Voortgangsrapport
De organisaties die een werkingssubsidie ontvangen dienen een voortgangsrapport in uiterlijk op 31 maart van het derde jaar van de lopende beleidsperiode. De administratie stelt hiervoor een model ter beschikking tenminste zes maanden voor de indiendatum.
De sociaal-culturele volwassenenorganisatie beschrijft in het voortgangsrapport de manier waarop ze in de voorbije twee jaar heeft gewerkt aan de uitvoering van het beleidsplan en de keuzes en plannen die ze maakt om in de rest van de beleidsperiode het beleidsplan uit te voeren. De organisatie onderbouwt dat aan de hand van werkingsgegevens en een beschrijving van haar werkingsprocessen.
De werkingsgegevens beschrijven de omvang en de resultaten van de werking aan de hand van:
- de kerngegevens en de cijfers over de werking voor het eerste en tweede jaar van de beleidsperiode;
- de kerngegevens en de cijfers over het zakelijke domein, met inbegrip van personeelsbeleid, communicatiebeleid, kwaliteitsbeleid en goed bestuur, voor het eerste en tweede jaar van de beleidsperiode;
- de kerngegevens en de cijfers over de financiën en het financiële beleid voor het eerste jaar van de beleidsperiode.
Het voortgangsrapport toont ook aan op welke manier de organisatie voldoet aan elk beoordelingscriterium voor de organisaties met een landelijke werking.