Negatief subsidieadvies en remediƫring
Als een organisatie met een regionale werking een negatief subsidieadvies ontvangt, start er een remedieĢringstermijn, die verstrijkt na twaalf maanden. De organisatie dient een remediĆ«ringsrapport in voor het verstrijken van Ā de remediĆ«ringstermijn. Ze toont aan de hand van dit remediĆ«ringsrapport aan op welke wijze ze is omgegaan met de aanbevelingen uit het subsidieadvies. Als dat rapport een positief remedieĢringsadvies krijgt, start de subsidieĢring voor de nieuwe beleidsperiode vanaf het tweede jaar van de beleidsperiode. Als dat rapport een negatief remediĆ«ringsadvies krijgt, kan de Vlaamse Regering de subsidieĢring vanaf 1 januari van het vierde werkjaar van de nieuwe beleidsperiode stopzetten.
Als de sociaal-culturele volwassenenorganisatie geen remediƫringsrapport indient nadat de remediƫringstermijn is verstreken, stopt de subsidiƫring vanaf 1 januari van het werkjaar dat volgt op het werkjaar waarin de voormelde remediƫringstermijn is verstreken. Concreet betekent dat vanaf 1 januari van het tweede jaar van de beleidsperiode.
De sociaal-culturele volwassenenorganisatie met een negatief advies toont in het remediƫringsrapport aan hoe er binnen de remediƫringstermijn acties en processen zijn opgezet om de kwaliteit van de werking te verbeteren, en welke resultaten daarmee zijn bereikt, aan de hand van:
- een kritische reflectie over hoe de organisatie het negatieve advies en de remediƫring heeft aangegrepen om de kwaliteit van de toekomstige werking te verbeteren;
- voor elke aanbeveling:
- een omschrijving van de acties die zijn ondernomen om tegemoet te komen aan de aanbeveling, en een verantwoording van die keuzes;
- een omschrijving van de resultaten die zijn bereikt binnen de remediƫringstermijn;
- een omschrijving van de toekomstige acties, de timing ervan en de resultaten die daarmee worden beoogd;
- een omschrijving van hoe en wanneer de acties, vermeld in c), verder worden opgevolgd en geƫvalueerd.
Een beoordelingscommissie beoordeelt op basis van het remediƫringsrapport de kwaliteit en de effectiviteit van de ondernomen verbeterprocessen en -acties van de sociaal-culturele volwassenenorganisatie met betrekking tot de aanbevelingen en formuleert een voorlopig remediƫringsadvies. Het voorlopige remediƫringsadvies dat door de beoordelingscommissie wordt verstrekt, bevat minimaal de volgende elementen:
- voor elke aanbeveling een evaluatie van de acties en processen die zijn ondernomen om de werking te verbeteren;
- het resultaat van het remediƫringsadvies en de motivatie daarvan, waarbij ingegaan wordt op het remediƫringsrapport.
De administratie meldt dit voorlopige remediƫringsadvies aan de organisatie uiterlijk 31 januari van het jaar volgend op het verstrijken van de remediƫringstermijn.
De sociaal-culturele volwassenenorganisaties kunnen een repliek indienen na de melding van het voorlopige remediëringsadvies. Een repliek kan alleen betrekking hebben op feitelijke onjuistheden in het voorlopige advies. Onder feitelijke onjuistheden wordt verstaan: elementen in een advies of evaluatierapport waarvan ondubbelzinnig aangetoond kan worden dat ze gebaseerd zijn op foutieve, onvolledige of verkeerd geïnterpreteerde informatie.
Een repliek is ontvankelijk als ze voldoet aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden:
- ze is ingediend uiterlijk vijftien dagen na de melding;
- ze is gemotiveerd.
De administratie stelt vast of de repliek hier aan voldoet en meldt uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst van de repliek aan de sociaal-culturele volwassenenorganisatie of de repliek al dan niet ontvankelijk is.
Het remediƫringsadvies dat door de beoordelingscommissie wordt verstrekt, bevat minimaal de volgende elementen:
- voor elke aanbeveling een evaluatie van de acties en processen die zijn ondernomen om de werking te verbeteren;
- het resultaat van het remediƫringsadvies en de motivatie daarvan, waarbij ingegaan wordt op het remediƫringsrapport en desgevallend de repliek op het voorlopig remediƫringsadvies.
De beoordelingscommissie formuleert aan de Vlaamse Regering, op basis van deze beoordeling:
- een positief advies, indien ze oordeelt dat de ondernomen verbeterprocessen en -acties van die aard zijn dat ze de werking van de organisatie op korte termijn fundamenteel verbeteren;
- een negatief advies, indien ze oordeelt dat de ondernomen verbeterprocessen en -acties niet van die aard zijn dat ze de werking van de organisatie op korte termijn fundamenteel verbeteren.
