31
2016
Sint-Pieters Deelt
Er bruisen heel veel innoverende ideeën in de hoofden van sociaal-cultureel werkers. Maar hoe krijg je die ideeën gerealiseerd? Hoe kan je stakeholders overtuigen van jouw plan? Wat is er haalbaar en waar baken je grenzen af? Tijdens de innovatielabs van Socius toetsen praktijkwerkers hun ideeën af bij collega-sociaal werkers en komen zij tot een concreet businessplan waarmee ze de boer op kunnen gaan. Lobke van Vormingplus Brugge neemt je mee in haar persoonlijke zoekproces tijdens een innovatielab bij Socius.
Lobke Vermeire: De tijd dat cursisten passief in een lokaal zitten en de lesgever vooraan alle input geeft, is voorbij. Deelnemers willen actief bijdragen en mee betekenis verlenen aan wat zij leren. Toen ik hier twee jaar geleden begon te werken, wist ik dat ik het liefst aan projectwerk wilde doen. Ik wil vermijden dat de cursusmap achteraf gewoon op de stapel wordt gelegd in de kast. Als Vormingplus moeten we mensen blijven enthousiasmeren om deel te nemen aan de maatschappij. ‘What’s in it for me?’ is een vraag die ons doelpubliek zich stelt vooraleer ze zich inschrijven voor een project, workshop of cursus. Leren moet op de dag van vandaag functioneel zijn. Dat is alleszins mijn aanvoelen.
Wat waren jullie eerste stappen richting maatschappelijk innoveren?
Dat moeten onze repaircafé’s geweest zijn. Die hebben we zo’n vier jaar geleden opgestart. We willen mensen tonen hoe zij zelf dingen kunnen aanpakken, thuis of in hun omgeving. Daarna zijn we beginnen denken aan initiatieven die in het verlengde konden liggen van onze repaircafé’s, die haalbaar waren voor onze organisatie en stroomden met onze missie. Naarmate we meer zicht kregen op wat als maatschappelijk innoverend wordt beschouwd, merkten we dat we eigenlijk al lang in de goede richting aan het werken waren. We hebben veel ideeën, maar hoe kan je die allemaal in de praktijk omzetten? We hadden meer inspiratie nodig. Het innovatielab kwam dus als geroepen.
Wat maakt dat een organisatie kan inzetten op innovatie volgens jou?
Ik denk dat heel veel afhangt van mensen. Je moet jezelf durven openstellen voor nieuwe input, inspelen op kansen. Bij onze organisatie was iedereen bereid om mee op die trein te stappen. Dat vraagt wel wat van medewerkers, bijvoorbeeld de bereidheid om uit je veilige zone te bewegen. Het kan ook mislukken, maar misschien is dat niet erg, het gaat toch om het proces. Daarnaast is een groot netwerk ook belangrijk. Het geeft een bepaalde zekerheid te weten dat je daarop kan terugvallen. Mensen met een groot netwerk worden ook geïnspireerd door dat netwerk en zien sneller linken tussen praktijken of ideeën. Zo krijg je een interessante kruisbestuiving.
Met welk idee ben jij aan het innovatielab begonnen?
Ik was aangesproken door één van de buurtwerkers uit de wijk Sint-Pieters. Hij was al twee jaar bezig met de idee om diensten te gaan ‘makelen’, zoals bijvoorbeeld vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking. Het zou gaan om een aanbod voor mensen die niet in aanmerking komen voor ondersteuning vanuit de reguliere dienstverlening. Mensen die tussen de mazen van het net vallen, zeg maar. We waren zeker geïnspireerd door dit idee. Onze repaircafé’s liepen goed, we waren ook net gestart met een Geefplein. De vraag waarmee ik naar het innovatielab wilde stappen was: hoe groot moeten we dit aanpakken? Waar bakenen we af? Op het niveau van een wijk, of een gemeente? Per sessie van het innovatielab kreeg het concept meer vorm. Bij de start van het traject denk je heel breed en leer je de “ja-maars” achterwege te laten. Daarna probeerden we de doelstellingen van het concept scherp te krijgen, en dit alles in een plan te gieten dat haalbaar is én aansluit bij de missie van je organisatie.
En wat was het uiteindelijke resultaat?
Sint-Pieters Deelt is geëvolueerd tot een platform waar het de bedoeling is dat we producten en diensten aan elkaar koppelen: bijvoorbeeld buurman x helpt buurvrouw y bij het onderhoud van haar tuin. We verwijzen ook door naar bestaande projecten zoals bijvoorbeeld de plaatselijke LETSkring. Om het haalbaar te maken voor iedereen hebben we een groot bord geplaatst aan het buurtcentrum waar je oproepen kan hangen om diensten of goederen aan te bieden of te vragen. De stuurgroep, die bestaat uit partners uit de buurt, bepaalt welke extra activiteiten er georganiseerd worden. Vormingplus is dus vooral een facilitator en toeleider naar bestaande initiatieven. Op zich is Sint Pieters Deelt geen erg vernieuwend project, maar het is wel nieuw voor deze wijk. Sint-Pieters is één van de armste buurten in Brugge, door de spoorlijn en een drukke autoweg opgedeeld in vier kleinere wijkjes. Mensen uit de verschillende wijken komen bijna niet in contact met elkaar. We willen dat de sociale cohesie in de buurt daarom sterker wordt, en dat mensen opnieuw trots zijn op hun buurt. Maar de grootste uitdaging zal zijn om mensen te overtuigen effectief om hulp te vragen, daar heerst toch nog vaak veel taboe rond.
Hoe ervoer je de uitwisseling met de andere praktijkwerkers tijdens het innovatielab?
In ons lab zaten er o.a. vier medewerkers van verschillende Vormingplussen. Dit zorgde ervoor dat we elkaar goed konden aanvoelen, want je weet hoe hun job er in de praktijk uitziet. Voor het project had het misschien beter geweest dat de mix van de deelnemers diverser was, maar voor mezelf was dit heel aangenaam. Ik moest niet veel uitleggen over mijn jobinhoud of mijn organisatie. We konden dus eigenlijk meteen aan de slag gaan. Die uitwisseling, daar heb ik het meeste aan. De praktijkverhalen van anderen kunnen enorm inspirerend zijn. We boden elkaar geen kant-en-klare oplossingen, maar stelden vooral de juiste vragen die aanspoorden tot reflectie. Nu ook na het innovatielab sturen we regelmatig updates naar elkaar door. Het is fijn om op te volgen hoe ieders idee verder groeit en evolueert.
Over deze bijdrage
In 2017 plant Socius opnieuw enkele innovatielabs. Hou onze website in het oog voor meer informatie. Wil je nu al innoverend aan de slag? Neem dan zeker hier eens kijkje.
Je vindt hier meer informatie over Sint-Pieters Deelt.