feb
7
2022

‘Binnen twintig jaar bestaan we nog’

Politiserend werken, Sociaal-cultureel werken

Praktijk

Werkgroep Toegankelijk Tienen zorgt voor het algemeen belang

Meer dan twintig jaar op dezelfde nagel slaan: het is weinig belangengroepen gegeven. Toegankelijk Tienen doet het met resultaat. Dankzij hen is er een openbaar toegankelijk toilet in het centrum van de stad. Voorzitter Paul Rabau: “Verenig u, selecteer een paar sterke dossiers en zorg dat je een draagvlak hebt bij de bevolking.”

Tekst Peter Jan Bogaert | Foto Jan Locus

Paul Rabau is een actieve senior. Kinesitherapeut op rust, maar alle dagen druk in de weer. Niet in het minst voor de werkgroep Toegankelijk Tienen waar hij sinds een paar jaar voorzitter van is. Zijn dochter, in een rolstoel wegens een niet-aangeboren hersenaandoening, is een inspiratiebron, maar zijn engagement gaat dieper. Verenigen zit in zijn bloed. Net als de werkgroep zelf. Het is een breed gedragen platform met een tiental organisaties uit het middenveld en de brede welzijns- en gezondheidssector, inclusief een aantal ervaringsdeskundigen. “We zetten ons in voor iedereen voor wie toegankelijkheid een probleem kan zijn: van personen met een handicap in een rolstoel, blinden en slechtzienden, tot senioren met een rollator en jonge ouders met kinderwagens.”

Jullie belangrijkste vraag is recent gerealiseerd: een openbaar toegankelijk én zelfreinigend toilet in het centrum van de stad.

Paul Rabau: (lacht) “Ja, vier jaar geleden – bij de plannen van de heraanleg van de Grote Markt – hebben we dat punt naar voren geschoven als één van onze drie topprioriteiten. Wij zijn dus blij met deze realisatie door het gemeentebestuur, want het was echt nodig.”

Jullie hebben nog een ander actiepunt hoog op het lijstje gezet: beter toegankelijke voetpaden met minder hindernissen.

Rabau: “Daar is de voorbije jaren ook al heel veel verbetering in gekomen, maar we blijven er wel zeer gevoelig voor. Vroeger lag onze focus vooral op het centrum van de stad. Intussen kaartten we het probleem ook aan in andere wijken en deelgemeenten.”

Tenslotte willen jullie als topprioriteit het unieke aanspreekpunt zijn van de stad Tienen. Zijn jullie dat al niet?

Rabau: “We voelen inderdaad dat we stilaan een stakeholder van de stad aan het worden zijn. Zo worden we op voorhand geconsulteerd bij de heraanleg van straten, maar ook bij speelpleinen. Niet enkel de dienst infrastructuur maar ook andere beleidsdomeinen als jeugd en welzijn betrekken ons bij hun plannen.”

Ook handelaars en horeca zitten mee in jullie actieradius, getuige de actie om metalen oprijplaten te voorzien zodat iedereen vlot binnen geraakt.

Rabau: “Soms gaan we van zaak tot zaak om er aandacht voor te vragen. We hebben al gesponsorde oprijplaten uitgedeeld, maar we lenen ze nu ook tegen kleine waarborg aan iedereen die het wil. Of het nu voor een éénmalig event is of een groot familiefeest: niet iedere zaak of handelaar denkt er spontaan aan.”

Hoe omschrijven jullie jullie zelf? Een burgerbeweging, een lobbygroep?

Rabau: “We zijn eigenlijk een belangengroep. Het initiatief is meer dan twintig jaar geleden ontstaan bij een groepje vrijwilligers van de CM die hadden opgelijst welke knelpunten er waren. Een paar jaar later bleek er weinig tot niets te zijn opgelost. Daarna is de groep onder impuls van Inclusie Vlaanderen een versnelling hoger geschakeld. Er sloten zich organisaties uit verschillende hoeken aan: van personen met een fysieke en mentale handicap tot de Gezinsbond en diensten begeleid wonen. De komende jaren wil we nog verder verbreden richting jeugdbewegingen, senioren en socio-culturele verenigingen.”

Hoe verhouden jullie zich tot de politiek?

Rabau: “We zijn een apolitieke beweging, we houden wel contact met onze lokale politici. We kennen ook de weg naar de administraties, zowel lokaal als regionaal als federaal. De lijnen blijven altijd open, ook al zijn we soms een luis in de pels. Je moet soms eens van je oren durven maken – dat helpt af en toe, maar finaal profileren we ons als een constructieve partner. We zijn voorlopig ook geen formeel adviesorgaan, dat zou een logische volgende stap zijn. Maar voorlopig is het goed zoals het nu is: een belangenvereniging. We benoemen ook de goede zaken – we werken al eens met awards voor de handelaren of geven het bestuur pluimen als ze die ook verdienen. Communicatie is ook cruciaal. We zetten in op sociale media en houden goede contacten met enkele lokale journalisten.”

Denken jullie binnen 20 jaar nog te bestaan?

Rabau: “Waarom niet? We groeien mee met de vernieuwingen in de stad. Bereikbaarheid in en rond de stad zal altijd een belangrijk punt blijven. Niet alleen in het centrum, maar zeker ook in de randwijken. We evolueren naar een autoluwe stad en – ik denk even verder – als er deelauto’s en deelfietsen bestaan, waarom dan geen deelrolstoelen of -rollators beschikbaar stellen? We zien nu al een forse toename van elektrische fietsen in het staatbeeld. Wordt het dan geen tijd om te zorgen voor veilige ruimtes voor scootmobielen en andere tragere nieuwe vervoersmiddelen voor kwetsbare personen. Ik denk echt niet dat ons verhaal eindig zal zijn”

Hebt u nog tips voor andere belangenverenigingen?

Rabau: “Verenig u, selecteer een paar sterke dossiers. Spring niet te ver in een keer. Zorg ook dat je een draagvlak creëert bij de bevolking. Je bereikt niet veel als je hen niet meeneemt. Kom naar buiten, steek je niet weg. Laat duidelijk weten aan iedereen wat je precies verlangt.”

Dit artikel kwam tot stand met dank aan Weliswaar.


Zé Vandenhoeck

Zé Vandenhoeck

Scroll to Top