16
2015
Internationaal bewegingswerk: leer uit het verleden
Als beweging wil je maatschappelijke verandering realiseren. Dat vraagt naast een lokale ook om een Europese en zelfs internationale aanpak. Hoe richt je je blik op het buitenland en wat kan je leren van de werkwijze van de oude sociale bewegingen uit de 19de eeuw?
Dirk Barrez – journalist en medeoprichter van NewB en Dewereldmorgen.be – schreef voor ons de tekst Van vlag tot hashtag: bewegingen & globalisering. In een gesprek hierover raadt hij bewegingen aan te leren uit het verleden.
Drie ‘golven’ sociale bewegingen
Dirk Barrez onderscheidt drie ‘golven’ sociale bewegingen:
- De oude sociale bewegingen (vakbonden, boerenbewegingen, vredesbewegingen, vrouwenbeweging) ontstaan in de 19e eeuw.
- De nieuwe sociale bewegingen (de milieubewegingen, de Noord-Zuidbewegingen, de mensenrechtenorganisaties) ontstaan in de jaren ’60 en ’70.
- Het fluïde middenveld (antiglobalisten, Indignados, Occupybeweging) ontstaan in de jaren ’90.
Je kan kritiek formuleren op elk van deze bewegingen. Maar wat kunnen ze van elkaar leren en hoe kunnen ze hun krachten bundelen?
De fluïde beweging is sterk maar wars van structuur
De fluïde beweging is internationaal zeer sterk. Via nieuwe sociale media slaagt ze erin heel wat mensen te verenigen en de aandacht voor maatschappelijke thema’s in de media spectaculair te doen stijgen. Met de kritische analyse van het beleid van het IMF en de Wereldbank heeft ze ook de oude sociale bewegingen wakker geschud. En dat was nodig. Want heel wat van die oude bewegingen hadden niet in de gaten dat ze meedraaiden in een systeem dat eigenlijk meer ongelijkheid produceerde, dat zich niet bekommerde om het milieu, etc. Toch weigert de fluïde beweging zich te organiseren. Ze blijft steken in protest, formuleert geen of te weinig krachtige alternatieven en boekt relatief weinig ‘tastbare’ successen. Volgens Dirk Barrez kan het fluïde middenveld daarom heel wat leren van de oude sociale bewegingen.
Wat maakt de oude sociale bewegingen zo krachtig?
Vakbonden en boerenbonden realiseerden de achturige werkdag, stichtten en bouwden ziekenfondsen, winkelketens, banken, kranten met honderdduizenden en zelfs miljoenen leden, klanten, lezers… . Ze zijn sterk uitgebouwd en hebben veel én verschillende instrumenten die tot resultaat kunnen leiden. Een greep uit het arsenaal:
Ze hebben grip op de economie
Wat de werknemersbewegingen zo sterk maakt, is dat ze impact hebben op de economie en dat ze soms zelf economie maken. Door de syndicale macht die ze hebben, dwingen ze andere arbeidsvoorwaarden af. Ze zijn er ook in geslaagd zelf coöperaties op te richten die zorgen voor een meer democratische en sociale economie. Dit maakt hen sterk: ze zijn niet afhankelijk van subsidies die elk moment kunnen verdwijnen. Dat is iets waar de nieuwe sociale bewegingen niet meer in slagen.
Ze oefenen aanhoudend druk uit
Een andere sterkte is dat ze aanhoudend druk uitoefenen en blijven ijveren voor de speerpunten van hun thema. Stel je voor dat vakbonden jaarlijks van thema of campagne hadden gewisseld (zoals bij heel wat bewegingen vandaag): het ene jaar de achturige werkdag, het jaar daarna gelijke rechten van mannen en vrouwen en het jaar daarop de loonvoorwaarden. Dan was daar niets van terecht gekomen. Je moet aanhoudende druk uitoefenen tot je ambities gerealiseerd zijn.
Ze zetten successen om in weerbarstige sociale structuren
Door zich te organiseren zijn de oude sociale bewegingen er ook in geslaagd een aantal weerbarstige sociale structuren te realiseren (sociale zekerheid, recht op onderwijs, recht op gezondheidszorg, recht op vakantie, etc.). Deze ‘successen’ verdwijnen niet meteen wanneer er een andere politieke meerderheid aan de macht komt. Het probleem van de fluïde sociale bewegingen is dat ze weigeren zich te structureren. Maar zo realiseren ze geen verandering. Bewegingen die zich niet organiseren en geen structurele alternatieven verwezenlijken in de economie, de wetgeving en de samenleving, worden gewoon weggeblazen.
Ze zijn internationaal én democratisch
And last but not least: de oude sociale bewegingen zijn internationaal én democratisch gestructureerd. Nog altijd te weinig volgens Dirk Barrez. Maar toch zijn de boerenorganisaties en de syndicaten wereldwijd de allergrootste sociale organisaties en representeren ze elk meer dan honderd miljoen leden. Deze internationale aanpak is cruciaal. Je moet weten wat er in de wereld gebeurt om te weten wat je op Vlaams niveau kan doen. Bovendien is je strijd veel krachtiger als je deze met andere landen en internationale organisaties voert.
Hoe internationaal aan de slag?
Internationaal werken kan op verschillende manieren. Wat kan je doen?
Druk uitoefenen op overheden
Als beweging in Vlaanderen ben je vaak lid van een internationale koepel. Die oefent druk uit op overheden en verricht lobbywerk op Europees of internationaal niveau over het thema waarin je actief bent. Veel besluitvorming speelt zich immers af op Europees en internationaal niveau. Maar veel organisaties laten zich monddood maken door die koepel. Vraag je vooral af wat die koepel kan betekenen en wat jij als beweging met die koepel wil bereiken.
Overheden aanklagen
Een andere mogelijkheid is de gerechtelijke weg. Denk aan de Klimaatzaak: een groep burgers klaagt de Belgische overheden aan wegens nalatig klimaatbeleid. Laat je zaak echter niet sneuvelen in die gerechtelijke molen. Justitie is niet erg bedreven in snel en adequaat dossiers aanpakken. Daarom kan je volgens Dirk Barrez naast de gangbare gerechtelijke weg, ook zelf een tribunaal organiseren in de geest van de Russell-tribunalen. Je geeft alle partijen de kans om zich te laten horen. Dit kan nationaal, maar ook internationaal. Let wel, zelfs al krijg je gelijk van de rechter, dit betekent nog niet dat er daadwerkelijk iets verandert. Daarom formuleer je ook best zelf alternatieven.
Zelf alternatieven formuleren
Sociale bewegingen moeten durven dromen en zelf met alternatieve antwoorden op de proppen komen. Inspiratie genoeg in het buitenland. De kunst is wel om deze ambities ook daadwerkelijk te realiseren. Bij de opstart van NewB waren er honderd en één redenen om er niet aan te beginnen. In het begin was er alleen maar een droom. Maar meer dan 48.000 mensen geloven erin, hebben erin geïnvesteerd en willen dat NewB financiële diensten levert. Dat leidde in 2015 alvast tot een eerste product. Je kan je steeds afvragen “Gaat het lukken?”, “Hebben we het niet onderschat?”, “Zijn we goed voorbereid?”. Maar als je daarin blijft steken, kom je nergens.
Zelf economie maken
Soms moet je alternatieven gewoon zelf realiseren. En dat kan ook op het terrein van de economie. De eerste reflex van veel bewegingen, is te kijken waar ze subsidies kunnen krijgen. Maar dat is de laatste vraag die je moet stellen. Bewegingen zijn nog aarzelend wat maatschappelijk ondernemen betreft. Maar economie is meer dan al te machtige multinationals en aandelenbeurzen die de media domineren. Economie is in feite alles wat welvaart en welzijn creëert én verdeelt. Economie moet vertrekken vanuit de vraag “Wat vinden wij het goede leven? En welke economie hebben we nodig om dit te realiseren?”
Goede voorbeelden uit het buitenland
De goede voorbeelden uit het buitenland liggen voor het rapen. Analyseer waarom ze werken en leer eruit: ook dat is internationaal werken. Dirk Barrez raadt aan te kijken naar Zwitserland. Daar zie je dat autodelen veel beter georganiseerd is en misschien wel 10 keer meer impact heeft dan bij ons. Hoe komt dat? Bij ons is Cambio een privé bedrijf met 721 wagens dat momenteel 22.000 gebruikers bereikt. In Zwitserland gaat het om een geheel van coöperatieve bedrijven. Voor heel wat maatschappelijke problemen kan een samenleving zelf hefbomen ontwikkelen die anders zijn dan de klassieke economie en vaak veel krachtiger.
Meer dan alleen netwerken
Expertise opdoen in het buitenland, uitwisselen, netwerken… . Maar je moet er natuurlijk ook iets mee doen! Zorg dat de internationale werking van je beweging gedragen wordt door heel de organisatie zodat de opgedane expertise kan doorsijpelen in je werking. Koppel terug en ga aan de slag. Dat is echt beweging máken.