TRS van de organisatie

Taak

Waarom bestaat jouw organisatie? En hoe probeert ze haar doelen te realiseren?

  • Verhaal: als organisatie bepaal je je koers op basis van een scherpe missie die inspeelt op een maatschappelijke nood. Heel wat organisaties zijn in hun missie geleidelijk naar elkaar toegegroeid en combineren drie elementen: ontmoeten, individuele ontplooiing en maatschappelijke verandering. Een thematische of een doelgroep focus kan je als organisatie helpen om je te onderscheiden. Als je naast het organisatiedoel ook het doel van belangenbehartiging en/of een dienstverleningsdoel nastreeft, kan dit leiden tot een minder afgestemde ondersteuning van jouw lokale vrijwilligersgroepen.
  • Activiteit en aanpak: dit is de manier waarop je als organisatie in nauwe voeling met je lokale groepen je missie tracht te realiseren. Professionalisering van je beroepskrachten leidt soms tot een inbreng van managementmodellen uit de profit. Als die modellen de aandacht verschuiven van de missie naar efficiëntie leiden ze tot missiedrift. Hoe meer beroepskrachten op landelijk niveau, hoe groter de kans dat groepsbegeleiders in de minderheid komen en dat de aansturing van de organisatie meer top-down verloopt.

Relatie

Weet jouw organisatie wat er leeft bij de vrijwilligers? En hoe stemt ze af met de lokale vrijwilligersgroepen?

  • Contact: vooral routineuze en verstillende groepen haken af op klassieke kadervorming en regionaal overleg waar jij als organisatie de agenda bepaalt. Bovendien ervaren ze jouw goedbedoelde acties tot verjonging en bestuursvernieuwing als onaangenaam. Startende en autonome groepen die meer beroep doen op ondersteuning, hebben meer contact met je organisatie. Deze groepen volgen nog vorming en gaan naar regionaal overleg. Als jouw groepsbegeleiders te veel vrijwilligersgroepen onder hun hoede hebben, selecteren ze op basis van haalbaarheid. Hierdoor gaat het contact tussen de groepen en jouw organisatie er op achteruit.
  • Beleving en motivatie: het is belangrijk dat je als organisatie weet wat er leeft bij jouw lokale groepen. De klassieke democratische structuur alleen schiet hier tekort. Jouw groepsbegeleiders weten de vinger aan de pols te houden. Ideaal wordt hun stem in jouw organisatiestructuur versterkt.

Structuur

Top-down? Liever bottom-up!

  • Vergadering: een kanteling van een top-down naar een bottom-up aanpak is broodnodig in de meeste organisaties. De historische opdeling in bestuurlijke regio’s biedt niet altijd de beste basis om samen te werken. In hiërarchische beslissingsstructuren is er te weinig doorstroming, waardoor nieuwe ideeën minder kans maken. Een opfrissing van de democratische structuur in een doordachte combinatie met participatieve methoden is aan de orde.
  • Functies: wat is het draagvlak van de gekozen vertegenwoordigers, die al meer dan 10 à 20 jaar trouw hun engagement opnemen? Wie vertegenwoordigen ze nog? Meer doorstroming is ook hier gewenst. Deze vertegenwoordigers kunnen gerichte ondersteuning gebruiken om zich meer vanuit de lokale groepen te laten voeden.
  • Regels: ook al zijn vrijwilligersgroepen steeds diverser, dan nog kan één lokaal incident aanleiding geven tot een regel die voor alle groepen van jouw organisatie geldt. Regels dienen om het fragiele evenwicht te bewaren tussen enerzijds structuur en duidelijkheid, en anderzijds om voldoende ruimte te laten aan de eigenheid van elke lokale vrijwilligersgroep.

Als organisatie heb je er alle belang bij om een organisatiestrategie uit te werken die je groepsbegeleiders ondersteunt om die job op een haalbare en impactgedreven manier te doen

Scroll to Top