Doel
Als begeleider van lokale vrijwilligersgroepen heb je een duidelijk doel voor ogen. Je wilt groepen bewust en bekwaam maken om missiegedreven te werken.
Bewust en bekwaam
In het levensfasenmodel duiken naast bonding en bridging ook de leerfasen van Maslow op: bewust onbekwaam (startend), bewust bekwaam (autonoom), onbewust bekwaam (routineus) en onbewust onbekwaam (verstillend).
Jouw belangrijkste rol als begeleider is om groepen bewust en bekwaam te maken. Bewust over het waarom (de missie) van de groep en de hoe (de aanpak). Bekwaam ook om concrete praktijken en activiteiten te organiseren. Pas als een groep bewust én bekwaam is, autonoom dus, behoudt ze haar dynamiek en kan ze doordachte keuzes maken.
Wees alert voor de signalen die de overgang naar een volgende levensfase markeren. Begeleid routineuze en verstillende groepen van onbewust naar bewust. Coach startende en autonome groepen om bewust te blijven. Ondersteun startende en verstillende groepen om van onbekwaam naar bekwaam te gaan. Ga aan de slag met autonome en routineuze groepen om hun bekwaamheid op peil te houden.
Missiegedreven werken
Missiegedreven groepen die zich telkens opnieuw de waarom-vraag stellen zijn het meest duurzaam. Wat loopt er fout in onze omgeving en welk positief veranderverhaal willen we daartegenover stellen? Welk verschil willen wij als vrijwilligersgroep maken?
De groepsmissie strookt overigens niet altijd met de organisatiemissie. En ook de persoonlijke motivatie van vrijwilligers kan afwijken van de groepsmissie. De uitdaging voor jou als begeleider bestaat erin om de persoonlijke motivatie, groepsmissie en organisatiemissie op elkaar af te stemmen. Om groepen uit te nodigen de waarom-vraag te stellen: waarom doen we elk vanuit onze vrijwillige inzet wat we doen? Hoe werken we daar in groep aan samen? Hoe verhoudt onze groepsmissie zich tot de ambitie van de organisatie?