26
2015
De kracht van je vereniging zit lokaal
Sociaal-cultureel werken, Vrijwillige inzet, Werken met groepen
Heel wat sociaal-culturele verenigingen breken hun hoofd over hoe zij lokale afdelingen beter kunnen betrekken op hun vereniging. Vooraleer verzeild te raken in de gebruikelijke do’s- en don’ts, theorieën en handboeken, staan we stil bij wat misschien wel de meest cruciale factor in dit hele proces is: het perspectief van waaruit de professional kijkt naar de vereniging en haar afdelingen.
Goesting, daar gaat het over
Er zijn in het sociaal-cultureel volwassenenwerk in Vlaanderen meer dan 180.000 vrijwilligers in zowat 14.000 afdelingen. Vlaanderen drijft voort op het engagement van velen: je geeft gas voor meer gemeenschap en meer burgerschap, je leert nieuwe dingen die je als mens versterken, je kiest voor engagement. Sociaal-cultureel werk gaat over een heleboel mensen die iets willen doen. Daar broeit en bloeit van alles. De kracht van een vereniging zit vooral in die lokale werking. Het klinkt gek, maar dat dreigen verenigingen en professionals al eens te vergeten.
Het lokale belang
Door de professionalisering binnen het verenigingsleven wordt steeds meer het perspectief van de landelijke werking ingenomen. “Hoe kunnen we de lokale afdelingen meer betrekken op ons?”, klinkt het dan vaak. Het is op dit niveau dat een perspectiefwissel nodig is. Verenigen, dat is vooral een lokaal gebeuren. Verenigingen zijn vanuit de lokale afdelingen ontstaan. Het is dus ook daarop dat de blik van de professionals gericht moet zijn.
Bottom-up werken én denken
Heel wat verenigingen zijn voortdurend op zoek naar nieuwe vormen en nieuwe manieren om als organisatie de missie waar te maken. Professionals schrijven plannen uit en bedenken allerlei nieuwe initiatieven die de organisatie ten goede kunnen komen. Jammer genoeg botsen zij vaak op weinig enthousiasme wanneer zij hun aanbod presenteren aan de achterban.
Structurele inspraak en participatie organiseren of het ondersteunen van een activiteit die van onderuit wordt gedragen en ontwikkeld door vrijwilligers. Het zijn mooie voorbeelden van bottom-up werken. Dit proces vraagt een belangrijke perspectiefwissel die voor een groot deel mee bepaalt of de afstand tussen lokaal en landelijk verkleint.
Oog voor potentieel
Van onderuit werken in verenigingen betekent dat je vertrekt van de praktijken die lokale groepen zélf opzetten. En dat je deze ondersteunt, versterkt en eventueel opschaalt. Verbonden verenigingen en hun professionals zien het potentieel dat aan de onderkant van de organisatie aanwezig is en weten dat in te zetten voor de eigen missie. Zij beseffen ook dat je, wat er aan de basis leeft en borrelt, de nodige aandacht moet geven.
Stel jezelf in de toekomst dus de vraag “Hoe kunnen wij ons meer betrekken op de lokale afdelingen?” en trek erop uit, bevraag en luister. Door lokale afdelingen eigenaarschap te geven, stimuleer je initiatief en verhoog je hun betrokkenheid en enthousiasme. Je wakkert mee een vuur aan dat de daadkracht van de hele werking vast en zeker positief beïnvloedt.
Uit de praktijk gegrepen
Benieuwd naar hoe de vereniging De Natuurvrienden deze perspectiefwissel in de praktijk toepaste en welke mooie resultaten dit opleverde? Lees hier hun verhaal.