feb
2
2023

De Transformisten gaan over de grens

Digitaal, Internationaal, Vrijwillige inzet

Blog

Foto's: Sien Verstraeten

Met deelinitiatieven zoals de Babytheek en de kinderfietsbibliotheken Op Wielekes zijn De Transformisten heuse pioniers in Vlaanderen. Dergelijke initiatieven kunnen niet bestaan zonder de tomeloze inzet van vrijwilligers, maar zijn ook erg afhankelijk van een degelijk online reservatiesysteem of andere digitale tools. En daar loopt het wel eens mis. 

Organisaties en vrijwilligers kampen vaak met problemen op het vlak van gebruiksvriendelijkheid. Of de systemen veronderstellen een behoorlijk mate van digitale geletterdheid, een drempel die lang niet alle gebruikers zomaar kunnen overwinnen. Een probleem, want deelinitiatieven plaatsen sociale inclusie voorop en willen net dat mensen in sociaal kwetsbare posities bij hen terechtkunnen.

Samen met de Zweedse spelotheek Leksaksbiblioteket en het Vlaams Overleg Spelotheken (VOS) vonden De Transformisten ondersteuning bij Erasmus+ voor hun project ‘An inclusive perspective to digital tools in lending libraries’. Ook al werken de drie projectpartners met verschillende softwarepakketten voor hun online catalogus en reservatiesysteem, toch delen ze dezelfde problemen op het vlak van gebruiksvriendelijkheid. Met hun Europees project wilden ze een eerste stap naar een mogelijke oplossing zetten.

Inclusieve software voor deelinitiatieven

Het project omvatte uitwisselingsdagen en cocreatiessessies met vrijwilligers en gebruikers in België en Zweden, een ontmoetings- en debatdag in Brussel en een workshop rond softwaresystemen in samenwerking met ontwikkelaars. Initiatieven die een rijke oogst aan inzichten en enthousiasme opleverden. Niet in het minst bij Eva van Velzen, de drijvende kracht achter het project bij De Transformisten. Zij neemt ons mee in haar Europees avontuur.

Foto: Sien Verstraeten - De Transformisten

Eva van Velzen: “Voor onze deelinitiatieven werken we veel met vrijwilligers. We merken dat de digitale tools die we inzetten voor die initiatieven, drempels opwerpen. In tegenstelling tot de huidige generatie zijn we niet geboren met een telefoon in de hand en waren we ook niet betrokken bij de ontwikkeling van de software.

Software voor bottom-up initiatieven is vaak kostvriendelijk. Voor 200 euro per jaar heb je al snel een online webshop, maar je loopt dan wel tegen frustraties en knelpunten aan. We zagen hetzelfde bij het Vlaams Overleg Spelotheken en de spelotheek Leksaksbiblioteket uit Göteborg.

We wilden kwalitatief aan de slag gaan. En onze vrijwilligers erbij betrekken. Zonder vrijwilligers kunnen onze uitleendiensten niet bestaan. Daarom wilden we hen meenemen op onze zoektocht

Eerst dachten we dat het een gendergerelateerd probleem was. Is het omdat we vrouwen zijn? Omdat we veelal werken met vrouwelijke vrijwilligers en de software ontworpen is door mannen? Dat was onze eerste theorie, en op basis van die theorie zijn we het project beginnen schrijven. Echt vanuit het doel om dat te onderzoeken. Niet zozeer op basis van kwantitatieve gegevens. We wilden kwalitatief aan de slag gaan. En onze vrijwilligers erbij betrekken. Zonder vrijwilligers kunnen onze uitleendiensten niet bestaan. Daarom wilden we hen meenemen op onze zoektocht.”

Hoe kwamen jullie in Zweden terecht?

“Dat is deels een persoonlijk verhaal. Ik ben een kwart Zweeds. Vanuit De Transformisten voelde ik al eerder een verwantschap met de spelotheek in Göteborg en had ik al eens contact gezocht. Maar zonder reactie. Door corona konden we nergens heen, maar we beseften dat we ook online konden uitwisselen. Op een nieuwe vraag om samen iets te doen, kwam wel antwoord. Vanuit die contacten ontstond het idee om een project in te dienen binnen het Erasmus+-programma. En we waren er ook snel uit waarover dat project moest gaan.”

Waar heeft jullie zoektocht jullie dan uiteindelijk gebracht?

“Tijdens het project kwamen we er heel snel achter dat het probleem niet zozeer met gender te maken heeft, maar met inclusiviteit: generaties, taal, gebruik van iconen … Het gaat dus veel breder dan het feit dat iets gebouwd is door mannen en gebruikt wordt door vrouwen. Maar die zoektocht was voor ons wel belangrijk. Zo zagen we het ook voor ons. Het opzetten van uitwisselingen. Het organiseren van cocreatiesessies. Door in gesprek te gaan met politici uit het Europees Parlement.

Het project heeft deuren geopend die daarvoor gesloten bleven. We hadden er immers noch de tijd, noch de knowhow voor.

Het project heeft deuren geopend die daarvoor gesloten bleven. We hadden er immers noch de tijd, noch de knowhow voor. Digitale inclusie was iets ‘on the side’. Het was voor ons een enorme meerwaarde om de ruimte en middelen te hebben om daar nu mee bezig te zijn: door de bezoeken die we brachten, het bezoek dat we kregen, de experts die we konden uitnodigen … Met het Erasmus+-project krijg je geen vergoeding voor de uren die je maakt, maar je heb een potje om uit te wisselen of om bijvoorbeeld je vrijwilligers te betrekken bij een netwerklunch … Dat zijn kleine dingen, maar ze zorgen voor een wereld van verschil.”

Jullie hebben heel wat inzichten verworven, maar voorlopig zijn er geen middelen om die ook in de praktijk om te zetten. Is dat niet frustrerend?

“We wisten dat we met dit project geen geld zouden hebben om software te ontwikkelen. Dat blijft nog een beetje een droom. Ines Van Langendonck, een experte in digitale duurzaamheid, was bij drie van de vier activiteiten betrokken, ook bij de laatste trip naar Zweden. Zij adviseert ons om tot bruikbare aanbevelingen te komen. 

Uit een recent onderzoek blijkt dat 40% van de Vlaamse volwassenen digitaal niet mee is. Als je ziet welke digitale ambities Europa koestert, dan zijn we niet goed bezig … 

We werken op twee sporen. We suggereren concrete verbeteringen aan de programma’s waarmee deelinitiatieven vandaag courant werken (Lend Engine en myTurn). En we formuleren ruimere verbetering gericht naar designers en naar het beleid. Voor ons was het een eyeopener dat gebruiksvriendelijkheid en inclusief design een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van de overheid, softwareontwikkelaars en gebruikers. Daarmee moeten we aan de slag als we iedereen mee aan boord willen krijgen. Uit een recent onderzoek blijkt immers dat 40% van de Vlaamse volwassenen digitaal niet mee is. Als je ziet welke digitale ambities Europa koestert, dan zijn we niet goed bezig … 

Foto: Sien Verstraeten - De Transformisten

Uiteraard hebben we met ons project slechts een kleine niche aangepakt. Het digitale veld is enorm. Maar we zijn ook effectief in gesprek gegaan met de softwareontwikkelaars van die digitale tools. Dat was een enorme meerwaarde. Daardoor heb ik nu niet meer het gevoel van “de hele boel moet om”. We moeten ook realistisch zijn. Iets van scratch bouwen is niet altijd beter en het kost heel veel geld. Je blijft zitten met het feit dat elk initiatief zijn eigenaardigheden en wensen heeft. Dat maakt het supercomplex. Maar ergens geeft dat ook rust: we kunnen het niet allemaal oplossen. Het perfect softwaremodel voor uitleendiensten bestaat niet.

Deelinitiatieven of “bibliotheken der dingen” zullen een onmisbaar onderdeel vormen van de circulaire samenleving van morgen, even onmisbaar als bibliotheken als knooppunten voor kennisdeling.

Met het project willen we wel bereiken dat we iets meer ‘au sérieux’ worden genomen. Deelinitiatieven of “bibliotheken der dingen” zullen een onmisbaar onderdeel vormen van de circulaire samenleving van morgen, even onmisbaar als bibliotheken als knooppunten voor kennisdeling. We hopen dat de Vlaamse overheid vandaag met dat gegeven aan de slag gaat. Het bibliotheeksysteem Wise bedient de bibliotheken in Vlaanderen. Als we willen dat mensen veel meer circulair leven en consumeren, dan moeten die uitleendiensten middelen of nieuwe kansen krijgen, zoals inkantelen in bibliotheken.” 

Heeft het project jullie Europese honger aangewakkerd?

“Dit project was voor mij ook een test om te zien hoe moeilijk of makkelijk het was om met Erasmus+ te werken. Concreet ging het om een “small-scale partnership” met een bijdrage van maximaal 60.000 euro. Voor een kleine organisatie zoals De Transformisten was dat een leuke springplank. Net omdat het een redelijk klein en beperkt project was, was het behapbaar. Prima dus voor een eerste ervaring. Jammer genoeg verlaat ik De Transformisten, maar mocht ik nog aan boord zijn gebleven, dan zou ik in de toekomst een “strategic partnership” durven aangaan met meer partners. Maar misschien missen we nu nog de man/vrouwkracht om daarop in te zetten.”  

Kortom, een aanrader.

“Ik kan alleen maar hopen dat meer Vlaamse sociaal-culturele organisaties op de Europese kar springen. Je leert veel van elkaar. Je blik verruimen is altijd positief. Dit soort projecten zorgt niet alleen voor middelen, maar ook voor energie en goesting om aan bepaalde zaken verder te werken.”


Max Frans

Max Frans

Scroll to Top