ABC

sociaal-cultureel werk

Lokaal tot internationaal

Sociaal-culturele volwassenenorganisaties kan je op verschillende plekken tegen het lijf lopen. Op verschillende niveaus kunnen we ook spreken over een specifiek beleid ten aanzien van het sociaal-cultureel volwassenenwerk: lokaal, regionaal en Vlaanderen. Daarnaast zijn heel wat organisaties ook buiten onze landsgrenzen actief.

Lokaal

Het sociaal-cultureel werk kent een sterke lokale verankering. Organisaties of hun lokale afdelingen kunnen vaak rekenen op een financiële tegemoetkoming en/of ondersteuning op het vlak van logistiek en infrastructuur bij hun stad of gemeente.

De criteria die steden en gemeenten hierbij hanteren of de manier waarop ze te werk gaan, bepalen ze zelf. Sinds het verdwijnen van het decreet op het lokaal jeugd- en cultuurbeleid in 2016, ligt de verantwoordelijkheid voor het vormgeven van het lokaal cultuurbeleid immers volledig in handen van de lokale besturen. Het zorgt voor een beleid op maat van de lokale (sociaal-culturele) realiteit.

De voorwaarden voor subsidiëring kunnen lokaal erg verschillen. Sociaal-culturele organisaties moeten zich afhankelijk van de stad of gemeente waar ze gehuisvest zijn, wenden tot de dienst vrije tijd, de dienst cultuur of elders. Bovendien krijgen ze lang niet overal de stempel ‘sociaal-cultureel’ mee, maar worden ze bijvoorbeeld ingedeeld bij de grote groep van vrijetijdsverenigingen. Zo ontstaat lokaal een erg diffuus lappendeken.

Regionaal

Sociaal-culturele volwassenenorganisaties met een regionale werking of Avansa’s focussen hun werking op een specifieke regio en zetten zich binnen die regio in voor de diverse bewoners(groepen) ervan. Ze staan open voor een hele waaier aan thema’s uit de publieke agenda binnen hun regio. Momenteel telt Vlaanderen 13 organisaties met een regionale werking. De Avansa’s worden gesubsidieerd op basis van het ‘Decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk’ (2017).

Het Bovenlokaal Cultuurdecreet (2019) wil de bovenlokale cultuurwerking uitbouwen, stimuleren en optimaliseren én de cultuurparticipatie bevorderen en versterken. Het voorziet daarvoor twee subsidielijnen:

  • een werkingssubsidie voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden tussen verschillende gemeentes
  • een projectsubsidie voor bovenlokale cultuurprojecten die organisaties de kans geven om te experimenteren en door te groeien binnen hun praktijk

Op deze manier biedt het Bovenlokaal Cultuurdecreet ook kansen voor sociaal-culturele organisaties op een regionaal niveau. Voor hun vragen met betrekking tot het decreet kunnen ze terecht bij OP/TIL.

Vlaanderen

In Vlaanderen en Brussel zijn er 129 organisaties erkend op basis van het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk. Van deze 129 organisaties zijn er 116 actief op landelijk niveau. Dit wil zeggen dat hun werking zich richt op het volledige Nederlandse taalgebied, vaak met inbegrip van Brussel.

Daarnaast voorziet het decreet ook subsidies voor sociaal-culturele projecten met bovenlokale uitstraling. Zowel erkende organisaties binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk als niet-erkende sociaal-culturele organisaties en organisaties in andere sectoren komen in aanmerking voor deze projectsubsidies

Europa

Ten slotte werken veel sociaal-culturele actoren internationaal samen of doen ze aan uitwisseling over de landsgrenzen heen. Hiervoor kunnen ze eventueel een beroep doen op Europese projectsubsidies zoals het Citizens, Equality, Rights and Values Programme (CERV), Erasmus+ of Creatief Europa.

Er zijn ook verschillende instanties die organisaties op weg kunnen zetten als ze internationale ambities koesteren. Zo brengt EPALE, het Europees platform voor volwasseneneducatie, Europese professionals uit de sector van de volwassenenvorming en -onderwijs samen om internationale uitwisselingen te stimuleren. Epos vzw stimuleert en ondersteunt samenwerking, internationalisering en mobiliteit in onderwijs en vorming. VLEVA, het Vlaams-Europees verbindingsagentschap wil als informatieplatform en netwerk optreden als brug tussen Europa en Vlaamse lokale overheden, het middenveld en de Vlaamse overheid.

Scroll to Top