dec
7
2021

“What the f*nctie?!”

Rollen en functies, Sociaal-cultureel werken

Blog

Sociaal-culturele functies kan je niet in twee zinnen uitleggen. Het decreet probeert dat nochtans – en geeft zo slechts een vage oriëntatie aan: “Een sociaal-culturele functie is een weloverwogen keuze over de aard van de beoogde sociaal-culturele interventies. De functies geven de aard, vorm en structurering aan van de georganiseerde sociaal-culturele praktijken en daarmee beoogde processen.” Wat moet je je nu echt voorstellen bij sociaal-culturele functies?

Missiegedreven werken in de praktijk

De missie van je organisatie geeft richting aan wat je doet. Bij het maken van je beleidsplan heb je die missie vertaald in strategische en operationele doelen. Daarbij liet je je inspireren door wat je ziet gebeuren in de samenleving. Die doelen geven aan waar je in de komende jaren het verschil wil maken. Ze geven dus  richting aan de maatschappelijke veranderingen waaraan je wilt bijdragen met je sociaal-culturele praktijken.

“Welke interventies zijn nodig om de veranderingen te realiseren die je voor ogen hebt?”

De vraag die zich dan opdringt is welk beeld je hebt bij de interventies die nodig zijn om die veranderingen te realiseren? Hoe moeten jouw praktijken er uitzien om echt bij te dragen aan datgene wat je wilt waarmaken? Hier komen de sociaal-culturele functies in het spel.

Veranderingsprocessen

Met sociaal-culturele praktijken willen we doelgerichte veranderingsprocessen op gang brengen. We moeten een weg afleggen van A (de bestaande toestand) naar B (de gewenste toestand). Daarom zetten we onze praktijken zo op dat juist die processen op gang komen die nodig zijn om van A naar B te geraken.

Als we van dichtbij kijken naar de veranderingsprocessen die we voor ogen hebben, dan onderscheiden we vier verschillende types in de sociaal-culturele praktijk. Vaak zijn ze gemengd en complementair aanwezig in onze activiteiten:

  • Leerprocessen, waarbij mensen, groepen of zelfs gemeenschappen iets leren: nieuwe betekenissen of kennis, nieuwe gedragingen of omgangsvormen, nieuwe houdingen, nieuwe oplossingen uitproberen in sociaal-culturele experimenten.
  • Processen van maatschappelijke beweging, waarbij mensen met elkaar publiek het debat aangaan of waarbij ze uitdrukkelijk maatschappelijke engagementen opnemen.
  • Culturele processen, waarbij ze taal en betekenissen, symbolen, gewoonten, kunst, samenlevingsvormen, relatiewijzen – vaak cultureel divers ingekleurd – met elkaar delen, creëren, beleven of kritisch bevragen.
  • Gemeenschapsvormende processen, waarbij mensen elkaar vinden, groep vormen, netwerken uitbouwen, aansluiting vinden op nieuwe of bestaande gemeenschappen of die bestaande gemeenschappen juist uitdagen, verbreden, veranderen.

Aard, vorm en structurering

Als je een beeld hebt van de processen die nodig zijn om je doelen te realiseren, dan moet je de interventies vormgeven die je daarvoor opzet. Dat doe je vanuit een ‘handelingslogica’. Je kent het doel en kiest weloverwogen voor verantwoorde interventies die de gewenste processen teweegbrengen: werkvormen, plekken, methodieken, verenigingen, projecten, campagnes, aanbod, creaties … Sociaal-cultureel werkers beschikken over een breed arsenaal aan namen en beelden. Heel vaak wordt dat arsenaal ook gekleurd door de traditie of de ‘aard’ van de organisatie. Je bouwt bijvoorbeeld verder op de aanwezige verenigingsstructuur. Of je valt terug op actievormen die in het verleden hun nut hebben bewezen. Maar het kan lonen om soms heel bewust interventies uit te tekenen die buiten de traditie of comfortzone van je organisatie liggen. Finaal moet je die interventies kiezen die de juiste processen op gang brengen en zo bijdragen aan de realisatie van je doelstellingen.

“Daarin schuilt onze meerwaarde als professionals: we hebben toegang tot een ‘body of knowledge’ over wat goed en beter werkt.”

Bij het opzetten van interventies heb je een idee over hoe ze het best verlopen. Je hebt een plan. Een weloverwogen en gestructureerde aanpak. Daarvoor kan je terugvallen op je eigen ervaring maar ook op kennis die vele anderen doorheen de geschiedenis hebben opgebouwd. Daarin schuilt onze meerwaarde als professionals: we hebben toegang tot een ‘body of knowledge’ over wat goed en beter werkt. En we hebben onze kunde mee, verworven door training en door reflectie op ervaring. Zo kunnen we een plan opzetten waarvan elke stap doordacht en verantwoord is.

Een voorbeeld

Stel: je organisatie werkt rond de work-life-balans. Je wil dat er maatschappelijke initiatieven worden genomen om de stijging in het aantal burn-outs te keren. Dat is je strategisch doel. Om dat doel te realiseren kan je kiezen voor verschillende processen die vaak samenhangen met het DNA van jouw organisatie.

“Om je doel te realiseren kan je kiezen voor verschillende processen die vaak samenhangen met het DNA van jouw organisatie.”

Zo kan maatschappelijke beweging in combinatie met leren de kern zijn van je strategie. Via publieke discussie en debat wil je wegen op de maatschappelijke spelregels rond de verhouding tussen arbeid en vrije tijd. Die spelregels worden bepaald door de overheid en de markt, maar hebben ook te maken met hoe we zelf naar arbeid kijken (waarde en beleving). Daarvoor kan je verschillende processen inzetten. In een combinatie van gemeenschapsvormende en leerprocessen kan je bijvoorbeeld groepen bij elkaar brengen. Lotgenoten die van en met elkaar leren over burnout en burnoutpreventie. Je kan dat doen via klassieke leerprocessen zoals een lezing of een vorming. Maar je kan dat misschien nog beter doen door op basis van deze gedeelde ervaring samen een dossier op te bouwen over de oorzaken en de preventiemogelijkheden. Dit dossier kan je gebruiken in het kader van een publiek debat: een open brief in de pers, een filmpje op sociale media, een studiedag, een artikel in weekendmagazines … Maar je kan het dossier ook – ondersteund door breed gedragen petitie – bezorgen aan vakbonden, werkgeversfederaties en de ministers van arbeid.

Op deze manier wordt jouw strategie bepaald door processen die te maken hebben met leren (samen ervaring op taal brengen en creatief oplossingen bedenken) én processen die bijdragen aan de maatschappelijke bewegingsfunctie (publiek debat en engagement in de vorm van een petitie). Bovendien raak je ook zijdelings aan culturele processen. Want als je de betekenis, waarde en plaats van arbeid in ons leven ter discussie stelt, hoop je ook op een verandering in onze ‘arbeidscultuur’.

Beroepseer

“Ons werk wordt beter als we scherper kunnen benoemen wat we willen. Als we beter kunnen uitleggen hoe we dat willen waarmaken en hoe we onze acties bewuster kunnen sturen in de juiste richting.”

De functies en de functiemix vormen een elementair beoordelingselement in het decreet. Maar is dat de belangrijkste reden waarom we als sociaal-cultureel werkers bezig moeten zijn met die functies? Nee. We doen dit omwille van de kwaliteit van ons werk. Omwille van onze beroepseer.

Want ons werk wordt beter als we scherper kunnen benoemen wat we willen. Als we beter kunnen uitleggen hoe we dat willen waarmaken en hoe we onze acties bewuster kunnen sturen in de juiste richting. Daarom is het voor alle sociaal-cultureel werkers belangrijk om hun praktijken te kunnen duiden én sturen vanuit de functies.

Meer weten

Op dinsdag1 februari ben je van harte welkom op de training ‘Je praktijken vormgeven vanuit de functies’. Een training waarin we werken met jouw eigen praktijken. Je leert de functies in jouw praktijk beter verwoorden én we inspireren je om je praktijk sterker te richten op de functies die je wil. Je leert via oefeningen, feedback van anderen en inspiratiesessies.


Max Frans

Max Frans

Scroll to Top