25
2024
Gevraagd: paleizen voor het volk en luwte-oases
Burgerinitiatief, Sociaal-cultureel werken
IJzersterke sessie op de Socius-Trefdag
Stefaan Segaert, medewerker bij Hart boven Hard, schreef deze blog naar aanleiding van de sessie ‘Derde plekken’ op de Socius-Trefdag op 21 november 2024.
Derde plekken roepen veel betrokkenheid op. Dat merk je aan de vragen en ervaringen – zowel persoonlijk als professioneel – van veldwerkers uit Vlaanderen, van Femmakrachten en Avansabewegers. Er zijn b(l)oeiende tussenkomsten uit de psychiatrie én we denken na over de bibliotheek als derde plek.
Een Trefdag van Socius is altijd een feest voor middenvelders en sociaal-cultureel werkers… Deze keer is het een Grote Samenkomst over het snijvlak van cultuur en welzijn. Met gedegen inleiders die ons op scherp zetten.
Wat zijn derde plekken?
Derde plekken – niet meteen een begrip die we dagelijks in de mond nemen – zelf moet ik denken aan Shelter for the storm, die oerdegelijke song van Bob Dylan.
Virginie Platteau (o.a. Waerbeke) noemt die plekken gedeelde gemeenschapsruimte, andere plekken dan thuis en je werk dus. Ook wel common ground genoemd. Het zijn niet-commerciële plekken. Er is ruimte om er samen te zijn, maar ook alleen, je artistiek uit te leven, een – het klinkt haast poëtisch – huiskamer in de stad.
Het zijn plekken die vaak organisch of van onderuit vorm krijgen, in het noorden van Frankrijk zijn ze sterk ontwikkeld – de moeite waard om later eens van dichtbij te bestuderen met de fiets. Maar de komende twee uur blijven we nog even in Vlaanderen …
Wat zijn luwte-oases?
Virginie heeft heel veel onderzoek gedaan naar rustige groene plekken op wandelafstand. Ze definieert ze ook als verloren ruimtes, zwerfruimtes, plekken die een beetje verborgen liggen, plekken waar je kan ont-prikkelen, je moet geen ticket scannen om er te zijn, geen verplichting om er te consumeren, het kan gepaard gaan met verkoeling of water …
De realiteit in Vlaanderen is dat stilte heel erg moeilijk te vinden is, laat staan absolute stilte. In welke dorpsboomgaard kunnen we vertoeven zonder ook nog autogeluiden of belendende grasmaaiers te horen?
Toch kunnen we kenmerken op die plekken kleven. Het gaat om buitenruimtes, hoewel volgens mij de ‘shelter’ van Bob ook nog kan. Je mag er zijn als burger. Luwte-oases zijn niet volledig dicht, er is contact met de wereld van buiten. Rust overheerst, het is een plek met kans tot buurtgerichte verbinding. De menselijke ingrepen zijn er eerder beperkt. Zo’n plek heeft iets ongerept waar je zelf ook verantwoordelijk voor bent. Geboden en verboden zijn er minimaal. De plek roept op om er zorgzaam mee om te gaan. Er bestaat een ontwerpgids rond luwte-oases, die gaan we later nog downloaden.
De realiteit in Vlaanderen is dat stilte heel erg moeilijk te vinden is, laat staan absolute stilte.
Over sociale infrastructuur en welkome plekken
Socioloog Stijn Oosterlynck leidt het tweede deel in. Een verhaal doorspekt met gedegen literatuur, academisch onderzoek en terreinkennis.
De meer metafysische vraag luidt als volgt: waar is er ruimte voor welzijn in de samenleving?
Het is ook nodig om de context in Vlaanderen vandaag accuraat te schetsen: op ontmoetingsruimte zit er heel veel druk. En de penetratie van economie is groot. Gezinsverbanden zijn geërodeerd. Ons tijdsgewricht kent een doorgeslagen individualisering. Eenzaamheid is een ernstig politiek probleem, veel mensen zijn single, de Amerikaanse onderzoeker Robert Putnam spreekt van ‘Bowling Alone’.
Verbindende en overbruggende contacten
Verbindende contacten zijn contacten met gelijken, die houden redelijk stand in onze samenleving.
Overbruggende contacten zijn al veel schaarser. Onderzoek wijst uit dat in etnisch heel gemengde wijken (wijken van superdiversiteit) mensen zich eerder terug trekken. Bovendien heeft sociale infrastructuur niet onmiddellijk een rendement en doorgaans zijn we weinig tolerant voor inefficiëntie. Stijn Oosterlynck stelt dat efficiëntie nu net als een tang op een varken botst met ontmoeting…
Hoe sociaal kapitaal aan te wakkeren?
Eric Klinenberg spreekt van het belang van ‘Paleizen voor het volk’, lees: gemeenschapsleven heeft een fysieke infrastructuur nodig. We zouden het de materiële onderbouw van de kansen op verbinding tussen burgers kunnen noemen. Of hoe sociaal weefsel niet los staat van ‘paleizen’. Lees: buurtcentra, parochiehuizen, stekken van SAAMO…
Hoe kunnen we derde plekken uitbouwen?
We zoomen in op de gemengde wijk Sint-Amandsberg, ze plakt aan het station Gent-Dampoort, de Dendermondsesteenweg is de centrale as die de erg dense plek doormidden snijdt. Mijn lievelingskroeg Café Europa heeft er de beste gitzwarte koffie van heel Gent. Albanese, Bulgaarse en Gentse Gentenaren delen er vaak het terras. Ik luister er naar de slechtst denkbare blitse Balkanpop. En toch ben ik aan de plek verknocht.
Steden en beleidsmakers worden overspoeld door vragen over ruimte, allerlei groepen in de samenleving zoeken onderdak, naar plekken voor huiswerkondersteuning, om er lezingen, krea, voetbal, cursussen, kerstfeesten, gebed, bordspelen … van onderdak te voorzien. Sommige plekken zijn geclaimd, anderen met minder macht of minder politieke connecties moeten wachten.
Hoe richt je een ruimte in waar iedereen zich thuisvoelt? De Turkse smaak matcht vaak niet met de hipsterinvulling van planten in palettenbakken en zich nestelen op boomstammen. Een interessant spanningsveld.
Steden en beleidsmakers worden overspoeld door vragen over ruimte
Twee praktijken waaruit we veel kunnen leren
- Kring Heilig Hart is een parochiale plek geworteld in de katholieke zuil. Het is eerder gericht op gevestigde bewoners, een vergrijzend en uitdunnend verenigingsleven versmalt de basis van de achterban. Mensen met een migratieachtergrond vinden de weg er niet naartoe, de beheerders zijn in rouw, er is ook weerstand om er een gemengde plek van te maken … De plek zit in het defensief, is zoekende, en de beheerders hebben moeite de plek publiek te laten bestaan.
- De Pastory. Grenzend aan een ontwijde kerk is het een levendige hub die op korte tijd van onderuit , door gedreven en goed van wanten wetende buurtbewoners is gegroeid.
- De Pastory en de Kring hebben gelijkaardige doelen. Wijkbewoners toegang geven tot buurtnetwerken, er is evengoed een bar die uitnodigt om te blijven plakken, een babbeltje te slaan. In de Pastory zijn er allerlei activiteiten met allerlei accenten, van een verzetscafé over een kleine interactieve theateropvoering tot een groep buurtbewoners die op 13 oktober samen naar de verkiezingsuitslagen kijkt …
De toehoorders mengen zich
Er zijn heel veel weg-en-weer-vragen en tussenkomsten bij de pakweg dertig aanwezigen. Het gesprek komt nu echt onder stoom. Wat zijn derde plekken voor nieuwe groepen in aankomstwijken? Welke rol hebben bars en restaurants, kappers en copytheken in de Brugse Poort, in de Offerandestraat? Stijn noemt het Heirnispleintje waar Oost-Europese groepen op zaterdag verzamelen. Ik herinner me inderdaad de viering van de Bulgaarse nationale feestdag op die plek: er werd enthousiast gedanst en rijkelijk burek gedeeld.
Waar trekken jongeren naartoe die zich willen onttrekken aan het oog van hun ouders? Bieden de parken hen wat ze zoeken? Hoe kunnen we het wachten aan schoolpoorten zo organiseren dat het kansen op ontmoeting en gesprek vergroot?
Hoe kunnen tijdelijke plekken toch verduurzaamd worden? Kan de metafoor van een campinguitbater helpen om nieuwe derde plekken meer stabiliteit te geven? Wat kunnen we leren van beheerformules in Barcelona? Wat met het cultuurcentrum, de bibliotheek? Wim van Avansa Oost-Brabant vertelt over de diverse gebruikers van een bibliotheek in Oslo, iemand noemt Berlijn, we dwalen met een Femmawerkster in Limburgse mijnwijken. Hoe kunnen we rond plekken met ‘herinneraars’ werken? Wat is er nodig voor de transitie van een bib tot een ’belevotheek’? Wat betekent kwartier maken in de context van een psychiatrische setting in Pittem? Wat gebeurt er in dat verband nu al in de culturele infrastructuur van Tielt en Roeselare?
Ik praat nog na met Kurt van Avansa Mid-en Zuidwest. Als burger is hij betrokken bij derde plekken in de Sint-Rochusbuurt en wijk Sint-Elisabeth in Kortrijk. De stedelijke overheid begrijpt niet altijd hoe ze kunnen bijdragen aan sociaal weefsel rond de Boerderijstraat, de Beekstraat, formeel en informeel parkgebied … Moeten er meer schepenen en politieke studiediensten aansluiten op dit soort trefdagen?
Gewoon kijken wat er gebeurt is een goed begin
Het uitstekende hoog-interactieve gesprek eindigt met een mooie uitsmijter. Soms moet je ruimte creëren en kijken wat er gebeurt. Kijken welke nieuwe ontmoetingen er zijn. Niet interventionistisch zijn. Meer zen, meer afstand, hebben we nog tijd om te observeren in het middenveld?
Sociaal-cultureel werk dat werk maakt van het faciliteren en observeren van witruimte, het lijkt wel een inhoud die meteen voer biedt voor een volgende trefdag van Socius.
Mee te nemen
Er dienen zich veel kansen aan om de woeste en kabbelende gedachten van deze voormiddag een plek te geven. Ik hol naar een laatste schrijfsessie van het beleidsplan van Hart boven Hard en doe in alle bescheidenheid een enthousiast pleidooi om ‘de paleizen van het volk’ er een volwaardige plek te geven. In Lokeren hebben we ook een nieuwe derde plek op het oog. To do: delen van dit verslag met de lokale Hart boven Hard-groep. Maandag verkennen we de mogelijkheden van verbindend sociaal-cultureel werk rond de Varkensmarkt in Aalst. En welke plekken heeft Ninove nodig nu Forza de sjerp omgordt?
Deze studiedag/ochtendsessie kwam op het best denkbare moment. De tijd is rijp om veel actiever de derde plekken te koesteren en uit te bouwen.
En hoe mooi het visioen van ‘laat duizenden paleizen voor het volk bloeien’ …