Evoluerende beleidskaders

Welke rol neemt de overheid op?

Waar het maatschappelijk middenveld bloeit, tref je initiatiefnemende burgers, politieke betrokkenheid, sociale cohesie en diverse vormen van solidariteit aan. Dat maakt het maatschappelijk middenveld ook voor overheden interessant en relevant. In een goed functionerende democratie erkent de overheid de onafhankelijkheid van civiele actoren, ook als hun inzet oppositie tegen het overheidsbeleid inhoudt. Een overheid kan zelfs investeren in het maatschappelijk middenveld.

Sinds cultuur in 1970 een autonome bevoegdheid van Vlaanderen werd, zoekt de Vlaamse overheid voortdurend hoe ze sociaal-cultureel volwassenenwerk in de Vlaamse gemeenschap mee mogelijk kan maken. Ook lokale besturen zoeken hoe ze civiel sociaal-cultureel actorschap het best kunnen omkaderen en stimuleren.

Tijdens die zoektocht proberen overheden de verdere ontwikkeling van civiel sociaal-cultureel actorschap te stimuleren en richting te geven. Andere keren volgt de overheid met regelgeving ontwikkelingen in het civiel sociaal-cultureel werkveld zelf of past ze haar regelgeving aan nieuwe ontwikkelingen in de samenleving aan.

Van volksverheffing tot civiel actorschap

De beleidskaders die de subsidies voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk regelen, ondergingen doorheen de jaren verschillende evoluties.

Zo veranderde de maatschappelijke betekenis van volksverheffing naar volksontwikkeling als ideaal. Later, onder invloed van het internationale discours over levenslang leren, erkende de overheid de waarde van sociaal-cultureel werk voor levenslang en levensbreed leren. Sinds 2017 ligt de nadruk op civiel actorschap en de rol van actieve burgers in het vormgeven van de samenleving.

Figuur: samenvatting evoluerende beleidskaders sociaal-cultureel volwassenenwerk1

Aandacht voor maatschappelijke rollen en bijdragen

Sinds het decreet van 2003 gaat in de beoordeling van subsidieaanvragen en bij evaluaties meer aandacht naar de ‘zelf gekozen’ bijdrage van het sociaal-cultureel volwassenenwerk aan de samenleving.

Met de focus op civiel actorschap verminderde met het decreet van 2017 de behoefte om de sector in verschillende werksoorten op te delen en een eigen sociaal-culturele methodiek toe te wijzen. In plaats daarvan gaat nu meer aandacht naar de combinatie van maatschappelijke rollen en functies van het sociaal-cultureel volwassenenwerk en de eigen bijdrage die organisaties aan onze samenleving willen leveren.

Kwaliteitszorg, planmatig werken en de afstemming tussen inhoudelijk en zakelijk plannen, maken ondertussen deel uit van de beoordelings- en evaluatiecriteria.

Andere relevante beleidskaders

Er spelen ook nog andere beleidskaders een rol in de ondersteuning en organisatie van de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk.

In 2008 introduceerde het flankerend Participatiedecreet het onderscheid tussen deelnemen en deelhebben als complementaire vormen van participatie. Het Bovenlokale Cultuurdecreet en de opdeling van Vlaanderen in vijftien referentieregio’s bepalen het speelveld voor bovenlokale en regionale sociaal-culturele initiatieven.

Met de interne staatshervorming krijgen lokale besturen sinds 2014 meer vrijheid om het eigen (sociaal-cultureel) beleid vorm te geven. Dat leidt in Vlaanderen tot een diffuus lappendeken van lokale reglementen en besluiten met erg verschillende vormen van ondersteuning en subsidiëring van lokaal sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Groeipotentieel voor strategisch organiseren

Volgens de externe deskundigen van de beoordelingscommissies is de kwaliteit van de beleidsplannen 2021-2025 op een aantal aandachtspunten erg variabel. Die experten zien nog groeipotentieel op vlak van resultaatsgerichtheid, strategisch denken, het formuleren van doelstellingen, het begroten van middelen, het vooropstellen van meetinstrumenten, het maken van SWOT-analyses en de afstemming tussen het zakelijk en inhoudelijk deel van de werking.

Naar een nieuwe verhouding met burgers

Burgerinitiatieven stemmen hun werking, afhankelijk van hun missie en opportuniteiten af op heel veel verschillende beleidskaders. Hierbij zijn er twee meer globale beleidsontwikkelingen bijzonder relevant.

De Vlaamse overheid en veel lokale besturen zoeken in toenemende mate naar een nieuwe verhouding tot (de initiatieven van) burgers en experimenteren met nieuwe modellen en werkwijzen zoals het ‘Right to Challenge’.

En Europa ziet in de civil society een belangrijke voorwaarde voor een bloeiende democratie. Dat leidt tot tal van fondsen en projecten waar ook civiele sociaal-culturele actoren uit Vlaanderen en Brussel op kunnen intekenen.

Meer weten?

Je vindt veel meer informatie over de rol van de evoluerende beleidskaders in het civiel sociaal-cultureel werkveld in de landschapstekening (deel 2 – hoofdstuk 10).

  1. Bron: Gebaseerd op de Canon sociaal-cultureel werk, de landschapstekening SCvW anno 2016 en de Wegwijs decreet ↩︎
Scroll to Top