26
2021
Online leren met digitaal laaggeletterde senioren? We geven je 10 tips
Digitaal, Diversiteit, Sociaal-cultureel werken, Werken met groepen
In oktober organiseerde Socius een webinar over sterke online leerprocessen. Op het einde inventariseerden we bij de deelnemers leervragen over online didactiek. Er waren veel vragen over online leren met kansengroepen: mensen in armoede, mensen met een verstandelijke handicap, senioren en anderstaligen.
Maar de kennis- en handelingsbasis op dit vlak ontbreekt vaak, ook bij ons. Daarom brachten we vier keer zes beroepskrachten samen om uit te wisselen over hun drempels en succesformules. We delen hun inzichten met jou in vier blogs. In deze blog zoomen we in op online leren met senioren met lage digitale geletterdheid.
Topje van de ijsberg
Zes sociaal-cultureel werkers uit ouderenorganisaties en cultuurfondsen wisselden uit over online leren met senioren met lage digitale geletterdheid. Ze werken uitsluitend of vooral met een diverse doelgroep van senioren: van 55+ tot hoogbejaard, actief of minder mobiel, van laag tot hoog digitaal geletterd.
Deze professionals waren in hun organisatie al een tijd bezig met de digitale omslag. En toch was het afgelopen coronajaar soms confronterend. Slechts een klein aandeel van de oudere leden en vrijwilligers, het spreekwoordelijke topje van de ijsberg, bleek mee te zijn met de digitale werking. Het contact met andere leden en vrijwilligers verwaterde. De ongerustheid over vereenzaming groeide.
Zo krijg je iedereen aan boord
Het werd een jaar van bijbenen, experimenteren en dromen over wat digitaal kan in de toekomst. We bundelen de essentie van alle inzichten en ideeën voor jou in 10 concrete tips om iedereen aan boord te krijgen.
1. Motiveer vanuit noden en hulpbronnen in de leefwereld
Heel wat laag digitaal geletterde senioren staan terughoudend, zelfs angstig tegenover digitale communciatiekanalen. Liever bellen of praten ze face-to-face met iemand. Speel in op hun behoefte aan sociaal contact. Laat hen ervaren dat online ontmoeten in coronatijden een aanvulling kan zijn op de beperktere fysieke contacten. Een manier om je familieleden, kennissen en vrienden dichterbij te hebben. In dat persoonlijke netwerk zitten overigens mensen – kleinkinderen bijvoorbeeld – die de senior kunnen ondersteunen bij de eerste stappen.
Ook bij senioren die al online toepassingen gebruiken (bv. online winkelen, pc-bankieren) is er soms weerstand om online te ontmoeten, vergaderen en leren. Het kan het ‘echte’ ontmoeten niet evenaren. Stimuleer hen om hun online vaardigheden te verbreden naar de verenigingscontext. Doe een appel op hun voorbeeldfunctie en steunende rol ten aanzien van andere leden en vrijwilligers.
Dat iedereen toegerust is met een internetverbinding, hardware en software is natuurlijk een belangrijke randvoorwaarde. Je leest hierover meer in de blog over online leren met mensen in armoede.
2. Zorg ervoor dat iedere senior een mailaccount heeft
Geen mailaccount? Dan heb je geen toegang tot het e-zine van je vereniging, de Zoomlink voor de bestuursvergadering, het online activiteitenaanbod van de organisatie, … Vraag senioren mét een mailadres om dat te delen.
Doe een oproep via je website en vraag mailadressen op bij mensen die je bellen. Leg aan senioren die nog geen mailadres hebben uit wat er de voordelen van zijn. Begeleid hen bij de aanmaak en het gebruik van het mailaccount. Maak hiervan een actie als je nieuwe leden of vrijwilligers onthaalt. En ten slotte, houd je mailadressenbestand up to date.
3. Faciliteer de toegang tot je online organisatieplatform
Heel wat organisaties hebben tegenwoordig een online platform voor hun leden en vrijwilligers. Om de ledenadministratie van lokale vrijwilligersgroepen bij te houden, om toegang te verlenen tot een groepspagina op de website, om je in te schrijven voor activiteiten. De coronacrisis toonde aan dat slechts een fractie van de achterban deze online platforms gebruikt: de meest actieve bestuursvrijwilligers en de digitaal vaardige leden.
Heb jij bij iedere lokale vrijwilligersgroep een digitale contactpersoon? Welke vrijwilligers en leden vallen nu nog uit de boot? Als organisatie heb je er alle baat bij om je achterban te vormen zodat ze het platform kunnen gebruiken. Via online vorming en oefensessies, screencasts of oefenruimte in testapplicaties voor wie erin mee is. Via telefonische of persoonlijke coaching voor wie er nog moeite mee heeft. Een uitgelezen kans trouwens om signalen op te vangen over de gebruiksvriendelijkheid van je platform en daarin bij te sturen.
4. Laat senioren elkaar overtuigen
Breng positieve verhalen in beeld van senioren die succesvol online ontmoeten en verenigen (bv. in je leden- en vrijwilligersmagazine). Vraag digitale koplopers in lokale groepen om andere vrijwilligers te overtuigen om online te gaan ontmoeten en vergaderen. Betrek ouderen die digitaal sterk staan bij het coachen van andere senioren.
Zorg dan wel voor een goede omkadering van deze vrijwillige ondersteuners. Spreek mensen aan op hun digitale talenten en betrek hen als medewerkers bij je online activiteiten (bv. als chatmoderator tijdens een webinar).
5. Neem koudwatervrees weg door concreet te verbeelden
Een webinar of Zoomsessie. Voor wie er helemaal niet vertrouwd mee is, kan dat allerlei negatieve associaties oproepen. Zo vreesde een vrijwilligster die tot voor kort vol zelfvertrouwen het inleidende woord op activiteiten deed dat ze in beeld zou komen (want dat voelde voor haar als ‘op tv komen’).
Duid vooraf helder hoe een online activiteit verloopt. Hoe werkt het medium? Wie is aan het woord en in beeld? Welke interactiemogelijkheden en -verwachtingen zijn er? Wat is de rol voor deelnemers? Bijvoorbeeld, tijdens een webinar (via Webinargeek) is de spreker in beeld en aan het woord. Als deelnemer ben je niet in beeld. Je kan wel opmerkingen geven en vragen stellen via de chat.
Of, tijdens een Zoomsessie in een groep van 12 deelnemers is het aangeraden dat je je camera laat aanstaan. Dat bevordert de interactie. De bedoeling is immers dat jij in gesprek gaat met de andere deelnemers.
6. Coach intensief bij de eerste stappen en erna
Benader senioren bij voorkeur persoonlijk. Bel hen op of ga langs. Begeleid hen stap voor stap bij de online toepassing die de senior wil leren kennen. Is de eerste horde genomen? Organiseer dan voor de eerste online activiteit een testdag. Wie wil kan een halfuurtje met de beroepskracht in Zoom, Teams, Jitsi, Praatbox … reserveren en oefenen. Zonder andere ogen op je gericht en zonder schroom om fouten te maken.
Voelt de oudere zich voorbereid voor een eerste deelname? Stuur tijdig een e-mail met de link, een eenvoudige handleiding en het nummer van de helpdesk. Trek minstens een kwartier uit voor het begin van de sessie om iedereen online te helpen. Volg tijdens de sessie en nadien op of er nog vragen zijn.
Ook lokale vrijwilligersgroepen krijg je graag online: op je vrijwilligersportaal, op vormingen, op bovenlokale vergaderingen. Organiseer je een vorming over online toepassingen? Merk je op dat er uit bepaalde lokale groepen niemand is ingeschreven? Bel de groep op en vraag of het mogelijk is om deel te nemen.
Kan er niemand uit de groep? Dan heeft de groep misschien een suggestie voor iemand van buiten de groep die nadien de kennis en inzichten kan terugkoppelen. Neemt er niemand van de vrijwilligers uit de groep deel aan de bovenlokale online vergadering? Bel de groep vooraf op en vraag wat je voor hen kan inbrengen.
7. Maximaliseer de opties binnen de eenvoud
Kies één platform (bv. Zoom of Teams) om binnen te werken. Motiveer je keuze goed aan de vrijwilligers. Verander bij voorkeur niet meer van platform. Consequent hetzelfde platform gebruiken brengt rust voor wie zich online onwennig voelt. Sommige senioren verkiezen de browserversie boven de applicatie omdat ze dan niets moeten installeren op hun computer. Houd er rekening mee dat sommige browserversies beperkt zijn in bepaalde functionaliteiten.
Vermijd externe tools bij laag geletterde senioren. Schakelen van de browser naar het online kanaal blijkt voor velen te moeilijk. Bij de iets meer digitaal vaardige senioren kan je overwegen om één externe tool in te zetten (bv. Padlet, Mentimeter). Om schakelproblemen te vermijden kan het nuttig zijn om die externe tool te laten gebruiken op de smartphone.
8. Stimuleer interactie
Beperk je groepsgrootte tot 6 deelnemers als je uit bent op veel interactie. In iets grotere groepen leg je de grens best op 12. Nodig deelnemers uit om hun camera te laten aanstaan. Wijs hen op de mogelijkheid van de gallery view. Elkaar zien bevordert de interactie. Vraag mensen om zichzelf kenbaar te maken aan de hand van een betekenisvolle naam (dus geen nicknames of nummers). Zo kan je mensen rechtstreeks aanspreken.
Bij een groep die laag digitaal geletterd is, kan je de camera en de chat inzetten. Gebruik de werkvorm camera aan/uit om mensen te laten antwoorden op ja/neen-vragen (ja: camera aan, neen: camera uit) of om te polsen naar voorkeuren (liever optie 1: camera aan, liever optie 2: camera uit). Mensen kunnen hun duim of een Post-It gebruiken om de camera af te dekken. De camera aan- en uitzetten kan ook als mensen er voldoende mee vertrouwd zijn. Laat mensen een bepaalde positie innemen ten opzichte van hun camera als antwoord op stellingen (links/rechts of dichtbij/veraf). Enzovoort.
Andere ideeën? Laat mensen iets tekenen en tonen voor de camera, laat hen zichzelf voorstellen aan de hand van een voorwerp, of doe ‘mondmasker aan/uit’ bij een stellingenspel. De chat biedt tal van mogelijkheden om vragen, suggesties en appreciaties te delen. Bij eenduidige vragen kan je ook een poll gebruiken.
9. Ook asynchroon werken is waardevol
Richt je pijlen niet alleen op een live online aanbod. Benut ook de asynchrone mogelijkheden. Stel bijvoorbeeld een replay van een webinar ter beschikking. Zo vermijd je als organisator en deelnemer stress over wat er technisch allemaal fout kan lopen. Bovendien kan je de inhoud van het webinar breder ontsluiten binnen je activiteitenaanbod. Of bied zelfstudiepakketten aan met tekst, filmpjes en geluidsfragmenten.
10. Zet koers naar een blended aanpak
De online aanpak heeft een aantal troeven. Het geeft de mogelijkheid aan minder mobiele en chronisch zieke mensen om toch deel te nemen. Het biedt een oefengrond voor senioren die steeds meer aangewezen zijn op e-dienstverlening, nog meer als je daar in je online vormingen expliciet aandacht aan besteedt (pc-banking, e-tickets voor het openbaar vervoer, Itsme, …).
Maar de online aanpak kent ook een valkuil: er zullen altijd digitaal laaggeletterde senioren zijn voor wie het water ondanks intensieve begeleiding te diep blijft. Zij hebben nood aan analoge alternatieven (bv. een papieren nieuwsbrief naast het e-zine). Of aan oefenmomenten in realtime eens corona dat weer toelaat. Bottomline? Blijf mensen versterken om mee te zijn in het analoge én digitale verhaal.
Meer uit deze reeks
- Online leren met mensen in armoede? Dit zijn onze 10 tips
- 9 tips om online te leren met anderstalige mensen
- 10 inzichten om online te leren met mensen met een verstandelijke handicap