jul
7
2022

‘Problemen enkel signaleren, heeft zelden effect’

Politiserend werken, Sociaal-cultureel werken

Praktijk

Sociaal werk helpt niet enkel mensen, maar wil ook sleutelen aan de samenleving. Net daar heeft sociaal-cultureel werk veel kaas van gegeten. Een mooie reden dus om meer bij elkaar over het muurtje te kijken, vinden Christa Truyen en Jan Van Hout van Avansa Kempen.

Tekst Peter Goris | Foto’s Mine Daelemans

Maatschappelijke verandering

Vlaanderen en Brussel tellen dertien Avansa’s, vroeger gekend onder de naam ‘Vormingplus’. Het zijn sociaal-culturele organisaties, verspreid over evenveel regio’s. Samen met burgers willen ze bakens verzetten voor een duurzame, inclusieve en solidaire samenleving.

‘Al kleeft politiserend werken aan alles wat we doen, toch gebruiken we die term weinig.’

Deze sociaal-cultureel werkers organiseren vormingsactiviteiten, ondersteunen vrijwilligers en bouwen netwerken rond uiteenlopende thema’s: zorg dragen voor landschap en milieu, bouwen aan toekomstgerichte dorpen, anderstaligen onthalen, senioren wegwijs maken op de digitale snelweg. Elke regio legt eigen accenten.

Avansa Kempen trekt doorheen dit bont lappendeken van projecten en activiteiten één rode draad: mensen en hun netwerken versterken door ze samen te brengen. Participatie en verbinding moeten uitmonden in maatschappelijke verandering.

Over het muurtje kijken

Maatschappelijke verandering klinkt als muziek in de oren voor sociaal werk dat politisering hoog in het vaandel draagt. Kunnen sociaal werkers wat leren van sociaal-cultureel werkers?

Met die vraag klopten we aan bij twee medewerkers van Avansa Kempen die vanaf de start, begin jaren 2000, mee aan boord waren. Jan Van Hout tekent er als adjunct-directeur mee de lijnen uit, Christa Truyen bouwt er als ervaren sociaal-cultureel werker mee aan innovatieve projecten.

Politiserend werken is een hot issue in sociaal werk. Ook in sociaal-cultureel werk?

Jan: “Al kleeft politiserend werken aan alles wat Avansa Kempen doet, toch gebruiken we die term weinig. Maatschappelijke verandering is onze kerntaak. De focus van deze organisatie staat niet op het empoweren van mensen, wel op het versterken van de samenleving door de juiste structuren en netwerken te smeden.”

“Ondanks dat verschil in woordgebruik, is het ondersteunend dat ook sociaal werkers politiserend werken naar voor schuiven. Het is de juiste keuze om samen mee te bouwen aan de samenleving. Deze ambitie van sociaal werk sterker verbinden met onze expertise zou een mooie win-win zijn.”

Waar liggen verschillen tussen sociaal werk en sociaal-cultureel werk?

Jan: “Een sociaal werker start vanuit cliënten die tegen problemen, drempels en hindernissen aanlopen. Een woonbegeleider botst met zijn cliënten elke dag op de wooncrisis en wil met zijn organisatie daar ook structureel iets aan veranderen. Naast individuele hulpverlening, is politiserend werken in sociaal werk een aanvullende, maar noodzakelijke, strategie om ook structuren te verleggen.”

‘Onze voelsprieten zitten in de brede samenleving, niet enkel bij mensen die tegen problemen botsen.’

“Bij sociaal-cultureel werk staan individuele problemen minder centraal. We versterken maatschappelijke ontwikkelingen, of sturen ze bij. Als wij werken rond huisvesting dan is dat omdat we daar vernieuwende maatschappelijke dynamieken zien, bijvoorbeeld co-housing. Onze voelsprieten zitten in de brede samenleving, niet enkel bij mensen die op problemen botsen.”

Hoe zien die voelsprieten eruit?

Jan: “Een goede sociaal-cultureel werker registreert scherp wat er in de samenleving gebeurt. We krijgen veel input. Avansa Kempen heeft een breed netwerk van lokale overheden, burgers, middenveldorganisaties, bedrijven, opleidings- en kenniscentra. We houden die contacten warm en proberen interessante ontwikkelingen te detecteren.”

Christa: “Elke sociaal-cultureel werker heeft zijn eigen stijl. Sommigen zoeken individuele contacten op, anderen gaan meer groepsgericht aan de slag. Ik probeer mijn ogen en oren altijd open te houden. Dat gaat zowel over een bewoner die me iets vertelt over zijn buurt, als een studiedag van een organisatie waar deelnemers allerhande signalen geven.”

Christa_Truyen
Christa Truyen: “Vanuit een krachtgerichte kijk bouw je de samenleving anders op.”© ID / Mine Daelemans

Een vijfkoppig team kan niet rond elk signaal aan de slag. Hoe selecteren jullie?

Christa: “Sociaal-cultureel werkers zijn procesbegeleiders, eerder dan inhoudelijke experten. We kiezen dus enkel voor projecten waarin die procesbegeleiding een meerwaarde heeft. Als zo’n begeleiding niet langer nodig is, dan verhuis ik naar een ander project. Flexibiliteit is eigen aan deze job.”

Jan: “Bovendien mikken we op projecten die boven het maaiveld uitsteken omdat ze ook maatschappelijke verandering kunnen realiseren. Als we in een buurt met bewoners aan de slag gaan rond sociale cohesie, doen we dat vooral omdat we geloven dat we vanuit zo’n concrete initiatieven de samenleving kunnen hertekenen.”

Kan je daar eens een voorbeeld van geven?

Christa: “Ik begeleidde enkele jaren een project rond eenzaamheid. Het was een mooie samenwerking met de ouderenbeleidscoördinator van OCMW Arendonk en de Vonk3-onderzoeksequipe van de Thomas More Hogeschool.”

“Vandaag is dit project levendiger dan ooit: veel meer vrijwilligers, veel meer activiteiten en nog meer enthousiasme. Intussen lieten we dat project los en is de lokale overheid nu de grote supporter van dit initiatief. ”

Waarom werkten jullie rond eenzaamheid?

Christa: “Eenzaamheid wordt vaak gezien als een individueel probleem dat je oplost door bij iemand wat vaker op bezoek te gaan, een boodschappendienst te installeren of een bewoner beter de weg te wijzen naar het lokaal dienstencentrum.”

‘We bleven weg van het stereotype dat sterke mensen moeten zorgen voor zwakke mensen.’

“Het is onze taak om vragen te plaatsen bij deze individualisering van problemen. Wij pakten het heel anders aan door te werken rond verbinding.”

Je maakt me benieuwd. Hoe deden jullie dat?

Christa: “We bleven weg van het stereotype dat sterke mensen moeten zorgen voor zwakke mensen. We zochten naar een gemeenschappelijke basis die mensen met elkaar delen: iedereen heeft iets te vragen en iedereen heeft iets te bieden. We brachten wie iets nodig heeft in contact met wie iets wilde doen. Een nieuw project was geboren: (H)echt Arendonk.”

“Als iemand graag alle kneepjes van de smartphone wil kennen, zal er zeker iemand zijn die hem daarbij kan helpen. Als een tachtiger zich fysiek niet sterk genoeg meer voelt om met de hond te gaan wandelen, is er ongetwijfeld een jongere die hem dolgraag vergezelt.”

Vandaag klinkt dat met initiatieven zoals Helpper evident.

Christa: “Tien jaar geleden was dat matchen van vraag en aanbod pionierswerk. We kozen er bewust voor om dat live te organiseren, met laagdrempelige en gratis ontmoetingsmomenten waarin mensen hun vraag en aanbod konden uitwisselen.”

‘Dankzij creadagen ontdekken mensen opnieuw dat ze nog kunnen knutselen.’

“Groot en klein, jong of oud: iedereen kon een eigen bijdrage leveren. Heel wat helpende handen hielpen maandelijks een gezamenlijke maaltijd bereiden. Andere vrijwilligers knutselden een tijdschrift in elkaar waarin vraag en aanbod bekend gemaakt werden.

“Als je een gezellig ontmoetingsmoment organiseert, dan zijn veel mensen plots meer mobiel dan ze zelf dachten. Dankzij creadagen ontdekken mensen opnieuw dat ze nog kunnen knutselen en beginnen ze opnieuw te leven.”

Jan_Van_Hout
Jan Van Hout: “Enthousiasme werkt aanstekelijk en helpt om sterke netwerken te maken.”© ID / Mine Daelemans

Waar zat de maatschappelijke verandering die jullie zo belangrijk vinden?

Christa: “De focus verschoof van eenzaamheid bij senioren naar verbinding tussen mensen. Vanuit die krachtgerichte kijk bouw je de samenleving anders op.”

“Bovendien doken door die bijeenkomsten verhalen op rond wat nodig is in de gemeente om verbinding en ontmoeting tussen mensen mogelijk te maken. Mensen die zorg nodig hebben of met vragen zitten over hun pensioen, ervaren hoge drempels naar een OCMW of CAW. In (H)echt Arendonk maakten bewoners die drempels concreet zichtbaar.”

Gebeurde er iets met die signalen?

Christa: “Er ontstond een mobiele equipe van vrijwilligers voor mensen die het moeilijk hebben. Het project en het OCMW kwamen dichter bij elkaar te staan en (H)echt Arendonk kreeg een eigen ontmoetingslokaal binnen het OCMW-gebouw. Dat was op vlak van toegankelijkheid voor alle partijen een meerwaarde.”

“Ook het lokaal dienstencentrum ‘Durgebont‘ groeide vanuit (H)echt Arendonk. De OCMW-maatschappelijk werkers bouwden hun kantoor uit in de cafetaria en zijn vandaag meer toegankelijk dan ooit.”

Jullie begeleidden in al die jaren al heel wat projecten. Hebben jullie een vaste succesformule?

Christa: “Ik vind het moeilijk om over succesformules te praten. Elk project is maatwerk. Je haalt niet gewoon methodiek x of y uit je schuif. Zo werkt dat hier niet. Je bricoleert de dingen waarvan je vanuit je ervaring denkt dat ze zullen werken.”

‘Als het plezant is, dan is dat een goed teken.’

Jan: “Bij die werkzame elementen horen zeker vreugde en goesting. Enthousiasme werkt aanstekelijk en helpt om sterke netwerken te maken. Als het plezant is, dan is dat een goed teken.”

“Vanzelfsprekend liggen er op de weg naar impact en succes ook meer strategische overwegingen. Zo was het voor een duurzame verankering van dit project cruciaal dat de ouderenbeleidscoördinator van het OCMW mee aan de knoppen zat. Dat was geen toevallige keuze: zonder haar was er geen zicht op een duurzame, lokale verankering.”

Avansa_Kempen
“Door de juiste kleine duwtjes te geven, kan je soms grote veranderingen realiseren.”© ID / Mine Daelemans

Vinden jullie het belangrijk om deze ervaringen te delen met andere gemeenten?

Christa: “We voelden dat dit project een broedplaats van vernieuwing was. Om die ervaringen te delen, hadden we een belangrijke troef aan boord: de wetenschappelijke begeleiding van een onderzoeksteam dat studiedagen organiseerde, inzichten publiceerde en een inspiratiegids maakte.”

‘Problemen enkel signaleren is te vrijblijvend.’

Jan: “Als een project succesvol en vernieuwend is, is de trein snel vertrokken. Want ook gemeenten leren graag elkaars goede praktijken kennen. Ik moet nog de eerste politicus tegenkomen die past voor een initiatief waarover burgers en organisaties enthousiast zijn.”

Toch even dat enthousiasme temperen: sociaal werkers hebben vaak het gevoel dat het beleid doof blijft voor hun signalen. Herkennen jullie dat?

Jan: “Er is niks mis met straathoekwerkers die aan een schepen van jeugd signaleren dat er op het plein geen ruimte is voor hun jongeren. Maar wat levert het op? Problemen enkel signaleren is te vrijblijvend. Het heeft zelden effect. Er is meer nodig. Je moet iets ondernemen.”

“Onze boodschap is: start ook vanuit sociaal werk projecten op die innovatief zijn, betrek er andere spelers bij. Laat kleine succesjes aanstekelijk werken. Door de juiste kleine duwtjes te geven, kan je soms grote veranderingen realiseren.”

Stoten jullie dan niet op weerstand?

Jan: “We geloven in de maakbaarheid van de samenleving. Maar we zijn ook realistisch: in een veranderingsproces heb je altijd 20 procent die mee is, 20 procent die weerstand biedt en 60 procent die de kat uit de boom kijkt.”

‘We geloven in de maakbaarheid van de samenleving.’

“Bij de opstart van een project mikken we op die 20 procent die mee aan de kar wil trekken. De positieve uitstraling van het project moet de 60 procent twijfelaars naar de juiste kant trekken. De 20 procent die op de rem gaat staan, zal je altijd hebben.”

“De uitdaging is om op die onvermijdelijke verandering impact te hebben door te faciliteren dat de juiste mensen aan de juiste touwtjes trekken. Als we niet geloven dat dit kan, kunnen we hier even goed meteen de deur dichttrekken.”

Tot slot: hebben sociaal-cultureel werkers een boodschap voor sociaal werkers?

Jan: “Sociaal werk evolueert in de juiste richting. Het sluit zich niet op in individuele hulpverlening waar de noden helaas eindeloos zijn, maar trekt mee aan de kar van maatschappelijke verandering.”

“Daar komen we op gedeeld terrein waar we elkaar kunnen versterken. Dat gebeurt nog te weinig. Want wil je maatschappelijke verandering realiseren, dan moet je de eigen grenzen durven doorbreken. Niet door te hopen dat jouw signalen opgepikt zullen worden of door enkel oplossingen te zoeken bij vertrouwde organisaties.”

“Breek dus door je eigen grenzen heen en mobiliseer bijvoorbeeld ook burgerbewegingen of bedrijven die goesting hebben om mee aan de kar te trekken. Pas als je het eigen eiland verlaat, kan je beweging brengen in de samenleving.”

Dit artikel kwam tot stand met dank aan Sociaal.Net


Mieke Vasseur

Mieke Vasseur

Scroll to Top