TRS van de groepsbegeleider

De middelste driehoek, tussen de TRS van de vrijwilligersgroep en de TRS van de organisatie, is de TRS van de groepsbegeleider.

Als groepsbegeleider heb je een brugfunctie: je vertegenwoordigt de groepen bij jouw organisatie en omgekeerd. Uit onderzoek blijkt dat de meeste groepsbegeleiders vooral vertegenwoordigers zijn van de organisatie en te weinig van de groepen. Een organisatie kan afstemmen met wat er leeft aan de basis door voldoende te luisteren naar haar groepsbegeleiders.

Taak

  • Verhaal: hoe kleiner de afstand tussen de organisatiemissie en de groepsmissie, hoe krachtiger je als begeleider kan ondersteunen. Bij een te grote afstand tussen de missies verschuift jouw kerntaak in groepen van ondersteunen naar bemiddelen.
  • Activiteit: als groepsbegeleider is jouw belangrijkste taak om de missie van jouw organisatie kenbaar te maken. Dat is de enige top-down benadering die werkt.
  • Aanpak: de meeste groepsbegeleiders kiezen in hun ondersteuning voor snelle interventies: bijvoorbeeld informeren, feedback geven, confrontatie aangaan, aanmoedigen, bevragen, telefoneren of mailen. Werkvormen helpen je om het juiste evenwicht tussen taak en relatie voor een bepaalde groep in een bepaalde context te vinden. In veel groepen praten vrijwilligers vooral over de taak: hebben we onze doelen op een efficiënte manier behaald? Dit leidt meestal tot een gesprek waar enkelen het woord nemen en de meesten zwijgen. De vrijwilligers kennen elkaars beleving niet. Via werkvormen kun je als begeleider de relatiedimensie meer aan bod laten komen.

Relatie

  • Contact: een voorwaarde om een vrijwilligersgroep echt te ondersteunen is een goed contact. Tijdens vergaderingen, activiteiten of feesten kan je het gedrag van een groep observeren. Dat zorgt voor wederzijds vertrouwen, waardoor je op spannende momenten in de groep op maat kan begeleiden. Helaas hebben veel groepsbegeleiders te veel groepen op te volgen.
  • Beleving en motivatie: via het observeren van gedrag kan je motivaties interpreteren. Maar nog beter is om dit te combineren met het bespreekbaar maken van de beleving. Hoe heeft iedereen de vorige activiteit beleefd? Welke motivaties schuilen daarachter? En hoe kunnen we dit in overeenstemming brengen met de groepsmissie? Zo kan je groepen terug duurzaam verbinden, ook met nieuwe vrijwilligers.

Structuur

  • Vergadering: als groepsbegeleider zoek je samen met een groep naar structuren die werken, en die zowel taak als relatie versterken.
  • Functies: op maat van een groep adviseer je een werkorganisatie via taken of via functies, de duur daarvan en de manier om doorstroming van vrijwilligers mogelijk te maken.
  • Regels: je maakt groepen bewust van de bruikbaarheid van hun huishoudelijk reglement. Je wijst op het belang van ruimte om met nieuwe ontwikkelingen aan de slag te gaan.

Als groepsbegeleider sluit je je niet op in één dimensie. Je verruimt je ondersteuning op alle dimensies. Slechts wanneer in een groep een dimensie te weinig aandacht krijgt, doe je een interventie op die dimensie.

Scroll to Top