mei
12
2021

10 inzichten om online te leren met mensen met een verstandelijke handicap

Digitaal, Diversiteit, Sociaal-cultureel werken, Werken met groepen

Blog

In oktober organiseerde Socius een webinar over sterke online leerprocessen. Op het einde inventariseerden we bij de deelnemers leervragen over online didactiek. Er waren veel vragen over online leren met kansengroepen: mensen in armoede, mensen met een verstandelijke handicap, senioren en anderstaligen.

Maar de kennis- en handelingsbasis op dit vlak ontbreekt vaak, ook bij ons. Daarom brachten we vier keer zes beroepskrachten samen om uit te wisselen over hun drempels en succesformules. We delen hun inzichten met jou in vier blogs.

Het begint met durf

Online werken met mensen met een verstandelijke handicap is niet vanzelfsprekend. De coronacrisis heeft sociaal-cultureel werkers die met deze doelgroep werken voor de uitdaging gesteld om er toch mee te experimenteren. Want er is bij deze mensen een heel grote behoefte om mensen te zien buiten de eigen leefcontext.

Na een aanvankelijke aarzeling vanuit de veronderstelling dat het te moeilijk zou zijn, zijn de werkers er toch aan begonnen. En tot hun verrassing lukte het veel beter dan gedacht. Hun belangrijkste aanbeveling is dan ook om er gewoon aan te beginnen. Durven is de eerste stap. De volgende: experimenteren en leren hoe het beter kan. Maar je houdt van bij het begin wel best rekening met de volgende 10 inzichten.

1. Hou het klein

Neem beperkte en realistische maar toch waardevolle ambities als uitgangspunt: ontmoeten, relaties in stand houden, samen iets doen, praktische kleine dingen leren …

2. Draag extra zorg voor het relationele

Je kan maar aan inhoud werken als er voldoende verbinding is tussen de deelnemers. Kennismaking én afronding zijn dus belangrijk en vragen tijd en zorg. Stimuleer van in het begin de interactie tussen de deelnemers, ook als het om een groep gaat die elkaar al langer kent. Wees zelf aanwezig, enthousiast, betrokken en verbindend.

3. De diversiteit is groot en maar beperkt te reduceren

De verschillen tussen mensen in digitale competentie, verstandelijke mogelijkheden, toegang tot digitale infrastructuur … zijn vaak heel groot. Maak daarom vooraf met elke deelnemer contact om na te gaan wat kan en om in te schatten wat je kan doen om de drempel te verkleinen. In essentie is het jouw taak om met de verschillen om te gaan.

4. Reduceer de complexiteit

Zoek een platform met zo weinig mogelijk technische complicaties. Liefst iets wat de deelnemers al gebruiken om te starten. Weeg het gebruik van extra apps zorgvuldig af: enkel indien écht nodig, simpel voor de gebruiker en op alle types van toestellen te gebruiken.  

Ga uit van één scherm zonder extra schermen of naast elkaar liggende tabbladen. Bereid het inloggen goed voor. Eventueel laat je deelnemers vooraf testen. Begin best een kwartier voor de echte start met inloggen en zorg dat je als begeleider de telefoon bij de hand houdt om technische ondersteuning te kunnen geven. Stel je platform zo in dat deelnemers bij het binnenkomen vanzelf video en audio hebben.

5. Situeer de deelnemers in hun context

Deelnemers zijn zich soms niet bewust van de impact van de camera en beginnen zich om te kleden, te eten, … niet wetende dat iedereen hen kan zien. Wees dus duidelijk: ik zie jou in je kamer, jij ziet mij in mijn kamer.

6. Regel de interactie zo helder mogelijk

Expliciteer in het begin de regels: niet door elkaar praten, met je hand zwaaien als je iets wil zeggen (met de echte hand, niet de virtuele!). Stel je platform zo in dat de spreker in de spotlight geplaatst wordt, zodat voor iedereen duidelijk is wie spreekt.

Beperk ook de groepsgrootte tot 5 of maximaal 6 mensen. Observeer heel aandachtig de non-verbale tekens en spreek mensen bij naam aan als je het signaal opvangt dat ze iets willen zeggen. Wees super alert voor wat in de groep gebeurt. Stimuleer de inbreng van iedereen, vermijd lange babbels door dezelfde persoon.

7. De context van de deelnemers is bepalend

Veel mensen leven in de context van een voorziening. Wat daar gebeurt kan de agenda doorkruisen: een verpleegkundige komt langs, de leefruimte is niet rustig omdat andere bewoners er ook gebruik van maken.

Niet altijd zijn er digitale mogelijkheden voorhanden en gebruiken deelnemers een tablet of laptop van de begeleiders. Deze begeleiders helpen bovendien vaak bij technische problemen of om deelnemers te ondersteunen en betrokken te houden. Dat is fijn maar de keerzijde is dat privacy niet gewaarborgd is.

8. Vorming kan

Maar best wel in behapbare delen, met voortdurende aandacht voor het relationele. Werk met thema’s die direct aansluiten op de actuele leefwereld, bijvoorbeeld: ‘goed omgaan met corona’. Werk interactief, geen lange uitleg van de begeleider.

Leg de brug naar ‘actie’: wat kan je hiermee doen? Bijvoorbeeld: formuleer samen met de deelnemers kleine actiepuntjes die later ook kunnen worden opgevolgd.

9. Bouw de sessie zorgvuldig op

Wissel af om de focus scherp te houden. Tussen inhoud en relatie. Tussen ‘werken’ en ‘ontspanning’. Werk met ‘energizers’ (bv. uitbeelden, een opdrachtje om iets zo snel mogelijk te halen, zing samen, …).

Laat deelnemers iets tekenen wat ze kunnen laten zien, vertel een mopje, doe iets met muziek. Neem deelnemers ook voortdurend mee in de structuur: waar zitten we in ons verhaal, wat is de volgende stap? Volg het ritme van de groep. Beperk in ieder geval de werktijd. Drie kwartier, maximaal anderhalf uur met pauze.

10. Online werken is een blijver

Online werken zal blijven, maar kan de fysieke vorming nooit vervangen.Toch zijn er duidelijk voordelen: online initiatieven kan je makkelijk en relatief snel organiseren voor een beperkt doelpubliek. Een nieuw publiek kan daardoor aangesproken worden, bijvoorbeeld mensen die zich moeilijk kunnen verplaatsen of die minder prikkels verdragen.

‘Blended werken’ (= combinatie offline en online) kan een voordeel zijn: een offline vorming kan bijvoorbeeld voorbereid worden door een filmpje om in de juiste mindset te komen, of kan vervolgd worden met een online praatgroepje om nadien contact te houden en het leerproces op te volgen.

Los van alle mogelijkheden zijn er nog flinke uitdagingen: interactieve werkvormen vinden, verstandig omgaan met apps en techniek, manieren zoeken om minder verbaal en meer beeldend te werken. Maar hopelijk helpen we je met deze 10 inzichten alvast op weg.

Deze blog maakt deel uit van een reeks over online leren met kansengroepen. Hou onze site en sociale media zeker in de gaten voor het volgende item over online leren met senioren. Als eerste op de hoogte zijn? Abonneer je op ons e-zine, like onze Facebookpagina en volg Socius op Twitter. 

Meer uit deze reeks

Meer over e-inclusie


Gie Van den Eeckhaut

Gie Van den Eeckhaut

Scroll to Top