“Ik ben trots op wat wij als gewone burgers voor elkaar krijgen.”

Ghizlane Said omschrijft zichzelf als een vrijgevochten mama die dol is op haar vijf kinderen en hen de beste kansen wil geven. “Hoewel ze hier geboren en getogen zijn, merk ik dat ze vaak worden gezien als kinderen met een migratieachtergrond en niet als ‘echte’ Belgen.” Haar passie en overtuiging om mensen een stem te geven, komen sterk naar voor bij het Brusselse Samen voor Morgen vzw.

“Samen voor Morgen ontstond in Anderlecht als een tegengeluid. Ouderbetrokkenheid was een actueel thema op school. In het oudercomité en de schoolraad ontdekte ik dat de ouders en de school ouderbetrokkenheid anders invulden. Er was het idee dat ouders niet geïnteresseerd waren en zelden deelnamen aan activiteiten. Tegelijkertijd hoorde ik van ouders dat zij zich niet gezien voelden. Ze hadden vragen en zorgen, maar voelden zich niet gehoord. Het ging om ouders met een migratieachtergrond die weinig of geen Frans of Nederlands spraken, maar hun kinderen met de beste intenties naar school stuurden en hen ondersteunden. De school verwachtte een actieve bijdrage, terwijl veel ouders met een migratieachtergrond liever hielpen door te koken of mee te doen aan een schoolfeest. En soms is dat genoeg, óók dat is ouderbetrokkenheid.”

Nood aan ontmoeting

“Veel van die gezinnen wonen klein, waarbij hun sociaal leven vaak eindigt aan de voordeur. Vrienden komen zelden langs en kinderen gaan niet naar speelmiddagen. Het dagelijkse leven speelt zich echter vooral buitenshuis af. Daarom bleven verschillende moeders vaak aan de schoolpoort staan om met elkaar te praten over onderwijs, opvoeding en huiswerk.”

“Ik was de enige Nederlandstalige moeder in die groep. Op een dag kwam de directeur naar me toe met de vraag om tegen de moeders te zeggen dat ze niet mochten blijven hangen, omdat dat een slecht imago aan de buurt gaf. Dat vond ik vreemd, zeker omdat de school het belang van ouderbetrokkenheid zo benadrukte. Ik gaf het door aan de moeders, maar zij – en ook ik – begrepen niet hoe ze voor overlast zorgden.”

“Er was duidelijk behoefte aan ontmoeting. Ik zag de kloof tussen de ouders en de school, en wist: hier kunnen we bruggen bouwen. Daarom stelde ik aan de directeur voor om ’s ochtends een koffiemoment te organiseren in de lege schoolrefter. Zo konden we als ouders samenkomen en tonen dat we betrokken waren. Helaas bleek dat niet mogelijk, maar het idee van samenkomen bleef sluimeren. Samen met enkele moeders vroeg ik aan een schepen om een ruimte waar we net dat konden doen. Zo zijn we in gemeenschapscentrum De Rinck beland en is het mamacafé ontstaan, geïnspireerd door de zogenaamde ‘hangmama’s’. Want zo noem ik de mama’s die na schooltijd bij de schoolpoort blijven praten.”

Ik zag de kloof tussen de ouders en de school, en wist: hier kunnen we bruggen bouwen.

Drie deelwerkingen

“Samen voor Morgen bestaat uit drie deelwerkingen: het mamacafé, Knoekx en kookateliers. Het mamacafé biedt een ontmoetingsplek voor moeders en anderen die elkaar willen ondersteunen, ervaringen delen en in verbinding staan met hun buurt.”

“Van daaruit ontstond de nood om te werken rond huiswerkondersteuning en oefenkansen voor het Nederlands. De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) zet in op het leren van Nederlands via spel, maar ouders zien dat vaak anders. Ze denken dat een kind tijdens zo’n activiteit met vrije tijd bezig is in plaats van te leren. Daarom ontstond Knoekx, een boekenclub na schooltijd. Kinderen lezen samen een verhaal, gekoppeld aan een activiteit. Zo lazen we Sjakie en de Chocoladefabriek en bezochten we het chocolademuseum.

Dat heeft een enorme impact, vooral op kinderen die minder taalvaardig zijn en lezen enkel met school associëren. Voor hen is lezen vaak een verplichting, geen plezier. Wij willen dat veranderen. Daarom richten we ons niet alleen op leesbevordering, maar ook op het creëren van leesplezier.”

“De derde deelwerking focust op vaderbetrokkenheid. In veel allochtone gezinnen ligt de opvoeding grotendeels bij de moeders. Zo bedachten we papa-voetbal. Het begon veelbelovend: we organiseerden wekelijkse sessies in de sportzaal van de school. Helaas trok de school zich terug omdat er geen conciërge was om de zaal te openen. We hebben nog gezocht naar een andere sportzaal, maar in Brussel is ruimte schaars, waardoor het project stopte.”

“We gingen op zoek naar een alternatief. Op een dag was mijn man in gesprek met een groep vaders, en ontstond het idee van een mobiele brood- of pizzaoven. We bekeken de kosten en mogelijke financiering. Die vond ik bij de VGC. Dankzij hun financiële steun konden we aan de slag. De mannen gingen op onderzoek uit, wat resulteerde in een prachtig participatietraject – zonder grootse plannen, maar met veel enthousiasme. Toen de oven klaar was, experimenteerden ze met tajines, brood en pizza’s. Tegelijk hoopten we dat andere organisaties ons zouden opmerken en met ons zouden willen samenwerken. Eigenlijk was de oven ook een statement: ‘Kijk, hier zijn wij. We doen mee, we hebben een stem’. De VGC vroeg ons op een gegeven moment om pizza’s te bakken op hun evenement. Dat zette alles in beweging. Met het geld dat we daarmee verdienden, konden we verder investeren in activiteiten die voor ons belangrijk waren.”

We richten ons niet alleen op leesbevordering, maar ook op het creëren van leesplezier.

Huiselijk en informeel

“Toen stelde ik aan de anderen voor om een vzw op te richten. Iedereen schrok: ‘Een vzw? We weten niet eens wat dat is’. En dat is nog steeds een uitdaging. Het is moeilijk om een burgerinitiatief te formaliseren. Probeer maar eens de vzw-structuur of de wetgeving in het Arabisch uit te leggen. Het is niet alleen een taalbarrière; het vraagt ook veel inspanning om hen te betrekken.”

“Ik wil niet arrogant overkomen, maar ik ben ontzettend trots op wat wij als gewone burgers samen hebben bereikt. Samen voor Morgen is heel huiselijk en informeel; we hebben geen formele structuren. We zijn wel bezig ons te professionaliseren, maar we willen de gezellige sfeer die we nu hebben niet verliezen. Want daar draait het om: dat mensen zich comfortabel en veilig voelen.”

Dezelfde kansen gunnen

“Ik voel me gezegend: ik heb goed gestudeerd in Nederland, ik had een fijne bijbaan en heb veel kansen gekregen in mijn leven. Ik weet hoe het is om deel uit te maken van een groter geheel, zonder jezelf constant te moeten bewijzen. Dat gun ik ook de jongeren hier. Ze horen er net zo goed bij. Ze zijn ook Belg.”

“We spreken vaak in wij-zij-termen. Als je mensen vraagt wie ze zijn, antwoorden velen met: ‘Ik ben Marokkaans’ of ‘Ik ben Turks’, omdat ze gewend zijn in een hokje geplaatst te worden. Vanuit dat referentiekader gaan ze ook handelen. Dat is jammer, want eigenlijk zouden we als samenleving moeten zeggen: ‘Nee, jullie zijn ook Belg. Jullie dragen net zoveel zorg en verantwoordelijkheid voor deze samenleving’. In plaats van voortdurend te wijzen op dingen als hun Nederlands dat niet perfect is.”

“Een paar jaar geleden had ik contact met Karrewiet over een van onze initiatieven. De redacteur vroeg of onze jongeren ‘deftig’ Nederlands spraken. Ik was zo boos, waarop de eindredacteur zich verontschuldigde en uitlegde dat ze juist diversiteit wilden bevorderen. Ik zei: ‘Als Molenbeek slecht in het nieuws komt, zijn jullie er snel bij’. Dat heeft een enorme impact op de beeldvorming van die jongeren. Zij voelen dat ook en vragen zich af waarom ze altijd met de negatieve zaken in beeld komen. ‘Het lijkt wel alsof we hier niets positiefs doen’, klinkt het. Die jongeren voelen zich vervreemd van de samenleving, omdat ze niet erkend worden.”

“Onlangs hebben we dialoogtafels georganiseerd met politici zoals Benjamin Dalle, Sven Gatz en Pascal Smet. Dat deden we op ons eigen terrein, we gingen niet naar de kabinetten. Laat die politici maar naar de gewone man komen. Zo maak je een stukje wereld, dat voor hen ver weg lijkt, ineens heel realistisch. Over een minister denken ze vaak: die zit in een torentje beleid te maken, die komt echt niet naar ons toe. Maar als het dan toch gebeurt, zie je de verbazing. Of wanneer we hen aanmoedigen: ’Neem de microfoon en vertel ons waar jij mee zit op het gebied van onderwijs, cultuur of jeugd’.

“Doordat wij dit soort dingen organiseren, zien jongeren welke potentieel zij hebben. Ze ontdekken dat er zoveel mogelijk is. Ze leren om buiten de lijntjes te kleuren, vergroten hun blik op de wereld, en dat zorgt voor een sneeuwbaleffect. We hebben dit jaar enkele jongeren kunnen toeleiden naar een animatorencursus, waardoor ze een officieel certificaat van de stad Brussel krijgen. Dan voelen die jongeren dat ze een stap verder zijn gekomen. Ze leren andere organisaties kennen. Dankzij Samen voor Morgen groeit hun sociaal netwerk.”

“Samen Voor Morgen startte als praatgroep voor Marokkaanse vrouwen, uit de nood aan ontmoeting, maar evolueerde tot een vereniging met een aanbod aan activiteiten voor jong en oud in Anderlecht en Molenbeek. We komen van ver, en het is geen evident proces. We zijn constant aan het puzzelen. Dat vraagt energie en kost tijd, maar we hebben geen andere keuze. Door dat te doen, tonen we aan anderen: het heeft wel degelijk zin.”

Scroll to Top