Er beweegt van alles

De rol van lokale adviesraden is zeker nog niet uitgespeeld. Maar de slagkracht ervan is voor een aantal burgers niet genoeg. Het ‘klassieke’ sociaal-cultureel werk heeft nog altijd een rol en betekenis voor het sociale weefsel van gemeenten en steden. Maar de beweeglijkheid en zichtbaarheid in het publieke debat is voor een aantal burgers te beperkt. En dus nemen ze zelf initiatieven. Burgerinitiatieven. Vanuit goesting en ambitie. Vanuit verontwaardiging of een gevoel van onrechtvaardigheid. Omwille van schitterende kansen die zich aandienen. Het lokale middenveld beweegt, breidt zich uit met nieuwe spelers en verandert van uitzicht.

Assertief en gericht op het doel

Die nieuwe burgerinitiatieven hebben allemaal iets gemeen. Burgers stellen zich assertief op. Zelfbewust. Ze voelen zich verantwoordelijk om iets teweeg te brengen. Ze willen zelf iets doen, iets realiseren en daarmee echt een verschil maken. Ze willen niet wachten op de anderen, op het juiste moment, op de welgekomen subsidie. Ze ondernemen. De hand aan de ploeg. En ze zoeken iedereen op die kan bijdragen aan het realiseren van het doel. Ze werken in netwerken en samenwerkingsverbanden. In Nederland bedacht men daarvoor de term ‘vitale coalities’.

Waarom ‘vitale coalities’?

Het is simpel. Vitale coalities zijn coalities van burgers onderling, van burgers en organisaties, of coalities waarin eventueel zelfs ook de overheid betrokken partij is. Ze worden ‘vitaal’ genoemd omdat ze dynamisch en innoverend opereren. Maar ook omdat ze betrekking hebben op thema’s van ‘vitaal’ belang: thema’s die er echt toe doen, waar mensen ook emotioneel of persoonlijk bij betrokken zijn. Ze zijn in die zin functioneel – omdat ze oplossingen proberen te creĂ«ren op vitale vraagstukken. Maar tegelijk geven ze mensen nieuwe perspectieven, nieuwe ruimtes om gezamenlijk ‘private’ kwesties tot kwesties van publiek belang te verheffen. Kinderopvang. Mobiliteit. Zorg. Participatie. Cultuur. Voedselproductie.

Participatie 2.0

De klassieke relatie van sociaal-cultureel werk met de lokale overheid verloopt via adviesraden en subsidiekanalen. En daar is op zich niets mis mee: daarmee erkent die overheid het sociaal-cultureel werk als lokaal middenveld Ă©n als een ‘gemeengoed’ dat zorg en ondersteuning verdient. Participatie betekent in deze context dat de overheid burgers betrekt bij beleidsvraagstukken die de overheid bezig houden.

Burgerinitiatieven keren die relatie radicaal om. Zij nemen zelf het heft in handen. En zij stellen zich assertief én coöperatief op ten aanzien van een overheid. Ze dwingen die overheid zelfs in nieuwe vormen van participatie. Participatie gaat in deze context over de vraag hoe burgers hun bestuurders kunnen betrekken bij wat de samenleving echt bezig houdt, bij wat echt leeft en nodig is in de lokale gemeenschap. Met andere woorden: hoe kunnen bestuurders en ambtenaren participeren in de levende processen van een lokale samenleving?

Beweeglijkheid en ambitie

Dat is wat we kunnen leren van deze burgerinitiatieven. Ze zijn beweeglijk: ze spelen snel in op kwesties en kansen. Ze kunnen snel nieuwe verbanden en nieuwe coalities aangaan. Ze slagen er in krachten en talenten te mobiliseren om te kunnen doen wat nodig is. En ze blaken van ambitie. Ze willen niets minder dan hun omgeving echt te transformeren. Ze willen levendige buurten. Ze staan voor een dynamisch cultureel leven. Voor een stad of gemeente waar mobiliteit en leefbaarheid in gezond evenwicht zijn. Voor nieuwe vormen van economie. Voor een levendige lokale democratie met een ‘kleine d’. Allemaal kwesties die ook in het klassieke sociaal-cultureel werk ons hart sneller doen slaan.

Zelf ook in vitale coalities stappen?

Rondkijken, daar begint het mee. Ontdek waar mogelijke partners zitten. Individuen. Groepen. Organisaties. Zoek uit hoe je met hen in vitale coalities kan stappen om jullie gedeelde zaak te versterken, want verbinden is het werkwoord van de toekomst.