12
2017
Leerreis ‘Werken met ruimte in de stad’
In de zomer van 2016 trok Socius met een groep professionals drie dagen op leerreis door Brussel. De focus van de reis: ‘werken met ruimte in een stedelijke context’. Op het programma: verschillende praktijkbezoeken, gesprekken met experten en reflectie- en doe-opdrachten. Met de activiteit gingen we op zoek naar praktijken die antwoorden bieden op de uitdagingen van vandaag en zo bijdragen aan maatschappelijke verandering. We wilden de praktijken niet alleen zichtbaar maken, maar ook kansen creëren voor verbinding en professionals uitnodigen om kennis en ervaring te delen met elkaar. De leerreis bleek hiervoor een ideaal format.
Maatschappelijke uitdaging
De fysieke en publieke ruimte staan steeds meer onder druk. Steden worden groter en steeds dichter bebouwd. Bewoners krijgen te maken met een gebrek aan open ruimte: groene ruimte, publieke ruimte, ontmoetingsruimte, stille ruimte, enz. Ruimte is een nood en behoefte waarvoor mensen bereid zijn zich te engageren. Denk in Brussel maar aan het bekende ‘Picnic the streets’ of het iets minder gekende ‘Free 54’. Beide succesvolle sit-ins om de publieke ruimte terug te claimen.
Ruimte is ook een plek waar heel wat andere maatschappelijke uitdagingen samenkomen: een bevolkingsgroei die vraagt om een capaciteitsuitbreiding van infrastructuur, een groeiende diversiteit die leidt tot een toenemende nabijheid, ecologische vraagstukken en mobiliteitsproblemen. De inrichting, beschikbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van de publieke ruimte spelen dus steeds meer een rol in de wijze waarop we samenleven.
Ruimte in de stad
De keuze voor Brussel als doel van onze leerreis had te maken met de stad zelf. In steden en verstedelijkte gebieden zijn maatschappelijke uitdagingen steeds scherper waarneembaar. Net de dichtheid en verwevenheid van deze uitdagingen maken van de stad een geschikte plaats voor experimenten rond alternatief ruimtegebruik. Want uitdagingen brengen ook kansen met zich mee.
Ruimte in de stad is dus niet alleen een uitdaging, maar ook een kans en zelfs een middel. Tijdens de leerreis bekeken we hoe professionals en organisaties de ruimte zélf als hefboom kunnen gebruiken om hun missie te verwezenlijken. Wat zijn mogelijkheden om te werken met ruimte in de stad? Enkele pistes die naar boven kwamen, zijn het tijdelijk gebruik van een ruimte, het beheer van ruimte volgens het principe van de commons, ruimte als concrete plek om coalities te vormen en om interventies te doen. Tijdens onze reis bleek echter al snel dat deze pistes nooit zuiver van elkaar te onderscheiden zijn en dat ze in de praktijk vaak door elkaar lopen.
Tactical urbanisme
Op de kop van de reis lichtte Aurelie De Smet (Erasmushogeschool Brussel) het concept ‘Tactical urbanisme’ toe. ‘Tactical urbanisme’ is een combinatie van de meer conventionele planningslogica met wat we ‘guerrilla urbanisme’ kunnen noemen. De conventionele ruimtelijke planningslogica is in vele situaties niet meer geschikt: het houdt onvoldoende rekening met duurzaamheidsvraagstukken, kent een tekort aan participatie en is weinig flexibel. Daartegenover zie je heel wat kleinschalige burgerinitiatieven opduiken die zelf oplossingen aanreiken voor de uitdagingen die zich lokaal stellen. Deze initiatieven zijn vaak zeer vindingrijk, creëren betrokkenheid en worden gekenmerkt door een meer organische en flexibele ontwikkeling.
“Wat we nodig hebben is ‘Tactical urbanisme’: een kruisbestuiving tussen conventionele strategische planning en kortstondige, flexibele tactische acties ofwel een coalitie tussen ruimtelijke planners en civiele actoren.”
Interessant is dat deze coalitie tijdens de leerreis in het klein belichaamd wordt: er zijn vooral deelnemers die de civiele kant representeren, maar er zijn er ook die meer voeling hebben met de logica van de ruimtelijke planning zoals professionals uit stadsontwikkelingsdiensten of andere gemeentelijke en stedelijke diensten.
Rocsa vzw
Evelyne Deceur getuigde vanuit haar ervaring bij de sociaal-artistieke werking Rocsa vzw. Rocsa vzw werd gevraagd om de geïsoleerde positie van de Gentse Rabotwijk te doorbreken en bewonersbetrokkenheid te organiseren. Door te zoeken naar aansluiting tussen de bewoners en passanten, en door de manier waarop overheden en ontwikkelaars een toekomst voor de buurt uittekenden. Dit resulteerde in De Site: een brownfield, dat in afwachting van sanering en verkaveling werd ingericht als een tijdelijke creatieve ontmoetingsplaats.
De ervaringen die Evelyne met ons deelde, waren herkenbaar. Je tussenkomsten als sociaal-cultureel werker zijn altijd onvoorspelbaar, hebben steeds een open einde. Je zit per definitie gevangen tussen diverse spanningen: tussen project en proces, tussen verantwoorden en verantwoordelijkheid nemen, tussen individueel en collectief werken, tussen samenwerken en profileren, tussen tijdelijkheid en duurzaamheid …
Waiting spaces
Aurelie De Smet gaf ook tekst en uitleg bij het concept ‘waiting spaces’, een concept dat tijdens de leerreis vaak terugkwam. ‘Waiting spaces’ zijn plekken die door een vorige gebruiker verlaten werden of waarvan het gebruik nog bepaald moet worden (of vertraagd wordt). Op die plekken kunnen ‘tijdelijke’ praktijken ontstaan die de stad op een heel andere manier vormgeven dan dat zou gebeuren vanuit een meer conventionele planningslogica. ‘Waiting spaces’ kunnen de toekomst op een concrete manier verbeelden of plaats bieden aan initiatieven die de huidige stand van zaken in de stad in vraag stellen. Net het tijdelijke karakter maakt experimenteren mogelijk. Er wordt gezocht naar ‘zichtbare’ alternatieven die een vruchtbare grond kunnen vormen voor het permanente. We kunnen proeven van hoe het anders kan.
“Waiting spaces’ kunnen de toekomst op een concrete manier verbeelden of plaats bieden aan initiatieven die de huidige stand van zaken in de stad in vraag stellen.”
Allee du kaai
Een mooi voorbeeld van een ‘waiting space’ is Allee du kaai. In afwachting van de definitieve herinrichting van de Brusselse Materialenkaai, wordt deze ruimte ‘tijdelijk’ gebruikt door jongeren. Het is een plek waar ze spontane acties kunnen opzetten, waar ze kunnen doen wat ze willen, waar ze fouten kunnen maken. De informele ontmoetingsplek biedt ruimte voor initiatief, met een aanbod van lessen acrobatie en skateboard, over workshops houtbewerking en schilderkunst, tot administratieve bijstand. Doel is een dynamiek te ontwikkelen die een blijvende impact heeft op de omliggende buurten en die zo een voorafspiegeling is van de toekomstige bestemming.
De deelnemers zijn onder de indruk. Allee du kaai is een gigantische plek waar allerlei vzw’s en burgers terechtkunnen. De kale, doodse site werd met tweedehands materiaal omgetoverd tot een bruisende ontmoetingsplaats. ‘Donation4creation’ noemen ze het. Je kan gratis onderdak krijgen voor je project als je je activiteit ook openstelt voor iedereen die goesting heeft om af te komen. En iedereen die goesting heeft, komt ook af. Allee du kaai is een plek die mensen in al hun verscheidenheid verbindt. Studenten, jongeren uit de buurt, sans-papiers, mensen uit de psychiatrie, vluchtelingen enz.
De hoop is dat de huidige plek sporen zal nalaten in de nieuwe bestemming, dat ook daar mensen elkaar op een ongedwongen manier kunnen blijven ontmoeten.
Eind 2017 wordt het eerste gebouw afgebroken, een jaar later sluiten de deuren voorgoed. Het project moet dan plaats ruimen voor een nieuw park langs het kanaal. De hoop is dat de huidige plek sporen zal nalaten in de nieuwe bestemming, dat ook daar mensen elkaar op een ongedwongen manier kunnen blijven ontmoeten.
Commons Josaphat
Commons Josaphat gaat nog een stapje verder in het verbeelden van de toekomst. Commons Josaphat is een groep van mensen en organisaties die het principe van de commons ziet als een waardig alternatief voor heel wat uitdagingen in de grootstad en die wil nagaan of het idee toepasbaar is op de Josaphat-site, een braakliggend gebied op de grens van Schaarbeek en Evere dat aan weerskanten wordt begrensd door spoorlijnen. Vroeger was de site een goederenstation, maar een tiental jaren geleden werd het opgekocht door het Brussels gewest. Op het moment dat de groep hun blik richtte op de plek, was er nog geen nieuwe bestemming voor bepaald.
Nu ontwikkelen er zich tal van kleinschalige initiatieven: een gemeenschapstuin, een foodtruck met gerecupereerd voedsel, een mini-watertoren enz. Maar de ambitie van de groep gaat verder. Ze schreef een voorstel uit waarbij de grond als ‘commons’ wordt beschouwd met tal van mogelijke toekomstige bestemmingen. Commons Josaphat zit nog niet mee aan de onderhandelingstafel van het gewest, maar blijft actief inzetten op het idee en hoopt via verschillende acties de aandacht van de Brusselse overheid te trekken om hen zo mee te nemen in hun verhaal.
Citymine(d)
Met Jim Seghers en Sofie Van Bruystegem van Cityminde(d) bezochten we de Eggevoort Friche: een braakliggend terrein pal in de Europawijk. Wat hier gebeurt, vertaalt zich in heel wat projecten van Citymine(d): mensen samenbrengen rond stedelijke ontwikkelingen. Daarbij word steeds vertrokken vanuit iets concreets. In dit geval een ruimte of plek. Het idee is dingen te doen die een dynamiek op gang brengen tussen mensen, initiatieven, organisaties en instellingen die door de plaats met elkaar worden verbonden.
Bij Citymine(d) noemen ze dit ‘prototypes’ bouwen. Een prototype kan van alles zijn: een oprolbaar zebrapad, een soepmachine enz. Het bouwen ervan geeft mensen de kans om op een actieve wijze een bijdrage te leveren. Door iets te maken, geven mensen op een ‘andere manier’ input. Verschillende partijen – burgers, organisaties, overheden, bedrijven, onderzoekers enz. – worden op elkaar betrokken en vormen zo een heterogene coalitie. Een prototype is op die manier een vehikel om mensen samen te brengen en lokale kennis te verbinden. Omdat iedereen in de coalitie zich op onbekend terrein bevindt, moet gezocht worden naar een manier om samen te werken. Geleidelijk aan wordt bij de bouw een gemeenschappelijke taal ontwikkeld die de kennis van de verschillende betrokkenen naar boven brengt.
“Wat ik mee neem van deze reis om mee aan de slag te gaan? Concrete voorbeelden van verschillende types interventies, het creëren van prototypes en het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal.” (getuigenis deelnemer)
Iedereen Gorilla & Citizenne
Vormingplus Citizenne experimenteert al langer met interventies in de publieke ruimte: installaties, kunstwerken, ingrepen op pleinen en bushokjes enz. Met BE SSST, een initiatief rond stilte en vertragen in de stad, plaatste de volkshogeschool een reeks installaties in de publieke ruimte om aandacht en plaats te creëren voor een stad met een ritme op mensenmaat. De installaties prikkelen, verwonderen en maken mensen bewust van wat stilte kan zijn.
Iedereen Gorilla – een project van Mobiel 21- experimenteert met ‘Guerrilla urbanisme’ en probeert de impact en betekenis van die kleinschalige ingrepen te duiden. De stad ontwikkelt zich vanuit een diversiteit aan stromen, mensen en relaties daartussen. Het resultaat is een complex en onvoorspelbaar web. Stedelijke ruimten worden echter vaak eenzijdig ingevuld, als een dwingende herhalingsoefening zonder marge voor creativiteit en anders-zijn. ‘Guerrilla urbanisme’ wil de stedenbouw terug naar de burger brengen en hem de ruimte geven om op lokaal en kleinschalig niveau met alternatieven te experimenteren. Burgers zijn immers het best geschikt om de ruimte rondom hen mee vorm te geven.
Nick Deham (Mobiel 21) toonde hoe tal van kleinschalige ingrepen van burgers een groot effect ressorteren: experimenten met krijt waarbij straten door burgers heel anders worden ingericht, zelfgemaakte fietsstallingen op autoparkings, enz. Deham hield een sterk pleidooi om ‘Guerrilla urbanisme’ structureel mogelijk te maken zodat gebruikers alternatieven kunnen voorstellen en experimenteren in de ruimte. Op deze manier zou je deze kleinschalige burgerinitiatieven kunnen zien als een zichtbare en oefenbare verbeelding van de toekomst.
De leerreis als werkvorm
Tijdens de leerreis gingen de deelnemers ook uitgebreid met elkaar in gesprek. Daarbij bleek de diversiteit van de groep een grote troef. De leerreis was gericht op werkers uit het sociaal-cultureel volwassenenwerk, maar stond ook open voor professionals uit andere sectoren. Werken met ruimte vraagt om bijzondere coalities tussen verschillende types van spelers. De deelnemers weerspiegelden deze diversiteit.
“Ik heb veel goesting en inspiratie om aan de slag te gaan! Ik heb ook heel wat nieuwe contacten gelegd en mijn netwerk uitgebreid om toekomstige samenwerkingen op te zetten.” (getuigenis deelnemer)
De leerreis werd erg gesmaakt. We lieten tijdens de reis voldoende vrije ruimte tussen de praktijken waardoor deelnemers uitgebreid konden uitwisselen. Samenreizen brengt een aparte dynamiek teweeg: het creëert een gedeelde ervaring onder werkers, een band die ook toekomstige samenwerkingen faciliteert. Naar plekken reizen verruimt je horizon op een andere manier dan er over te lezen of er in een vormingslokaal over te horen. Op reis snuif je de sfeer op en beleef je wat er gebeurt en wat het teweegbrengt.
(Dit artikel verscheen eerder in het Socius Voortgangsrapport 2016.)