Subsidieaanvraag

De Vlaamse Regering kent per beleidsperiode, per regio of voor verschillende regio’s samen aan één sociaal-culturele volwassenenorganisatie met een regionale werking een werkingssubsidie toe. De toekenning van een werkingssubsidie houdt een automatische erkenning in als sociaal-culturele volwassenenorganisatie.

Vorm van de subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag moet worden ingediend in de vorm zoals die door de administratie is opgelegd. De modellen worden hiervoor worden ten laatste zes maanden voor de indiendatum bekend gemaakt via de webtoepassingen van het departement Cultuur, Jeugd en Media. De uiterste indiendatum voor de aanvraag van een werkingssubsidie is 15 december van het voorlaatste werkjaar van de beleidsperiode.

De subsidieaanvraag omvat de volgende elementen:

1. een beleidsplan, dat minimaal een inhoudelijk, een zakelijk en een financieel deel omvat. Bij het beleidsplan worden een meerjarenbegroting en een managementsamenvatting gevoegd;
2. een beschrijving, per beoordelingscriterium, van de invulling van de toepasselijke beoordelingscriteria;
3. informatie over de omvang en de resultaten van de werking, namelijk:
   • kerngegevens en cijfers over de financiën voor het tweede en derde jaar van de lopende beleidsperiode;
   • kerngegevens en cijfers over het personeel voor het derde en vierde jaar van de lopende beleidsperiode;
   • kerngegevens en cijfers over de werking voor het derde en vierde jaar van de lopende beleidsperiode, die onder meer betrekking hebben op de breedte van het draagvlak en de maatschappelijke relevantie;
4. in voorkomend geval, bijkomende informatie die door de administratie wordt gevraagd.

Ontvankelijkheids- en subsidievoorwaarden

De werkingssubsidies kunnen alleen worden toegekend aan sociaal-culturele volwassenenorganisaties waarvan de subsidieaanvraag voldoet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden en aan de subsidievoorwaarden.

Ontvankelijkheidsvoorwaarden

Ontvankelijkheidsvoorwaarden zijn de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn opdat een aanvraag verder behandeld kan worden. Ze houden een technische, feitelijk meetbare toets in, die geen inhoudelijke afweging vergt, resulterend in een ja of nee. Dit wordt beoordeeld door de administratie. Een aanvraag voor een subsidie is ontvankelijk als ze voldoet aan al de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden:

1. ze is tijdig ingediend;
2. ze voldoet aan de vormvereisten;
3. de aanvrager beschikt over een rechtspersoonlijkheid zonder winstgevend doel;
4. de aanvrager is gevestigd in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, waarbij wegens haar activiteiten de aanvrager moet worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap.
5. de aanvrager is gevestigd in de regio conform de afbakening zoals bepaald door de Vlaamse Regering en de activiteit van de aanvrager richt zich tot die regio, al dan niet gecombineerd met andere regio’s.

De administratie meldt uiterlijk vijftien dagen na indiening of de subsidieaanvraag al dan niet ontvankelijk is.

Subsidievoorwaarden

Subsidievoorwaarden bepalen of een aanvraag al dan niet in aanmerking komt voor een subsidie. Een aanvraag wordt getoetst aan de subsidievoorwaarden bij de beoordeling van de subsidieaanvraag. Subsidievoorwaarden zijn net als de ontvankelijkheidsvoorwaarden binaire voorwaarden, waarop enkel ja of nee kan worden geantwoord.

Anders dan bij ontvankelijkheidsvoorwaarden houdt de toetsing van de subsidievoorwaarden een inhoudelijke afweging in door een beoordelingscommissie, al dan niet voorbereid door de administratie. Een aanvraag die niet voldoet aan één of meerdere subsidievoorwaarden resulteert in een advies tot niet-subsidiëring. Eens er een subsidie wordt toegekend, wordt een organisatie geacht zich te blijven houden aan de subsidievoorwaarden. Voor de aanvraag voor werkingssubsidies voor sociaal-culturele organisaties met een regionale werking gelden de volgende subsidievoorwaarden:

1. de sociaal-culturele werking van de organisatie speelt zich hoofdzakelijk af binnen de vrije tijd van volwassenen. Het gedeelte van de gesubsidieerde werking dat zich eventueel uitzonderlijk buiten de vrije tijd afspeelt, verantwoordt de organisatie vanuit haar missie en visie;
2. de organisatie toont een bovenlokale sociaal-culturele werking aan van minstens twee jaar onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag;
3. de organisatie neemt een brugfunctie op in de samenleving.

In de memorie van toelichting zijn deze subsidievoorwaarden verder toegelicht. Deze informatie vind je in dit document.