blog over het Wereldkamp door Tom Ysewijn op allemaalpolitiek.be
Een goed gesprek over LETS en deugd
Over het goed gevoel bij LETS Durme
Ik heb een fijne herinnering aan de halve EK-finale Frankrijk-Spanje, maar de babbel in mijn achtertuin over LETS en welzijn gaat dieper. Die blijft langer hangen, is breder en doet er echt toe.
We zijn met twaalf mensen. Een deel kent de lokale ruilhandelskring al van het eerste uur, dat wil zeggen dat ze al sinds 2005 bij LETS Durme zijn. Anderen zijn nieuw in de LETS-gemeenschap. Wesley van LETS Vlaanderen is er ook bij, net als de nonkel van Jan die nog twijfelt om zich aan te sluiten bij onze groep.
Een gesprek dat er toe doet
Ik vraag aan de twaalf mensen om vijf effecten van LETS op te schrijven die voor hen van toepassing zijn. Recent of langer geleden. Er volgt een eerste mooie en rijke oogst.
Een kleine greep uit het aanbod dat op knalgele of dieproze post-its wordt geschreven: een gevoel van weelde, ondersteuning, nabijheid, warmte … Iemand schrijft dat ‘als je met iets zit, je in de groep om verduidelijking kan vragen én krijgen’, zo’n LETS-gemeenschap zorgt voor mentale opheldering, dat geeft gemoedsrust. Veel mensen noteren dat elkaar helpen en bijstaan via LETS hen een goed gevoel geeft. Het voelt nuttig, zinvol en verrijkend aan. LETS geeft meer zin aan het leven.
LE(T)SS is more…
Nu het ijs gebroken is, zijn er ook diepere vragen.
Jeroen, die er niet bij is, mailde op voorhand enkele existentiële vragen:
- Hebben we genoeg verbinding met wat onze echte behoeften zijn?
- In welke mate draagt letsen bij tot het vervullen van onze behoeften?
- Wat drijft/motiveert ons om lid te zijn van Lets?
- In welke mate slagen we erin om het materiële niveau te overstijgen?
- Slagen we erin een community te vormen waarin iedereen zichzelf kan zijn, we elkaar helpen en tegelijk ook ijveren voor een betere wereld?
- En versterken we elkaar in onze ambities voor meer menselijkheid en solidariteit?
- Bieden we voldoende kansen voor echt sociaal contact en het laten groeien van onderlinge relaties?
Daarmee gaan we in de tweede ronde aan de slag. Ik vraag aan de deelnemers om een bijzonder verhaal te delen waarin LETS en positieve welzijnseffecten samenkwamen.
De voorbeelden tonen aan wat ons echt deugd doet binnen de vele LETS-contacten. Samen een tuin onder handen nemen in Wachtebeke en genieten van een dampend bord spaghetti. Bij afscheidsvieringen van een LETS-er of familie van LETS-ers zijn er altijd heel veel steunbetuigingen uit de groep of we zijn aanwezig op begrafenissen. Soms overvalt de paniek me als ik moet opruimen, de hulp van LETS maakt het leven lichter, het voelt echt steunend aan.
Christine getuigt over de stormschade in 2016, ze vertelt het alsof het gisteren plaatsvond. Een LETS-er kwam haar veluxraam afschermen, ze is daar nog altijd diep dankbaar voor. Het gedragen gevoel, de verbinding in de miserie of in de angst voor een volgende hagelbui.
Margot had door een ski-ongeval last van gekneusde ribben. Ze deelde haar ongerustheid om terug te moeten werken in een mail. De bemoediging, maar ook de vele gedeelde ervaringen gaven haar vertrouwen om terug de draad op te pakken. LETS heelt, omdat ze deelt.
Voor Bart staat LETS synoniem met ‘de dingen die er echt toe doen’, LETS helpt hem het echt belangrijke van het onbelangrijke te schiften. Door LETS leeft Bart veel onthechter, hij laat dingen nu meer op zich afkomen. Het hele ruilhandelsgebeuren is voor hem als rondwandelen in een museum en kiezen welk schilderij je mee naar huis neemt.
Help, I need somebody, not just anybody
Een mooi mantra dat vaak terugkomt – Hubert geeft er passende taal aan – is het basisgevoel van LETS: elkaar helpen, daar draait het om. En doordat we anderen kunnen helpen en weten dat we zelf ook hulp kunnen vragen, voelen we een fijn ‘genoegen’ zoals in de zin ‘het was me een genoegen’.
LETS geeft in de breedste zin van het woord ook een podium. Soms heel letterlijk, omdat je muziek kan spelen of je gedichten kan voorlezen, maar ook omdat jouw unieke talenten worden gezien. Je kan ze etaleren of ten dienste stellen zonder daarmee te koop te lopen.
Tijd
Nog zo’n mooie quote die al pratend op tafel belandt: ‘Niemand heeft tijd, LETS wel.’ Het lijkt wel een contradictie. We kunnen soms niet op onze buren of familie beroep doen, maar omdat we ons collectief hebben georganiseerd in een talenten- of tijdsbank wordt er plots van alles mogelijk. Zo gaan wensen in vervulling, worden behoeften ingelost, ontstaat er solidariteit …
Broeihaard van actie
Marian gaat terug naar de ervaring van samen het boekenruilrek te organiseren. Zonder de vruchtbare humusgrond van LETS zou dit nooit gelukt zijn. LETS is een biotoop waar veel wordt opgeroepen. Om nu zondag mee te doen aan the Big Jump, om een solidariteitsmoment rond Palestina bij te wonen, een applausactie van de Fietsersbond te versterken. Je kan binnen LETS geen verkeerde vragen stellen, geen voorstellen doen die het daglicht niet mogen zien …
Welke werkwoorden blijven hangen?
We sluiten af met een rondje. We peilen naar werkwoorden, sociologische termen of waarden die we verbinden met LETS.
Bereidheid, teamwork, sociaal voet aan de grond krijgen, sociaal weefsel, aanwakkeren van elkaars talent, elkaar bemoedigen en waarderen … De deelnemers zijn het er ook over eens dat het fijn is dat LETS zich uitstrekt over nagenoeg alle levensterreinen. Van een verstopte pompbak tot advies bij een belangrijke beslissing of steun bij een verjaardagsfeest. The sky van LETS heeft werkelijk geen limieten.
Afsluiting
Christine blijft nog even in de tuin om de zwarte bloedrijpe jostabessen te plukken. Ik geef Paule een ruiker bloemen mee die toevallig op onze oprit belandde. Lea liet nog weten dat ze van LETS al veel morele steun heeft mocht krijgen. Iris en Ann spreken af om na deze babbel nog verder te praten.
LETS leeft en heeft veel potentieel. De vraag over LETS en welzijn kan alleen maar met een overdonderende hoeveelheid mooie verhalen worden beantwoord.
We roepen elkaar nog op om naar het LETS Vlaanderen-feest op 7 september in Kortrijk te gaan. We saven met z’n allen de datum.
Warme netwerken in Torhout maken een wereld van verschil
Kernvrijwilliger Marijke steekt op het einde van een hartverwarmende, verbindende potluck nog een prachtige flyer in mijn handen waarop staat wat Hart Boven Hard Torhout allemaal doet. De verandering is ook hier een kwestie van doen.
Ik sluit aan op een picknick in het hart van West-Vlaanderen op zondag 18 augustus. Rebelle – dat instaat voor een sterk huiswerkondersteuningsaanbod – organiseert mee.
De harte-robe
Christine steekt van wal over de Harte-robe, een laagdrempelige modieuze tweedehandskledijwinkel. De plek vervult een concrete nood, de scheiding tussen gebruikers en vrijwilligers loopt bewust op een dunne lijn, iedereen is welkom om mee kledij op te hangen en te sorteren. Er zijn veel helpende handen in het omgebouwde kantoor van een voormalig VDK-kantoor.
Kledij komt binnen via burgers uit Torhout en de omgeving, maar ook via winkels met overschotten. De vrijwilligersequipe is trouwens snel gegroeid: van 7 naar 30 betrokken en solidaire handen.
Vele babbels
Muna komt uit Syrië, ze woont nu vier jaar in Torhout met haar ouders. Waarom Hart boven Hard belangrijk is? “Het is belangrijk om een deel van de samenleving te zijn”, antwoordt ze. Hoe raak kan een antwoord zijn? Muna bakt brood in de lokale supermarkt, ik beloof haar eens langs te komen.
Layal komt uit Gaza, ze heeft werk gevonden in het ziekenhuis Sint-Jan in Brugge. Haar zoon van 9 is trots op zijn gele karategordel. “Torhout is een rustige stad om te wonen”, zegt de krachtige vrouw en moeder. Als ze tijd vindt, helpt ze mee op de jaarlijkse geefmarkt van Hart boven Hard. Marijke en andere vrouwen vangen haar kleinste op, zodat Layal haar werk kan behouden. Solidariteit heeft hier een zeer concrete smoel.
Huiswerksteun
Ik heb een lang gesprek met Iftara van Rebelle die hard en hart betrokken is bij de huiswerkbegeleiding. 40 kinderen worden in de bibliotheek het hele schooljaar door ondersteund met rekenen, met taal … Er is een warme band met de ouders. Ik vraag Iftara welke welzijnseffecten hun aanbod heeft, ze steekt van wal met een krachtige opsomming.
De kinderen voelen zich meer zelfzeker, maar ook ouders bloeien mee open. In die vier jaar dat ze bezig zijn, durven ze meer vragen te stellen, ook aan het bibliotheekpersoneel bijvoorbeeld. Hun verhoogde betrokkenheid geven Iftara en de vele vrijwilligers een boost om door te gaan.
Als vrijwilliger kan je kiezen om je op het ondersteunen van huiswerk te focussen, maar vaak worden er banden gesmeed die veel verder gaan. Huiswerkbegeleiders worden dan échte buddy’s die nieuwkomers wegwijs maken in de complexe en vaak erg nieuwe samenleving. Robuuste netwerken maken een gigantisch verschil voor je mentaal welzijn. De Nederlandse armoede-expert Tim ’s Jongers schrijft daarover in Armoede uitgelegd aan mensen met geld op pagina 80: “Van de mensen die hun shit niet kunnen uitsourcen, en de overheid dus nodig hebben om het te redden, wordt paradoxaal genoeg het meeste instantiekapitaal verlangd. Ze hebben met eindeloos veel formulieren, regels, loketten, hulpverleners (…) te maken”. Om te weten hoe de overheid werkt, waar je precies moet zijn en hoe je het beste met instanties kan communiceren is een buddy geen overbodige luxe natuurlijk …
We discussiëren over de zin en onzin van huiswerk. Iftara stelt dat huiswerk geen oorzaak van stress mag zijn voor kinderen en ouders, met Rebelle zoeken ze naar manieren om dat evenwicht aan te kaarten met het beleid en de lagere scholen. Aanvullend op het aanbod tijdens het schooljaar is er ook nog Zomerlezen in de grote vakantie. Er wordt op geen solidaire inspanning gekeken in Torhout.
In de missie van Hard boven Hard Torhout lees ik dat ze “mensen willen samenbrengen, zonder drempels”. Het is duidelijk dat die warme verbindingen een enorm verschil maken in Torhout.
Tussendoor en terugreizend
Ik leer ook Marc en Magda kennen, een kersvers koppel. Hier gewoon samenzijn is de essentie. Een warme ontmoeting mogen we nooit minimaliseren, maar diep koesteren. Bjorn en Elie tonen YouTubefilmpjes van Dreun XL, ze definiëren zich met zichtbare trots als bruutrock en traden al op in de Trix en op de Gentse feesten.
Tim ’s Jongers heeft het uitgebreid over het belang van terug grip hebben op je leven, ik bedenk me hoe de vele solidaire burgers van Torhout daar prachtig werk bij leveren.
‘Armoede uitgelegd aan mensen met geld’
Waarom ik zo enthousiast ben over dit boek?
Dient het nog gezegd: armoede knaagt aan onze samenleving. De gevolgen zijn ernstig: ‘ongelijkheid binnen de samenleving, maatschappelijke onvrede én wantrouwen in de overheid en onze democratie’ (15).
Het nieuwste boek van onderzoeker en schrijver Tim ’s Jongers baadt in een sfeer van ‘constructieve woede’, naast een scherpe aanklacht tegen armoede is het ook een krachtig pleidooi om ervaringsdeskundigen in de armoede maximaal te betrekken in sociaal beleid. De schrijver maakt de lezer ook nieuwsgierig naar goede praktijken uit pakweg Den Haag (zijn thuisbasis), Groningen of programma’s op landelijk niveau. ’s Jongers heeft ook een tijd in Antwerpen gewoond, gewerkt, gestudeerd wat het boek ook een Belgisch tintje geeft.
Het persoonlijke is politiek
Er zijn veel parallellen met het autobiografisch-politieke werk van de Franse schrijvers Edouard Louis en Didier Eribon. Tim ’s Jongers heeft hele rauwe armoede gekend en dat maakt het boek zeer geloofwaardig, erg authentiek, ‘met kennis van zaken spreken’ was nog nooit zo toepasselijk. ’s Jongers kent de nachtopvangcentra van binnenuit, heeft een scherp oog voor de wanverhoudingen op de arbeidsmarkt omdat hij zelf in dat segment arbeid verrichtte, hij tilt bovendien veel verhalen van andere mensen met armoede-ervaring op een structureel niveau. In één adem voegt hij er aan toe dat veel mensen die armoedebeleid uittekenen ‘geen bal van armoede snappen’.
Hoofdlijnen
In een interview in De Standaard van 28 juli 2024 legt hij het begrip ‘clusterfuck’ uit: ‘Geldgebrek weerspiegelt de oppervlakte (van armoede, nvdr), niet de diepte van het probleem’. Hij vervolgt: ‘Sommige mensen kunnen gewoon niet mee. Een structureel gebrek aan geld leidt ertoe dat je moeilijker kunt studeren, minder sociale contacten hebt en dat je meer risico hebt op mentale problemen, sociale uitsluiting en schaamte’. Het zijn dezelfde echo’s van wat Louis ‘structureel geweld’ noemt, zo magistraal beschreven in ‘Veranderen: methode’ en ‘Weg met Eddy Bellegueule’.
Er is ook een ruimtelijke dimensie: de armste wijken zijn ook de ongezondste, de stress is er het hoogst, aantasting van armoede en mentale gezondheid worden scherp gelinkt.
In een beklijvende epiloog getuigt hij: ‘Al ben ik nu bestaanszeker, de littekens op mijn lichaam en ziel zullen nooit verdwijnen’ (168).
Armoede is voor ’s Jongers multidimensionaal. Hij kijkt holistisch naar bvb. verslavingen: “ze zijn doorgaans het gevolg van trauma’s, van onverwerkt verdriet en van het pijnlijke gevoel alleen op de wereld te zijn” (145). Hij verbindt de diplomakloof, de gezondheidskloof en de vertrouwenskloof naadloos met elkaar. Het zal u niet verbazen dat hij ook komaf maakt met het meritocratische geloof dat de schuld van armoede bij het individu legt. Geen wonder dat zowel Wim Van Lancker als Paul Verhaege mee enthousiast zijn over dit boek.
Het boek is ook scherp voor veel maatschappelijke organisaties: ze zijn ‘uitgegroeid tot een verlengstuk van het verkeerde overheidsbeleid’ (161). Voor ’s Jongers zijn ze veel te stil: ‘Geen woede, geen vol Malieveld, geen blokkades aan de poorten van overheidsgebouwen en geen mars tegen armoede of bestaansonzekerheid’ (162).
Een scherpe nieuwe metaforische taal
De taal van het boek is scherp, fris, no nonsense. ’s Jongers lanceert nieuwe begrippen als mathilda-effect, armoedetaylorisme, articulatiemacht, de outsorcingklasse. Wie bemiddeld is kan zijn shit outsorcen, wie arm is kan dat niet of nauwelijks. Woorden zijn belangrijk.
Bovendien slaagt het boek erin om op een zeer leesbare en toegankelijke manier tal van wetenschappelijk onderzoek uit buiten-en binnenland mee een plek te geven in een aanklacht rond armoede. ‘s Jongers refereert zelfs historisch naar de Hongerwinter op het einde van de Tweede Wereldoorlog en de stresserende gevolgen daarvan vandaag. Zei ik al dat dit op meerdere vlakken een beklijvend en intelligent boek is?
Armoedebal in het juiste kamp leggen
Er is veel wat ’s Jongers hekelt. Hij fulmineert dat bijna niemand bezig is met dé armoede maar wel met ‘kinderarmoede, beweegarmoede, voedselarmoede, digitale armoede, fietsarmoede (…) en noem maar op’ (85). Elk overheidsafdelinkje zijn eigen verantwoordelijkheidje. ’s Jongers ergert zich ook aan armoedeporno, aan de gedachte dat armoede ook positieve effecten zou hebben …
Het boek schuwt de grote politieke vragen niet: voor de twintig procent mensen met langdurige multiproblemen zou het goed zijn om een Bijzondere Overheid te ontwerpen, hij noemt dat ‘een organisatie die gericht is op het voorkomen van erger’.
Nog meer systemisch klinkt het op pagina 162: ‘Om armoede daadwerkelijk te voorkomen, te bestrijden en om mensen die in armoede leven perspectief te bieden, hebben we een massa van constructief woedende burgers nodig. Om dat te bereiken zullen mensen met geld hun denk-en mensbeelden moeten bevragen, want wij zijn het systeem en wij zijn de overheid’. F**k meritocratie!
Kritisch – de vragen over de vragen
Het boek doet voortdurend naar adem happen. Veel onderzoek dat passeert is ronduit schokkend en maakt je kwaad als lezer. De persoonlijke verhalen –zeer kwetsbaar, zeer eerlijk, zeer ontwapenend- van ’s Jongers zijn verweven met de aangehaalde goede praktijken, de schrijver is immers geen fatalist maar wil samen met velen in de modder staan om armoede te bannen, in Nederland en elders. Het boek roept veel engagement op. Het zet ook de schijnwerpers op moedige burgers die armoede kennen en tegenmacht opbouwen.
Er zijn ook voortdurend de vragen onder de vragen , daarom is het goed dat we studenten sociaal werk (en anderen natuurlijk) dit boek maximaal laten lezen zodat ze de diepte van armoede leren zien. Wat maakt dat mensen ongezond leven? Welke maatregelen zijn effectief? Welk beleid duwt groepen in armoede nog dieper in de shit? Is eenzaamheid vooral niet: het gevoel hebben niet van betekenis te zijn? Waarom is mee onderzoeken en meepraten van ervaringsdeskundigen zo essentieel voor beter armoedebeleid? Waarom vinden zoveel mensen hun weg niet in het voorzieningenweb? Waarom moet de chronisch zieke buurvrouw van Tim ’s Jongers telkens opnieuw een ‘mondeling examen van ellende’ afleggen? (82)
Wat te doen?
Anno 2024 schreef Tim ’s Jongers een eigentijdse ‘j’accuse’ (boek van Emile Zola), een aanklacht die als een mokerslag leest voor niet-nabij, wereldvreemd, betuttelend, beschuldigend beleid. Iemand nog een adjectief?
Wat te doen?
Als bewegingsmedewerker van Hart boven hard waarbij één van de tien hartenwensen (speerpunten) ‘stop armoede’ is zie ik het als mijn taak om dit boek onder de aandacht te brengen. Om dus ook Tim ’s Jongers naar Vlaanderen te halen. Desnoods ga ik het fietsend naar Den Haag persoonlijk vragen.
Een ander boek van ’s Jongers dat genoemd wordt is ‘Beledigende broccoli’, ik schaf het snel aan. Meer Tim in een politieke sfeer van sociale verkilling is nodig.
Bij de Vlaamse en federale formatiebesprekingen hoorde ik tot op heden amper een woord vallen over krachtige armoedebestrijding. Hoe krijgen we de grote lijnen van dit boek aan de onderhandelingstafel?
Tot slot wil ik de Moerwijk en het Transvaalkwartier in Den Haag bezoeken. Het zijn de armste wijken van de stad. Wat kan zinvol sociaal werk daar doen? Ik wil dat in een artikel voor Socius gieten.
En zouden we geen leesgroepen opstarten?
De Kook- en Kunstmaten van Muna
Ilse is een geweldige spraakwaterval, groot hart, snelle tong, een strijdbare geest. Een Limburgs contact op het Wereldkamp van Broederlijk Delen (Ine Ubben, als theatermaker ook kind aan huis bij Muna) bracht me in contact met Muna/Het Steger vzw in Genk.
Muna bestaat al sinds 2015. Ilse –founding mother- heeft veel kilometers op de teller. Ze verdiende haar strepen in de psychiatrie, daarna runde ze een creatief atelier bij MFC Bethanië , als ergo+creatief therapeute verzette ze bakens.
Muna is een sterke mix
Na bijna drie uur babbelen, tonen, uitleggen, duiden ben ik er nog niet helemaal uit of ik in een laagdrempelig kunsthuis, een vurig burgerinitiatief, een warme sociaal-artistieke werkplaats heb vertoefd, het is ongetwijfeld een mix van dat alles.
Het oude beschermde gemeentehuis van Genk is herschapen in een levendige creatieve hub in het hart van de stad, het huis wordt gedeeld met andere sociale organisaties. Er wordt gemusiceerd, keramiek gebakken, je kan er schilderen, koken, op verhaal komen. Gesprekken voeren die er toe doen.
Deelnemers – woorden zijn belangrijk – komen van overal, de werking is niet voor één welomlijnde groep. Wel hebben de deelnemers gemeen dat ze op andere plekken door de mazen van het net vallen of te veel drempels ervaren. Voor de meeste deelnemers is de moeilijkheidsgraad van het leven ook erg hoog.
Bijna alles wat hier gebeurt, wat wordt gebakken, gestoomd, gesneden, geschilderd, genaaid, in potjes gedaan … heeft een effect op mentaal welzijn. Veel van de activiteiten spelen zich trouwens ook buitenshuis af.
Belangrijke insteek: creatief bezig zijn is goed voor iedereen, ook of zeker voor mensen die daar lange tijd de kans niet toe hadden, op straat hebben moeten overleven, ook vandaag semi- of full thuisloos zijn.
‘be the change you want to see in the world ‘ klinkt het bij Ilse.
Geen weekkalender
Wat me ook opvalt en me erg charmeert: er is geen vaste weekkalender. Als de frambozen van een belendende tuin rijp zijn worden die geplukt voor jam, als de wafels op zijn worden er nieuwe gebakken, als het onkruid welig tiert op het terras-zonder-vaste-vorm (er wordt vaak buiten getafeld zodra het kan) wordt er geschoffeld en gewied. Daarnaast volgt elk project zijn eigen ritme. Groeien experimenten naar wekelijkse workshops als daar behoefte aan is. De deelnemers kiezen: komen ze wekelijks, af en toe of duiken ze na een intensieve periode terug op als er zich terug lastigheden in hun leven voordoen en ze houvast nodig hebben.
Het is knokken om de nodige centen. Vzw Muna past niet altijd in de uitgestippelde beleidskaders. Er zijn aspecten van zorg, kunst, cultuur en natuur, er wordt zelf geschapen gecreëerd maar ook geproefd van wat een schouwburg, de zee of Pukkelpop te bieden heeft.
Mensen die voor het eerst bij Muna over de vloer komen zijn vaak de weg kwijt en ‘hulpverleningsmoe’. “Wat ons interesseert is hoe we hun kunnen ondersteunen, veel bezoekers lopen immers op alle levensdomeinen vast”, stellen Ilse en haar team vast. Ook hier lopen mensen in Genk lopen vast in wat de Nederlandse Tim ’s Jongers de ‘wirwarverzorgingsstaat’ noemt. Goed luisteren is essentieel. En vooral de vraag onder de vraag zoeken en er iets mee doen.
Zowel met dringende kwesties –een uithuiszetting bvb- als cultureel talent dat weinig kans kreeg gaan ze bij Muna aan de slag. Het één versterkt het andere. Wie een passie vindt bij het pottenbakken ervaart meer zelfvertrouwen, zit beter in zijn vel, ziet weer perspectief en krijgt positieve energie.
Pleisterplek
Op deze pleisterplaats en rustpunt moeten mensen kunnen landen. In een veilig, flexibel, duidelijk, nabij en vertrouwenwekkend kader.
En Muna is geen eiland. Ze is ontzettend diep en breed vertakt en geworteld inGenk, in Limburg tot aan zee. Een hotelbaas biedt al eens onderdak aan een koppel op straat, er is afstemming met ‘De Sfeer’, een vereniging waar armen het woord nemen, het Over Kop-huis komt hier wekelijks voor keramiek, er zijn co-piloten in huis van Integra, Katarsis, Caw , Liss,het veiligheidshuis, Ligo..
Waar droomt dit verhaal van?
De maatschappij moet inclusiever. Kafka moet worden verbannen uitadministraties het sociaal huis, een academie zou voor iedereen vlot(ter) toegankelijk moeten zijn en hoe kan een woonmaatschappij ook de bril opzetten van een persoon die af en toe kampt met psychose of verstandelijk beperkt is …
Door te doen, door een werking uit te bouwen, door heel enthousiast en flexibel in te zetten op ‘dingen van het dagelijkse leven’, koken, wandelen, muziek (zowel individueel als in groep), vanuit passie, sectoroverschrijdend wil Muna ook bakens verzetten. In regelgevend kader van het VAPH, zijn ze een pilootproject voor rechtstreekse hulp ( RTH ). Voor mensen met een ( vermoeden van ) beperking zetten zo innovatieve projecten op. Ook door op te komen voor medewerkers wiens rechten geschonden zijn wil Muna structureel wegen op beter beleid voor kwetsbare groepen in Genk.
Maizena
Muna wil niet overnemen wat al bestaat maar eerder maïzena zijn in Genk en omgeving. Het huis wil een plek zijn ‘voor elk wat wils’, morgen gaan tien deelnemers met goedkopere tickets via Vrijuit naar de weide van Kiewit, deze week reed een medewerker met twee deelnemers naar zee, er wordt gezocht hoe een succesvol project met twaalf muzikanten kan blijven bestaan. Muna schakelde zich in via ‘ Atelier in beeld ‘ van Kunstwerkt in Open Ateljees in een drukbezochte expositie van amateurkunst in Genk … , het grote open atelierweekend voor beeldende kunstenaars in heel Vlaanderen en Brussel. Ze willen daarbij gewaardeerd worden om hun intrinsieke kunst, niet als een plek van ‘outsiders’ , het zijn kunstenaars die hun werk tonen, geen patiënten.
Napraten zonder af te ronden
We praten nog na over de Lokerse soepkar van Alderande, over de noodzaak van de fietsafstand om goed te kunnen LETS-en of lokaal ruilen, over een verkokerde ambtenarij en de frictie met een holistische organisatie, over de komende verkiezingen … Ilse steekt me nog een potje paardenbloemgelei toe. Op het etiket staat: ‘met liefde gemaakt door de geleimakers van Muna’. Dat vat het allemaal samen.
Het is fijn kersen eten en paardenbloemen plukken met Ilse …
Podium Noord laat bewoners schitteren
Djadi geeft me een korte, maar oh zo krachtige rondleiding bij Podium NOORD. De voormalige kindercrèche zit mooi gevangen tussen de hoogbouw op Mariahoeve in Den Haag in een groen decor van hoge bomen. Kernwoorden van de stichting zijn: kunst, cultuur en community. We bevinden ons in een armer volksdeel van de bestuurlijke hoofdstad van Nederland.
Het is ronduit fascinerend wat me in drie kwartier allemaal wordt toevertrouwd. De organisatie doet me denken aan een mix van Victoria Deluxe, de Unie der Zorgelozen, ’t Klein Verhaal en De Vieze Gasten.
Cultuur maak je samen
Djadi is sterk doordrongen van het outreachen. Het is geen modewoord voor haar, maar ze is er diep van overtuigd dat je cultuur kan/moet opbouwen mét bewoners. En ze illustreert dat overvloedig. Ze steekt haar tentakels uit aan schoolpoorten, bij senioren op appartementen op drie hoog, bij Clifton van de Caribische gemeenschap …
Als er culturele projecten worden opgestart, ligt er maximaal eigenaarschap bij wie de vraag naar ondersteuning stelt. “Dat is ook een garantie op duurzaamheid, op blijvende impact”, stelt Djadi.
Psychische kwetsbaarheid, vereenzaming, sociaal isolement …, het is vaak een deel van de realiteit in de wijk. Podiumkansen bieden, faciliteren via allerlei experten op vlak van dans, podcasts maken, creatief schrijven … en daar uitstraling aan geven is het DNA van Podium NOORD. “Onze missie is om te verbinden”, klinkt het uit ieders mond. En dat blijkt ook uit zo veel mooie daden.
Napraten met Elly
Ik praat nog na met Elly Hajian, de zeer toegankelijke en visionaire directeur. Ze kijkt optimistisch naar de vele transities die ook in Nederland bezig zijn. Haar job bestaat er onder andere in om met de wethouder van cultuur en allerlei stakeholders koffie te drinken, voor budgetten te ijveren, samen lijnen uit te tekenen, maar vooral ook de werkers van haar team te faciliteren, vertrouwen en ruimte te geven, niet te beknotten maar vleugels te geven.
In Den Haag is er een scherpe segregatie tussen een rijk en arm bevolkingsdeel. Dat weerspiegelt zich ook in de budgetten. Er gaat verhoudingsgewijs veel geld naar artistieke programmatie voor het rijkere bevolkingsdeel van de stad. Groepen verbinden met elkaar en cultuurbudgetten herverdelen is volgens Elly een lastige uitdaging in Den Haag.
Projecten die verbinden en verrassen
Doel van Podium NOORD is om ‘medestadsdeelgenoten te leren kennen’. Ze wil ‘naadloos aansluiten bij de culturele behoeften van de bewoners van het Haagse Hout, de programmatie leest erg verfrissend en verrassend. Op een seniorenfestival is er Oost-Afrikaanse muziek én zijn er workshops rond valpreventie.
Er is geld gevonden voor een podcast met ervaringsdeskundigen op het gebied van psychische kwetsbaarheid, een buurtbewoner is daar de drijvende kracht achter. Ik noem Dirk De Wachter, ‘onze verdrietdokter’ is goed bekend bij Djadi. Ik breek nog een lans voor LETS en vertel over de heilzame effecten van een lokale ruilhandelskring, Djadi luistert met grote oren.
Het gesprek – nu ook met Monique, Elly en Daniella – gaat met een rotvaart.
Enorm netwerk
We maken sprongen, zijsprongen en bokkensprongen. Naar de lokale politieke coalitie, naar stadsmakers in Rotterdam, naar begrippen als ‘activering’ en het maken van een kortfilm van Jong Noord, naar een Swahili Festival op 14 december …
Er is oog voor artistieke kwaliteit, de lat wordt zo hoog als mogelijk gelegd. Maar tegelijk is er ook oog voor een groot eigenaarschap. Podium NOORD is genetwerkt met enorm veel, maar ook met veel welzijnsvoorzieningen. Er wordt niets vanachter een bureau geprogrammeerd, ontwikkeld of bedisseld. Podium NOORD wil de schotten tussen welzijn en cultuur slopen.
Op het einde wijst Elly me nog op een belangrijke slagzin van Podium NOORD: “Words start to loose value when actions don’t match”.
Eentje om mee te nemen naar Lokeren!
Bij Kunstpost mag kwetsbaarheid er gewoon zijn
“Iedereen is kwetsbaar”, zegt Hubertine, “maar bij KunstPost is dat geen punt. Het maakt je vaak juist kwetsbaar om daarover te praten en dat te tonen.”
De toon is meteen gezet. We praten anderhalf uur lang. Hubertine toont me de ateliers en werkplekken van de aangesloten kunstenaars en sociale initiatieven in het pand. Zelf is ze zeepmaker en fotografe. Anderen in het gebouw schilderen, maken sculpturen van was die ze in brons gieten, bieden kinderen creatieve workshops aan … In een andere ruimte is er een muziekschool waar ze onder andere drum-, gitaar-, piano-, viool- en ukelelelessen geven. Zelfs compostbakkers maken deel uit van de bonte artistieke bende. Wat hen kenmerkt: ze wonen allemaal dichtbij en zonder deze atelierruimte zouden ze thuis vastlopen op het gebrek aan ruimte. Nu zijn ze deel van een warm netwerk en inspireren ze elkaar.
Kunst met duizend gezichten
Er zitten alleen maar bijzondere verhalen tussen. Het Ukelele-orkest is opgezet op verzoek van een 91-jarige bewoonster, bij Salsa Prisiri dansen mensen met een speciale dansrolstoel of die slechtziend zijn samen met dansers die geen beperking hebben. Privélessen zijn ook mogelijk.
Hubertine noemt KunstPost geen collectief, maar eerder een dierentuin. Een pinguïn en een leeuw hebben in de zoo weinig met elkaar te maken, maar ze zijn wel gezamenlijk bewoners van de dierentuin. Zelf vergelijkt ze zichzelf met een vrouwelijke olifant die bij gevaar samen met de mede-olifanten een beschermende kring vormen rond de kwetsbare groepsleden als dieworden aangevallen.
Hubertine kiest zorgvuldig de pandgebruikers uit. Ze heeft goede voelsprieten en kiest de nieuwe mensen zodat ze in het team passen en zodat er geen onderlinge concurrentie is omdat ze hetzelfde aanbieden.
Eigen projecten
KunstPost organiseert ook tal van eigen projecten: een kinderkoor, koffie en krea, een kerstbrunch op kerstdag voor buurtgenoten die met kerst alleen thuis zijn … Er zijn projecten zoals Kunst op de Tuin, Muziek op Zondag, de Open Atelierroute Mariahoeve of de ProefParade … De drempel is zo minimaal mogelijk, dat is voor Hubertine een belangrijk motto. In Mariahoeve wonen veel mensen die rondkomen met een bestaansminimum waardoor leuke dingen wegvallen en eenzaamheid op de loer ligt. Daarom biedt KunstPost alle activiteiten gratis aan, zodat iedereen die wil komen kan komen. Om dat mogelijk te maken, vraagt Hubertine projectsubsidies aan bij diverse fondsen.
“Typerend voor de wijk Mariahoeve, onderdeel van stadsdeel Haagse Hout, is dat er hier bijna geen ontmoetingsplekken zijn. Er is zelfs amper een café. We vervullen een rol als ontmoetingsplek voor buurtgenoten, denk aan VVE-vergaderingen. We voorzien in betaalbare atelierruimte voor lokale kunstenaars en werkplekken voor sociaal/culturele initiatieven met hun focus op Mariahoeve. We voegen leefbaarheid en ontmoeting toe aan de wijk waarbij kunst de basis is om elkaar te ontmoeten. Ontmoeten is een eerste stap om elkaar te leren kennen. Daaruit is al heel veel moois voortgekomen”, vertelt Hubertine.
In alle projecten ligt de nadruk op gezelligheid en zo min mogelijk op druk. Als een ukelelespeler tijdens een optreden een andere noot speelt of iemand een noot te hoog of te laag in het Sing Along-koor is dat bijzaak. Het gaat om de lol van het samen bezig zijn met muziek, en dat stralen ze dan ook uit tijdens een optreden.
Bart op de piano
Als ik naar buiten wandel met 17 flyers van alle prachtige activiteiten die KunstPost organiseert in en rond de wijk Mariahoeve of ermee verbonden is, bots ik op pianist Bart. Hij oefent al voor Sing Along, het buurtkoor dat straks komt repeteren.
We houden een muzikaal gesprek.
Hij speelt prettige jazzy deuntjes op zijn piano. Voor ik het weet, sta ik mee te neuriën met Edith Piaf, Jacques Brel, Ramses Shaffy, Boudewijn de Groot en Charles Aznavour. Bart schudt de muziek zomaar uit zijn mouwen.
Hoeveel fantastische mensen heb ik vandaag eigenlijk al ontmoet in Den Haag?
Gestuurde verontwaardiging op de vooravond van Werelddag van Verzet tegen Armoede
In zaal Belgica Bis in Dendermonde verzamelt een groep van zo’n 50 burgers: mensen die armoede kennen én mensen die daar – zoals ik – geen ervaring mee hebben.
Het belooft een krachtige avond te worden. We starten met een beklijvende videopodcast van Zwijgen is geen optie met armoede-expert Wim Van Lancker. Daarna neemt Katrien Voorpoels ons op sleeptouw voor een verrassende nabespreking. Er is ruimte om na te praten met de deelnemers.
Indrukwekkend gesprek met Wim
Het gesprek met Wim Van Lancker maakt indruk. In slechts drie kwartier schetst hij het DNA van onze welvaartsstaat. Ik kan niet alles noteren, want ik wil zoveel mogelijk vasthouden van wat hij zegt. Een van de slagzinnen die me bijblijft, is hoe we onze verontwaardiging over armoede in de juiste richting kunnen sturen. Zeker na de verkiezingen is dat een cruciale vraag, denk ik.
De cijfers blijven schokken. In ons welvarend land leven 1,7 miljoen mensen in armoede, dat is ongeveer 14 à 15% van onze medeburgers. Dat betekent dat om de zeven huizen er één persoon, gezin of buur in chronische bestaansonzekerheid verkeert. Mensen die te maken hebben met wat de Nederlandse ervaringsdeskundige Tim ‘s Jongers een ‘clusterfuck’ noemt (zie daarvoor zijn uitstekende boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld).
De vragen van Wim
Wim Van Lancker stelt de juiste en essentiële vragen:
- Welk soort jobs creëren we vandaag voor mensen die niet actief zijn op de arbeidsmarkt?
- Zijn we niet te optimistisch als het gaat over het opleiden van mensen op de arbeidsmarkt?
- Hoe kunnen we het idee verspreiden dat sociale risico’s ons allemaal kunnen overkomen?
- Wat zijn de ideologische drijfveren voor het strenger maken van ons sociaal systeem?
- Wat is er veranderd sinds de jaren ‘zeventig’70, sinds de tijd van Thatcher en Reagan?
- Hoe kunnen we overlappingen vinden tussen de belangen van mensen in armoede en degenen zonder armoede? Die vraag blijft bij mij hangen.
- Het welbegrepen eigenbelang voor de 85% Belgen die niet in armoede leven, zou een stabiele samenleving kunnen zijn. En als we als samenleving, als beleidsmakers niet handelen volgens de nieuwe wetenschappelijke inzichten over het terugdringen van armoede, is er dan geen sprake van schuldig verzuim?
Deep democracy
Na de pauze gaan we op een verrassende manier in gesprek via Katrien. In plaats van de meest mondige of uitgesproken deelnemers hun zegje te laten doen, worden alle stoelen weggehaald. We nemen onze fysieke positie in rondom stellingen over armoede. De afsluiter is mooi: wat maakt je vandaag gelukkig(er)? En daar is niets klef aan. We bespreken bijvoorbeeld hoe we strijd kunnen voeren om armoede uit te bannen (‘Stop Armoede’ is een van de hartenwensen van Hart boven Hard), de nood aan kwetsbaarheid in de samenleving, en dat we het belang van sociale zekerheid moeten koesteren, verdedigen, ons daarin verdiepen …
Misschien moeten we deze methode één keer per week proberen in De Afspraak? Kunnen we Bart Schols opleiden als methodisch begeleider in Deep Democracy? Krijgen we dan een ander soort gesprek tussen de haantjes en de hennetjes?
Als we als samenleving, als beleidsmakers niet handelen naar de nieuwe wetenschappelijke inzichten over het terugdringen van armoede, is er dan geen sprake van schuldig verzuim?
En nu verder naar Ninove
Straks neem ik de trein naar Edingen en fiets ik door naar Ninove. Luc Barbé en Ben Schokkaert verwijzen naar die plekken in hun boek Wie zei daar marginaal?. Morgen ga ik met de Babbeloniëgroep in gesprek over wat het betekent om jong te zijn in de Denderstreek.
Vanavond organiseert een breed Armoede Netwerk van Ninove De kaffeegieter. Ik hoop dat er ook daarvoor evenveel journalisten en cameraploegen als de voorbije dagen present tekenen? Willen we het ook over die kant van Ninove hebben, of valt die moeilijker in oneliners te vatten?
Morgen ga ik luisteren naar armoedeorganisatie De Knoop en naar de straffe Wendy van SAAMO. Ik ga nadenken over hoe we kunnen handelen. Op die plek. Wat is de link tussen haat en armoede?
In Dendermonde
We bouwen in Dendermonde samen met een groep burgers en middenveldorganisaties aan de debatreeks Denderende Donderdagen in Dendermonde. We willen maatschappelijke kwesties – klimaatverstoring, leefbare stad, duurzame landbouw, democratie … – in de publieke arena gooien. In 2025. U hoort er nog van.
Jos Geysels om niet af te sluiten
Jos Geysels, die naast zijn vele functies ook voorzitter is van een armoedeorganisatie in Turnhout, wordt in De Standaard geciteerd: “Het cordon is één zaak, maar we mogen de grote stromingen in de samenleving niet uit het oog verliezen. De strijd tegen armoede is ook een strijd tegen extreemrechts. En dat is een fel onderschatte strijd.” (DS, p.7, 17/10/2024).