6
2021
Zuur, smaakmaker voor gemeenschapsvorming in de stad
Crowdfunding als motor van sociaal-cultureel ondernemerschap
Zuur is een lockdownbier. Het werd gemaakt met lambic van Cantillon, de oudste guezebrouwer van Brussel, en volgens geheim recept vervolmaakt door En Stoemelings, een jonge Brusselse bierbrouwerij. Zuur is niet zomaar een bier. Het is het product van een campagne die door Growfunding werd opgezet om Brusselse cafés te helpen overleven. Zuur verbeeldt het engagement van burgers, (sociale) organisaties en overheden om het gemeenschapsleven in de stad, ondanks corona, levendig te houden en te versterken. Aan de basis ligt een crowdfundingcampagne die niet alleen een financiële, maar vooral een maatschappelijke meerwaarde biedt. Aan sociaal-cultureel werk doen, buiten het sociaal-cultureel werkveld. Dat is de unieke sterkte van Growfunding.
Tekst: Hilde De Brandt
Frederik Lamote is een Brusselaar in hart en nieren. Zijn verhaal verraadt meer dan grote genegenheid voor de stad en haar mensen, hier klopt het hart van een Brusselaar die de sterktes én zwaktes van zijn stad door en door kent. Was de sluiting van de Brusselse cafés zuur, dan was het netwerk dat errond ontstond betekenisvol en hartverwarmend. Permanente maatschappelijke analyse, eerlijke bijsturing en een stevige dosis lef vormden de belangrijkste ingrediënten. Frederik vertelt.
Spin-off
‘Growfunding startte als een onderzoeksproject sociaal-agogisch werk van Odisee Hogeschool. We wilden uitzoeken of en hoe crowdfunding kon worden ingezet om netwerken te bouwen, gemeenschappen te vormen, nieuwe projecten in een omgeving te verankeren. Daar hebben we drie jaar op gewerkt. In 2016 werd Growfunding gelanceerd als spin-off. Het grote verschil met andere crowdfundingplatformen is het feit dat funding geen doel op zich is. We zetten de methodologie in om meerwaarde te genereren op vlak van beweging, gemeenschapsvorming, educatie. We ondersteunen uitsluitend visiegedreven projecten die inspelen op maatschappelijke uitdagingen.
Corona had grote impact op onze werking. Sommige projecten gingen in pauze. Het heeft geen zin om middelen te verzamelen voor de inrichting van een buurtlokaal waar je niet kan samenkomen. Andere werden niet meer heropgestart. Ook de inflow van de projecten was anders. Als we betekenisvol wilden blijven, moesten we omdenken.’
GrowSolidarity
’We kennen de stad, we lopen er elke dag door. Al heel snel wisten we dat de eerste lockdown voor ongeziene humanitaire problemen zou zorgen op vlak van huisvesting, voedselbedeling… Basic dingen waren plots bedreigd. Daarom lanceerden we de projectoproep #GrowSolidarity. Hoewel we een online platform zijn, wil onze werking mensen offline bij een project betrekken. Dat lag dus wel wat moeilijk. Het moest dus anders. Wat ook anders moest: de ‘alles of niets’-regel’. In deze omstandigheden was het ophalen van het volledige doelbedrag minder relevant, omdat alle beetjes hielpen. En we namen geen fee op projecten. Dat leek ons niet aan de orde. Eigenlijk keerden we onze werking binnenstebuiten.
We startten super laagdrempelig. Iedereen kon – zelfs via telefoon – projecten insturen. We hielpen een tekstje online te zetten. Tien lijntjes: wat, waarom, hoe. En we zetten grafici aan het werk om dat illustratief te ondersteunen. Dit is Brussel, hier was veel werkloos talent. Een restaurant stelde bijvoorbeeld haar keuken ter beschikking, een groep had 1.500 euro basismateriaal nodig om als buurtkeuken te starten. We gingen ervoor. Belangrijk issue was ook de digitale kloof. Heel veel projecten wilden extra laptops verzamelen. We hebben dat aangekaart bij de VGC en we zijn hand-in-hand gegaan. We maakten een financieringsmix van burger tot filantropie en overheid. ‘Iedereen Digitaal’ werd daardoor ook een win voor iedereen.’
Ander verhaal
’Na afloop van de #GrowSolidarity-campagne zagen we onszelf geëvolueerd van ‘participation based’, naar ‘donation based’. Pure donatie. Dat wilden we anders. Daarom schreven we tijdens de tweede golf een ander verhaal.
De projecten rond cafés hadden erg goed gewerkt. Een café is dan ook superbelangrijk. Terrasje doen, pintje pakken, achterover zitten en kijken. Je komt op café ook veel mensen tegen. Het is een unieke plek met veel netwerken van geëngageerde mensen. Cafés zijn een gemeenschap. De plekken waar je kruist zijn theaters, culturele centra en… cafés. Zeker in Brussel zijn het ontmoetingsplekken van mensen die actief zijn in de stad. Elk café heeft bovendien zijn eigen netwerk.
We hadden een groot draagvlak vastgesteld om iets te doen rond cafés, maar we wilden er dit keer wederkerigheid aan koppelen. De rewards boden die kans. Een reward is een beloning voor de investeerder, in ruil voor zijn bijdrage.
Het project vertrok vanuit het café, niet als bedrijf, maar als gemeenschapsplek. De redenering was dat, als we vanuit de gemeenschap vertrekken, die gemeenschap ook de rewards moet kunnen aanbieden. In het netwerk van elk café zitten vertegenwoordigers van sociaal-maatschappelijke, economische of culturele actoren. Aan hen wilden we vragen om die te leveren. Dat kon een ambachtelijk product of eender wat zijn. Maar om dit concept haalbaar en betaalbaar te maken, hadden we middelen nodig. Die vonden we bij het Brussels Gewest.
Het Brussels Gewest engageerde zich om voor elke particuliere donatie, extra middelen uit haar Relanceplan bij te passen. Die werden geïnvesteerd in de productie van de rewards, en kwamen zo eigenlijk terecht in de lokale en circulaire economie. Een donateur van 30 euro kon er bijvoorbeeld voor kiezen om ergens in de stad een boom te laten planten. Zijn 30 euro kwam bij zijn favoriete café terecht, de kost voor de beloning die hij ervoor wilde ontvangen, werd door het Gewest betaald.
We schakelden ook ons eigen netwerk in. Heel veel organisaties die door onze crowdfunding waren geholpen, wilden graag iets terugdoen. De vraag was ook tof: Wil je extra inkomsten voor je project, en tegelijk ook je favoriete café redden? Niemand zei nee.’
Sprout to be Brussels
’De return was helder: mensen ontdekten nieuwe cafés, nieuwe producten en nieuwe leveranciers en sociale organisaties. Een café helpen redden leverde je bijvoorbeeld een etentje in een sociaal restaurant op. Op zich is dit echt sociaal-cultureel ondernemerschap. Maar om dat werkelijk een gezicht te geven hadden we een overkoepelende campagne nodig. We trokken onze stoute schoenen aan en gingen naar TBWA, de bedenkers van de ‘Sprout to be Brussels’-campagne. Wist ik veel wie dat precies was. We vroegen hulp en ze zegden ja. Hun campagnevoorstel was geniaal.
Zuur is de smaak van lege cafés. Het werd tegelijk de saus om alle projecten onder één noemer te brengen. We hebben een bier nodig, stelde TBWA. Goed, dat was niet moeilijk. We hadden al eerder samengewerkt met En Stoemelings, en zij op hun beurt met Cantillon. Ik pakte de fiets, trok naar Cantillon en het werd geregeld op de oprit. Netwerk en vertrouwen.
Enkele weken later startte een geweldige campagne met video, affiches en zelfs een radiospot. We konden onder meer rekenen op de stem van Josse Depauw. Iedereen zette zich belangeloos in. We volgden de netwerken rond en tussen cafés nauwkeurig op, en zagen hoe Zuur zich als een virus over de stad verspreidde. De cafés, maar ook alle participanten en het gemeenschapsleven, werden er beter van.
We sloten Zuur af met Soirée Zuur. In alle 82 cafés konden de biertjes worden afgehaald. We zorgden voor toeters en bellen, voor fanfares op straat. Feest, want ondanks de lockdown konden we beweging blijven maken. Mensen blijven connecteren met hun netwerk en met de stad. Donateurs zijn fier: ze hebben een café gered. Ze zitten voortaan met veel meer eigenaarschap op het terras. Het is hier ook van mij, ik ben hier thuis.
Of we op deze grote schaal gaan blijven werken? Nee, je moet jezelf blijven. Onze unieke kwaliteit is diepgaand werken met mensen. Dat is maatwerk. We hebben aan sociaal-cultureel werk kunnen doen, buiten de sociaal-culturele sector. We hebben geld voor sociale economie ingezet om gemeenschapsvorming te realiseren. Maar laat ons hopen dat we dit nooit meer moeten doen.’
In een notendop
Frederik Lamote is stichter en directeur van Growfunding, een crowdfundingplatform met focus op sociaal-maatschappelijke relevantie.
Crowdfunding brengt investeringskapitaal bijeen, zonder tussenkomst van een financiële instelling. Dat kan ook gaan over burgerprojecten, waar vele kleinere bedragen (vaak) lokale projecten financieren.
Zuur was een crowdfundingproject dat Brusselse cafés tijdens de lockdown hielp overleven. Het is ook de naam van een voor de gelegenheid gebrouwen bier, af te halen in de cafés na heropening.
Voor elke particuliere bijdrage, paste het Brussels Gewest relancemiddelen bij. Ze werden besteed aan rewards – beloningen voor de investeerders – die geleverd werden door lokale bedrijven en sociale initiatieven.
TBWA Brussels tekende voor mediaconcept en campagne.
https://www.growfunding.be/zuur
www.growfunding.be/iedereendigitaal
www.growfunding.be/growsolidarity
Zuur:
- 9.693 uur plezier voor Brusselse ketten gefinancierd
- 1.100 voedselpakketten verdeeld
- 409 bomen geplant
- 11.500 liter bier gebrouwen
- 36.000 euro gedoneerd aan sociale projecten die strijden tegen sociale ongelijkheid
- 70.000 euro uitgegeven bij lokale economie
- 900 gezeefdrukte t-shirts van cafés aan de man gebracht